| |
Een viertal Kerkelyke Bedenkingen gedeeltelyk beantwoord, en verder byzonder ook in de Groninger Ommelanden ter onzydige overweging aangeboden door een Liefhebber van goede Ordeningen in Burgerstaat en Kerk. De Bedenkingen zyn: 1. Of het bestaanbaar, eerlyk en edelmoedig zy, zich als Leeraar by een Kerkgenootschap plegtig te hebben verbonden; zich 'er ook, als zodanig, by voortgang te laten bezoldigen; en zich echter aan de Geloofsbelydenis van dat Genootschap niet te houden, maar die openlyk te wederspreken? 2. Of de Groninger Synode zy afgeschaft, dan of Dezelve nog wettig bestaa? 3. Of Predikanten en Classen, zonder voorkennis van hunne Kerkenraaden en Gemeenten, zich van de Synode mogen onttrekken? 4. Of ook de Leden der Gemeenten daar aan zy gelegen? - Te Groningen, by J. Oomkens, 1800. In gr. 8vo. 16 bl.
Nodige Verantwoording der Classis van 't Westerkwartier voor de Gereformeerde Kerk en voor het algemeen, tegen de liesdeloze aanvallen, door den Schryver van het viertal Kerkelyke Bedenkingen op dezelve gedaan; op haren last uitgegeven. Te Groningen, by J. Oomkens. In gr. 8vo. 34 bl.
| |
| |
De zogenaamde Verantwoording der Classis van het Westerkwartier aanvangelyk beoordeeld en derzelver schendelyke verdichtzelen gelogenstraft door den Schryver der Kerkelyke Bedenkingen. Te Groningen, by J. Oomkens. In gr. 8vo. 24 bl.
Een ontstaan geschil, over het al of niet houden van Synoden, by de Hervormden in het voormaalig Gewest Stad en Lande, nadat op den 8 Maart 1796, ten gevolge der voorgevallene Staatsomwenteling, by de Repraesentanten van dat Gewest, tot intrekking van het politiek gezag by de Kerkelyke Synoden, en daaraan verbonden defroyementen, was besloten, en de daadelyke weigering der Classen van Middelstum en het Westerkwartier, om, zonder voorkennis en lastgeeving der byzondere Gemeenten, voortaan Synoden te houden, gaf den Schryver van het viertal Korkelyke Bedenkingen, een warm voorstander der Gereformeerde Godsdienstleere, aanleiding, om over de onrechtzinnigheid van zoogenaamde Gereformeerde Leeraars, in de Ommelanden, en wel byzonder in 't Westerkwartier, de bitterste klaagtoonen op te heffen, en de Kerk van Nederland openlyk te waarschouwen tegen zulke gevaarlyke tegenstanders der aangenomene leere, die zy door schriftelyke onderteekening voor de hunne aangenomen hebben, en geveinsdelyk willen schynen te omhelzen, schoon zy daarmede geenzins vereenigd zyn in den geest des gemoeds. De vier Bedenkingen, op den titel gemeld, worden door hem zelven grootendeels beäntwoord, en verder aan zyne geloofsgenooten, inzonderheid in de Groninger Ommelanden, ter ernstiger overweeging aanbevolen, om, zoo 't schynt, de Gemeenten zelven, en derzelver byzondere leden, uit hoofde van 't gebeurde omtrent de Synode, en 't geen 'er den grond toe schynt gelegd te hebben, wakker te maaken, en, ter bewaaring van de zuiverheid der leere, in werking te brengen. Het is deswegens ligt te vermoeden, hoe de beäntwoording der geöpperde bedenkingen, in dit stukjen, is ingericht. De eerste Bedenking was ligt, met neen, te beäntwoorden, door het formulier van onderteekening ter neder te schryven, waarmede zich de Leeraars der Gereformeerde Kerk aan hun Genootschap moeten verbinden. Op de tweede wordt aan- | |
| |
gemerkt, dat de uitdrukking der
Repraesentanten van Stad en Lande, by gelegenheid der intrekking van politiek gezag by de Synoden, behoudens alle vryheid tot het behouden van Kerkelyke Synoden, genoeg aantoont, dat de Synode niet is afgeschaft. De derde wordt, op grond van 't vry algemeen begrip, ook met neen beäntwoord; en dat te meer, omdat de Predikanten de Classen en Synoden niet bywoonen, als byzondere persoonen voor zich zelven, maar in naam en als Gecommitteerden der Gemeenten. Op de laatste is, gelyk men nu moest verwachten, 't antwoord volmondig ja.
