zoo als gy ligt kunt denken, bragt my van tyd tot tyd in bekooring, om, tot eene of andere dagelyksche uitspanning, tot myn eigen vermaak, myne pen verder te beproeven; tot dat ik, hoewel eerst naa verloop van eenige jaaren, in goeden ernst my bepaalde tot onderwerpen, die myne verbeelding 't meest troffen, volgende steeds den gang myner natuurlyke neigingen.’
Te regt en zeer naauwkeurig merkt Dr. young aan, dat deeze Man, onder begunstiging alleen, of voornaamelyk, van de gaven der Natuure, door de voordeelen der Opvoedinge slegts een weinig ondersteund, op eenmaal, en volgens eigen vinding, eene nieuwe schryfwyze ondernam, en tot verwondering daarin slaagde. Ja, 't geen nog meer opmerking verdient, en in eenigen anderen Schryver zelden gezien is, hy begon en voltooide het plan, 't welk hy hadt ter hand genomen, voor eenen anderen geene plaats overlaatende, om het vollediger te doen worden, of zelfs in zyne voetstappen te treeden; en 't is zeker, dat niet één van alle de Schryvers, die het welhaast ondernamen hem na te volgen, hem op zyde, of zelfs op duizend schreden na hem naby is gekomen. Zyne manier van Romanschryven was en is met uitsluiting hem eigen, en zal het waarschynelyk wel blyven. ‘Ik beschouw hem,’ zeide Dr. young, ‘als een waarlyk groot natuurlyk Vernuft, zoo groot en overtreffende op zyne wyze, als shakespeare en milton op de hunne waren.’
De Heer shotbolt verhaalt, dat, wanneer de Heer richardson te Welwyn kwam, met den laatsten Spreeker van het Parlement onslow en andere goede Vrienden, om Dr. young te bezoeken, hy by den Heer shotbolt zynen intrek nam, omdat 'er ten huize van den Dr. geen plaats genoeg was; en dat hy, 's morgens ten vyf uure opstaande, twee van de beste Brieven in karel grandison, in een of twee morgens vóór het ontbyt, schreef.
De Heer onslow hadt groote agting voor hem, en hadt niet slegts den wil, maar ook de magt, om hem een' aanzienlyken en voordeeligen post ten Hove te bezorgen; doch de braave Man wilde nooit iets van dien aart aanneemen; zyne zaaken stonden zeer voordeelig, en hy bezat een goed kapitaal; meer behaagen vondt hy in zyn ampteloos leeven.