ten tweedemaale sloeg. Deeze onverwagte verschyning werkte zo zeer op myn gezelschap, dat de een ginds, de andere derwaards vluchtte. Niemand kon het begrypen; men zag, dat 'er geene voorbereiding geschied was, en alles, het geen gebeurde, ging de denkbeelden van allen te boven. Ook zou het vraagstuk menig een Natuurkundigen de handen vol geven: hoe kan men eene konstige geestverschyning zo te werk stellen, dat dezelve op elke plaats, onder het wandelen, zonder merkbaaren toestel geschieden kan? en wel zo, dat, wanneer ik met een wandelstok op de aarde sla, 'er eene vuurvlam opryst, en het spook te gelyk om hoog stygt? Zie daar de vraag, laat ik 'er het antwoord byvoegen.
Ik liet my eene kleine toverlantaarn maaken, en wel zo, dat ik dezelve gevoeglyk in den rokzak steeken kon. Ik hield een kleed voor dit experiment, en liet den zak, waar in ik de toverlantaarn stak, met blik voeren, zo ook den overslag van den zak. Voor aan het kleed liet ik in het ondervoer een gat snyden, voor het objectivglas der machine; ik liet echter de voering zo inrichten, dat ik, naar welgevallen, het gat open en toe maaken kon. Vervolgens liet ik eene spookgedaante op het glas tekenen, en beschilderde de peripherie van het glas met dikke olieverf.
Dit glaasje liet ik in een fyn raamtje van blik zetten, en in de machine soudeeren, zo dat het onbeweeglyk was. Toen onderzocht ik het focus der machine, om te weeten, in welken afstand van den muur de teekening zich levensgrootte voordeed. Zo ras ik nu het noodig focus wist, liet ik 'er ook de pyp in soudeeren, op dat zich het focus in myn zak niet verschuiven kon. Dit alles in de machine gereed zynde, liet ik ook de lamp vastmaaken, waar in ik wasch goot. Boven het pit, 't welk van gesponnen wol en eveneens in een weinig wasch gedoopt was, maakte ik een klein blikken pypje vast, 't welk ik ter zyde met een weinig gestooten zwavel vulde en phosphorizeerde, gelyk men de glazen, tot het vuurmaaken, toebereidt. Dit pypje kon ik met myne hand gevoeglyk in den zak heen en weder bewegen, door welke beweging van de gephosphorizeerde zwavel het pit wierd aangestooken. Van achteren liet ik in de lantaarn een klein blaasbalgje soudeeren, waar van het pypje tot op het pit