Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1796

Iets over de Rouwsplegtigheden, door H.M.B.... te Groningen, ter verbetering voor, en opgedragen, aan haare geëerde Stadt en Landgenoten. Te Groningen, by J. Oomkens, 1796. In gr. 8vo. 24 bl.

Al voor lang klaagde men over den omslag en de kostbaarheid der Begraafenissen, en van 't geen daar mede is verbonden. Ginds en elders heeft men daar tegen voorzien. Doch gewoonte en vooroordeel hebben op voldoende redenen nog te veel de overhand. Niet ontydig, derhalven, maar veel meer lofwaardig, is de pooging, welke men, nu en dan, ziet aanwenden tot herstel van een ingeslopen misbruik, 't welk veelen tot een drukkenden last verstrekt. Tot zulk een oogmerk verschynt dit Iets over de Rouwsplegtigheden in de waereld. De Schryver tragt, ten dien einde, vooreerst, het nadeelige en ongevoegelyke der tegenwoordige gebruiklykheden, by versterf plaats hebbende, te bewyzen; voorts, een eenvoudig en minder kostbaar Plan aan de hand te geeven; met aanwyzing, eindelyk, van de middelen, welke ter invoeringe van dit Plan kunnen dienen. De gebruiklykheden, hier opgeteld en bestreeden, zyn de zulke, welke plaats hebben by het kisten der Lyken, het aankondigen van het afsterven, het lang staan der Lyken boven de aarde, het staatelyk be-

[p. 564]

graaven en rouwen. Niet alle misbruiken, hier opgenoemd, lyden eene algemeene toepassing. Niet overal, gelyk men weet, worden dezelfde gewoonten gevolgd. Dus b.v. heerscht niet algemeen de gewoonte van het inzamelen van Aalmoezen, by de Begraafenissen, waartoe, volgens dit Ontwerp, de gelegenheid zou worden afgesneden, en het verlies van welke men tragt te vergoeden, door lieden van eenig vermogen te verpligten tot het doen van buitengewoone giften by het aangaan van een huwelyk, geboorte van een kind, by het houden van zilveren en gouden Bruiloften, het bekoomen van een Ampt. Zelf ('t geen een vreemde inval mag schynen) wilde onze Ontwerpmaaker de houders van Danspartyen tot eene buitengewoone milddaadigheid verpligten. Het Plan ter verbeteringe der misbruiken, in 't algemeen, behelst geene byzonderheden, dan die reeds ginds en elders zyn ingevoerd. Te zwak, eindelyk, dunken ons de middelen, om het Plan in werking te brengen, dan dat hetzelve, langs deezen weg, veel opgangs zal maaken. Van den meesten dienst daar toe zou, onzes oordeels, het tweede middel zyn, volgens 't welk de leevenden, by Uitersten Wille, de noodige schikkingen beraamden, volgens welke den overblyvenden alle noodlooze en kostbaare plegtigheden verboden wierden.