De Classis van 't Westerkwartier, door de aantygingen, in het voorgemeld geschrift, grootelyks, zoo zy meent, beleedigd, komt, ingevolge een besluit van haare Vergadering, met eenpaarige stemmen, een enkeld lid uitgezonderd, (D.L. Fokkens) genomen, daar tegen op, met eene leezenswaardige Verantwoording, die over de zaak in geschil veel lichts verspreidt, en, wat 'er ook zyn moge van het verspreid gerucht der vermeende onrechtzinnigheid van eenige zoogenaamde Hervormde Leeraars in de Ommelanden, en wel byzonder onder de Classis van 't Westerkwartier, het gebeurde, omtrent het niet bywoonen der Synode door die Classis, en die van Middelstum, in een geheel ander licht vertoont, dan waarin het de Schryver der Bedenkingen had doen voorkomen. De Classis van 't Westerkwartier was reeds, in April 1795, van oordeel, dat uit den gelukkigen ommekeer van zaaken, in het burgerlyk Bestuur, ook de afscheiding van Kerk en Staat zeker zou voortvloeien, en deswegens in de Synodaale Vergadering der voormaals heerschende Kerk, en haare Acten, eene groote verandering moest komen; en deed ook, destyds reeds, eenige voorslagen aan het toen nog standgrypend Synode, die ook vervolgends grootendeels door de Synode zyn aangenomen. Toen naderhand, ten gevolge der meergemelde Resolutie van de Repraesentanten des Volks van Stad en Lande, door de Classen werd geraadpleegd, of men nu evenwel zou voortgaan met het houden van Synode, en, met de vermeende meerderheid van vier Classen tegen drie, daartoe werd besloten, weigerden de Classen van Middelstum en 't Westerkwartier zich aan dat besluit, als niet wettig ge- | |
| |
nomen, te onderwerpen, en onttrokken dezelve zich deswegen aan het bywoonen der volgende Synodaale Vergaderingen. De voornaame reden, waarom zy tegen het houden van Synoden, op den voorgestelden voet, gestemd hadden, is, volgends deze Verantwoording, daarin gelegen geweest, omdat zy meenden, dat de vorige Synode alleen bestond door Politiek
gezag, welk thans vernietigd zynde, geene Synodaale Vergaderingen mogen aangevangen worden, zonder goedvinden en last der Gemeenten, en uitdrukkelyke qualificatie der Leeraaren door dezelve tot zoodanig kerkelyk bestuur. Of nu deze Classis hierin gelyk hebbe, en of deze Verantwoording ook, tot afweering van kwaade vermoedens, ten aanzien der leerwyze van hun, die zich deze zaak allermeest schynen aan te trekken, voldoende zal bevonden worden, staat aan ons geenzins te beslissen. De Schryver van het viertal Kerkelyke Bedenkingen is 'er althans geenzins mede te vrede. Hy maakt een aanvang met de beoordeeling van de Verantwoording der Classis van het Westerkwartier, en tracht derzelver voorgeevens, die hy schendelyke verdichtselen noemt, met jok en ernst te logenstraffen. Over de zaak in geschil, betreklyk het al of niet houden van Synoden, laat hy zich niet zoo zeer uit, maar houdt de beschuldiging van onrechtzinnigheid, op grond van 't algemeen gerucht, staande, meldt ook eenige staaltjens van bedenkelyke uitdrukkingen, en, naar zyn inzien, verregaande afwykingen, en sommeert de Classis van 't Westerkwartier tot het neemen van maatregelen, die, wanneer haare leden werkelyk zyn vry te pleiten, zouden kunnen dienen om dezelve geheel te zuiveren. 'Er worden geene naamen genoemd; maar de gezegden op bl. 8, ‘Had ik op persoonen willen doen denken, (gelyk ik, doch in een ander opzicht, even op een drietal deed,) ik had daarvan dergelyken wenk gegeven; of zo als iemand voor eenige jaaren van pruimen sprak, die niet wel smaakten, van dekens, daar men zei, dat wat onder schuilde, en van een hof van een man, daar een schadelyk onkruid wies. Al schreef ik dan al eens zo koud als de winter, 't was een loutere speeling op den naam, terwyl een ieder wel zal willen gelooven, dat ik 'er geen koude persoonlyk in veronderstelde,’ zullen voor hun, die in dien omtrek bekend zyn,
denkelyk verstaanbaar genoeg weezen. De gehee- | |
| |
le schryfwyze is, in dit stukjen, op zulken hoogen toon gestemd, dat wy ons naauwlyks durven vleien, dat de Broeders van het Westerkwartier, zoo 'er iets aan de verschuldigde gehechtheid van sommigen aan de leerbegrippen van 't Kerkgenootschap, door 't welk zy dusverre bezoldigd zyn, mogt haperen, door zoodanige openbaare ten toonstelling zich zullen laaten te regt brengen. 't Verschil zelf over de Synode zou, naar 't ons toeschynt, nog al eer in der minne zyn by te leggen. |
|