Alphonsine, of de Natuurlijke Dochter. Door Mevr. De Genlis. Naar den derden druk uit het Fransch. IIIde en laatste Deel. Te Leeuwarden, bij de Wed. J.P. de Boy. 1811. In gr. 8vo. 183 Bl. f 2-6-:
Wij dachten wel, dat het huwelijk van de lieve alphonsine dit werk besluiten zou; gelijk dan ook nog andere huwelijken den lezer van dit laatste deel bijzonder vermaak geven. Gemakkelijk ging dit intusschen toch niet; het meisje was immers nog in vele zaken onkundig; zij hield Adam en Eva voor een paar vrouwen, - nu, zij was ook nog eene ongedoopte! - ook moest haar vader nog té regt komen, en wat niet al meer! Dit alles maakt dit derde deel nu in orde; terwijl het al mede nog door eene soort van schaking vervrolijkt wordt. Dat alphonsine - zoo sluit dit boek - gelukkig, zeer gelukkig was, behoeft geene verzekering. De reinste liefde, de opregtste godsvrucht en eene onbevlekte deugd moeten ons onfeilbaar tot het eenige ware en duurzame geluk geleiden; en het zou ons ten sterkste smarten, indien de lezer van dit boek hieraan nog konde twijfelen. Ook ons zou het smarten, zoo eenig lezer van dit Tijdschrift aan deze waarheid twijfelen kon.