Anekdote van Frederik den Grooten.
Frederik de Groote had, verscheidene jaren achtereen, op zekere plaats, waar hij versche paarden voor het rijtuig kreeg, steeds een' dikken vetten ambtenaar aangetroffen, en gewoonlijk een paar woorden met denzelven gesproken Eens wederom ter zelfde plaatse latende omspannen, vermiste hij dien man, en vond, in diens plaats, een ander lang en zeer mager man, die zich met het voorspan bezig hield. ‘Wie zijt gij?’ vraagde hij denzelven, en kreeg ten antwoord: ‘Ik ben aangesteld ambtenaar alhier, uwe Majesteit.’ - ‘Wel, dat is immers een dik oud man,’ hernam de Koning. - ‘Die is overleden, uwe Majesteit, en ik ben in zijne plaats gekomen.’ Thans keerde zich de Koning met eene zeer ernstige houding tot den hem verzellenden Generaal, en zeide: ‘Die zal mij nog veel kosten, eer ik hem zoo vet heb, als zijn voorganger was.’