Zeldzaam voorbeeld van ondoofbaren haat.
Vóór de Fransche Revolutie had een Edelman in Poitou, met name pontet, een proces met zijnen buurman begonnen, enkel uit haat, om hem ten gronde te rigten. Maar pontet verloor het. Plotseling verzoende hij zich met zijnen vijand, in zoo verre, dat hij hem zijne dochter ter vrouwe gaf.
‘Voor zoo zwak had ik u nooit gehouden! Gij geeft hem daarenboven nog uwe dochter?’ verweet hem een zijner vrienden.
‘Laat mij maar begaan!’ zeide pontet, en wreef kwaadaardig lagchend in de handen: ‘het meisje is eene ware furie. Zij heeft mij honderdmaal het hart gebroken; maar ik ben taai. Doch hem ergert zij zeer zeker in 't graf, eer hij de bruiloftschoenen versleten heeft.’