De eerlyke Eigenzinnige. Tooneelspel, in vyf Bedryven. Uit het Hoogduitsch vertaald, door Dirk Onderwater. Te Haarlem, by A. Loosjes, Pz. In 8vo. 274 bl.
Indien een Toneelspel groot moet zyn, zal het goed weezen, dan moet dit zeker een zeer uitmuntend meesterstuk zyn; dus dagten wy, toen wy dit stuk in handen kreegen, en zetten ons (schoon wy zeer wel zagen, dat hier veel papiers met weinig letters, na rato, gegeeven werd) niet zonder vooroordeel ter leezing, met vrees, dat wy het ras, uit verveeling, zouden nederleggen. - Maar wy waren daar mede niet ver gevorderd, of wy vonden ons, met genoegen, in onze verwagting verydeld. Het Hoofd-Character en die der andere voornaamste Personaadjen zyn uitmuntend wel geschetst. - Herman, de eerlyke Eigenzinnige, was in zyne jeugd verliefd op, en verbonden met, emilie, een gering doch eerlyk Dienstmeisje, met hetwelk hy echter, uit het eerlyk grondbeginzel dat hy haar niet zoude kunnen onderhouden, niet besluiten konde zich door 't Huwelyk te vereenigen, waarom hy besloot, zich elders heen te begeeven, ten einde zyn geluk te zoeken, om, het gevonden hebbende, met haar te deelen. Zy volgt hem; maar, door de rampen des Oorlogs van hem gescheiden, verneemt hy in verscheide jaaren niets van haar. Intusschen zwierf hy door de wereld, en komt eindelyk, naakt en berooid, by de Gravin van wildruf, die hem opneemt, en aanstelt tot Praeceptor van haare Dogter; de Gravin, door zyn verstand en edeien inborst getroffen, verlieft op herman, en komt zelfs zo verre, dat zy zelve hem een Huwelyk met haar voorstelt; doch dit weigert hy, uit eerlyke Eigenzinnigheid. De Gravin had eenen Broeder, een oud Generaal, een man van een zeer grillig character, met wien zy daar te boven zich nooit had kunnen verdraagen: om tot haar voorneemen, om herman te huwen, te kunnen komen, moest zy dien Broeder spreeken, om eenige voor haar nadeelige gevolgen van zekere testamentaire dispositie voor te komen, en begeerde dat herman haar by het bezoek by haaren Broeder zoude vergezellen. De grilzieke
Krygsman ontvangt en behandelt haar zeer brusk, en niet minder onvriendlyk herman, zo dat deeze, dien 't hart zeer hoog lag, uit Eigenzinnigheid besloot, om den Broeder der Gravinne te kwellen, te doen, 't geen hy uit Eigenzinnigheid te vooren aan de Gravinne had afgeslaagen, haar te huwen; en verzoekt haar zelf daar toe. - Maar wat gebeurt 'er? Emilie geraakt by de Gravinne, als Kamenier, in dienst, en ras herkennen de beide oude Gelieven elkander; dit brengt eene vernieuwde Verbindtenis tuschen hen te weeg, maar veroorzaakt by den eerlyken herman niet weinig twyfelings en tweestryds, en by de Gravinne, die mede hiervan bericht word, veel bekommering en moeite. Eindelyk besluit herman, om,