I. Brief der Engelsche Directeuren, aan hunne Broederen in Duitschland. II. Brief van J.T. van der Kemp, aan N.N. in den Haag. III. Bericht uit Oostenryk. IV. Bericht uit Delft. Te Amsteldam, by J. Weppelman. In gr. 8vo. 16 bl.
Deze Brieven en Berichten betreffen voornaamelyk de bemoeijingen van het Zendeling-Genootschap in Groot-Brittannien. In den eersten Brief worden de Christelyke Gemeenten in Duitschland opgewekt, om 'er deel in te neemen. In den tweeden geeft onze Hollandsche Zendeling J.T. van der Kemp aan een Haagschen Vriend eenig verslag van de ondernoomen reis 19 Dec. 1798, geschreeven van den zuidwest-hoek van Maijo, een der Kaapverdische Eilanden in Afrika, 22 Jan. 1799: waarin men 's Mans werkzaamen yver en warme geestdrift, die voor het Zendelingwerk nog al iets belooft, allerwege ziet doorstraalen. Het Bericht uit Oostenryk maakt gewag van een aantal nieuwe Protestantsche Gemeenten in dat Land, en wel byzonder in eene plaats genoemd Efferding, alwaar gewoonlyk eene vergadering van 2 a 3000 menschen gezegd wordt ter kerke te komen, die veel Godsdienstliefde toonen, en waarvan 2 a 300, onder de gemoedelyke bestiering des Leeraars, een byzonder Gezelschap uitmaaken. Het Bericht uit Delft gaat over de goede voortgangen en gewenschte uitwerkingen van 't aldaar aangevangen onderwys van behoeftigen.