Bespiegelingen. Door J. van Os.Te Rotterdam, by J. Meyer, 1793. In gr. 8vo. 114 bladz.
Met genoegen hebben wy deeze Bespiegelingen geleezen, en durven ze dezulken, die smaak vinden in deeze wyze der behandelinge van Zedekundige Onderwerpen, met volle ruimte, aanpryzen. In een' vroegen morgen van den schoonsten dag begeeft zich de Heer van os, met zyne verbeelding, in het bekoorlyk veld. Hier vertoeft hy den gantschen dag, stilstaande met zyne bespiegelingen op de onderscheidene voorwerpen, welke hem ieder hoofddeel van dien dag aanbiedt. De styl is vloeiende, en ryst, by wylen, tot eene vry aanmerkelyke hoogte. Al ware het niet uit de telkens tusschengevlogtene dichtregels, 's Mans schryfwyze in het verheven profa zou alleen een poëtischen geest aankondigen. Hoe kragtig de Heer van os zich, zo in onrym als in gebonden maat, weet uit te drukken, diene het volgende ter proeve, ter gelegenheid der bespiegelinge van een Onweder:
‘Ontzachlyk uur - verschriklyk weêr!
Rolt ook, rolt ook de hemel neêr?
Of van de zwart bewolkte daken
Een wereld? welk een woedend kraaken
Des donders? kletterend geweld!
Dat hemel, aarde en zee ontstelt:
Uw davren, dreunen - yslyk klaatren,
Verdooft 't gebruisch der stoutste waatren!
o Dwaas, eert gy Gods almagt niet,
By 't hooren van het brommend lied
Des donders van uw grooten Maaker!
o Trotschäart, snoode Godverzaaker!
Verwacht dan eens van 's Hoogsten troon
De donderstem van zynen Zoon,
Die uwen schedel zal verpletten,
U in onbluschbre vlammen zetten!
De wind verheft zich, de regen stroomt langs de daken en vloeit langs den grond, hagelsteenen mengen 'er zich onder, zy tikken op onze vensterglazen, als wilden ze ons toeroepen: gedenkt, gedenkt aan Hem! die onze duizenden uitzendt, uitzendt, om in één oogenblik uwe verwachtinge te vernielen; uitzendt, tot straffe van hun, wier harten harder zyn als [dan] wy, gepante verwoesters. - Hemel! is 'er geen einde aan het woeden der elementen, de slorm breekt los, wat yslyk gehuil! hoe buigt, hoe schudt het geboomte; daar wordt een eik, hoe diep geworteld, uit den grond ge-