Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1793
(1793)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijJ.p. frank, M.D. Geheimraad en Lyfärts des Bisschops van Spiers, Hoogl. in de Geneeskunde te Pavia, enz. enz. Geneeskundige Staatsregeling, of Verhandeling van die Middelen, welke, tot aanwas der Bevolking, en bevordering der algemeene Gezondheid, by ons en andere Volken, zyn in het werk gesteld, of nog aangewend zouden kunnen worden. Naar den derden Druk, uit het Hoogduitsch vertaald, en met Aanmerkingen vermeerderd, door H.A. Bake,M.D. IIIde Deels 2de Stuk, en IVde Deels 1ste Stuk. Te Leyden by de Erven F. de Does. In gr. 8vo. te zamen 749 bladz.Wy hebben reeds te meermaalenGa naar voetnoot(*) gelegenheid gehad van dit voor alle Burgerlyke Maatschappyen hoogst nuttig Werk te kunnen spreeken, en twyfelen niet, of onze Leezers zullen, by het doorleezen der reeds uitgegeevene Stukken, overtuigd zyn, dat wy hetzelve niet ten onregte als eenig in zyne soort, en teffens ten hoogsten belangryk, aangepreezen hebben. Zo gewigtig als de onderwerpen der voorige Stukken geweest zyn, niet minder zyn zy het ook van deeze; wy zullen dezelve slegts optellen, en dit zal, vertrouwen wy, genoegzaam weezen om onze Leezers tot het inzien van het Werk zelve over te haalen. Het IIIde D. 2de Stuk begint met het vierde Hoofddeel van de tweede Afdeeling, en handelt over de Voorzorgen wegens de Geestryke Dranken; van de Warme Dranken, en van het Nadeelig Vaatwerk en Keukengereedschap. De derde Afdeeling handelt over de Maatigheid in het algemeen: het 1ste Hoofdd. van de Onmaatigheid in Eeten en Drinken: het 2de, van de Gezondste Kleederdragt: het 3de, van de Openbaare Vermaaken. De vierde Afdeeling, van de noodige Voorzorgen voor de Wooningen der Menschen in het algemeen: het 1ste Hoofddeel, van den besten Aanleg der Woonplaatzen: het 2de, van de gezondste wyze van | |
[pagina 533]
| |
Bouwen onzer Wooningen: het 3de, van de Maatregelen ter bevordering der openbaare Zindelykheid in de Steden en Woonplaatzen. Het IVde Deels 1ste Stuk handelt, tot eene Inleiding, van de openbaare Veiligheid in het algemeen; de eerste Afdeeling, van de toevallige en onbezonne Verstooringen der openbaare Veiligheid: het 1ste Hoofdd. van de ongelükken, die door Versmooren, Instorten, Vallen, Kneuzen, Overryden en diergelyke toevallen veroorzaakt worden: het 2de, van de ongelukken door Water en Vuur: het 3de, van de ongelukken door gevaarlyke Spelen, door Nagtwandelaars, Krankzinnigen, enz. het 4de, van de ongelukken door vreeslyke Natuurverschyningen: het 5de, van de ongelukken door losgebrooke of losgelaate schadelyke Dieren; en eindelyk het zesde, van de ongelukken door dolle, raazende Dieren, vooral door den Beet van dolle Honden. Wy kunnen niet nalaaten hier nog by te voegen, dat de welgepaste Aanmerkingen, die hoofdzaaklyk onze Vaderlandsche gebreken, en de daartoe noodige verbeteringen, behelzen, en die doorgaans aan het einde van ieder Hoofddeel door den geleerden Vertaaler geplaatst zyn, dit Werk, zo wel voor onze Overheden, als voor ieder Ingezeten, nog zo veel te belangryker maaken. |
|