Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790
(1790)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijByvoegzels tot de echte gedenkschriften van het leeven en de menschlievende verrigtingen van wylen John. Howard Esq. L.L.D.F.R.S.‘In twee voorgaande Stukjes hebben wy onzen Leezeren de Echte Gedenkschristen van het Leeven en de Menschlievende Verrichtingen des onvolpreezen Menschenvriends howard medegedeeldGa naar voetnoot(*). Twee | |
[pagina 482]
| |
Lykredenen zyn 'er over hem gedaan door Leeraaren onder de Dissenters, de Eerw. samuel stennet, en samuel palmer, die met reden roem draagen op een Broeder, in wiens Character, Godvrugt, en Liefde tot den Naasten, zich tot den hoogstmogelyken trap vercenigden. 't Lust ons uit de Redenvoering van den laatsten eenige trekken te ontleenen, die ons hem nader zullen leeren kennen, en 'er de Uittrekzels van twee brieven van dien Eerw. Heer by te voegen, die aan den eenen kant dienende om 't voorheen gegeeven Leevensberigt te bekragtigen, en een en andere misstelling, daar in voorkomende, te verhelpen. De Lykredenen van beide Heeren hadden denzelfden welgepasten Text, handel. X. 38. Hy ging het Land door, goeddoende.’
* * *
Die den Heer howard best kenden, zyn zo wel verzekerd van de sterkte zyner Christelyke Beginzelen, en Euangelische Uitzigten, dat zy niet in 't minst twyfelen, of hy betoonde, geduurende zyn laatste Ziekte, en in 't vooruitzigt des doods, (hoe bedroevende ook deeze omstandigheid was, als afgescheiden van alle zyne Vrienden,) de grootste maate van standvastigheid, geduld, en onderwerping aan den Godlyken Wil; een leevendig Geloof in de beloften van het Euangelie; een gerust betrouwen op de Genade van god, in den Verlosser; verzaakende, gelyk hy dikwyls uitdruklyk gedaan hadt, allen eisch op verdiensten door alle de goede werken van hem verrigt; nederig zegepraalende in het vooruitzigt op het Eeuwige Leeven, als eene vrye genadegave gods door Jesus christus. Korten tyd voor dat hy Engeland verliet, gaf een Vriend hem zyne bekommering te kennen, by 't asscheid, dat zy elkander niet weder zouden zien, waarop hy sprak: ‘Wy zullen welhaast elkander in den Hemel ontmoeten!’ en op de bedenking dat hy aan de Pest in Egypte zou sterven, voegde hy 'er nevens: ‘De weg ten Hemel is te Groot Cairo zo naby als te Londen.’ Hy die dus leefde in de Hoope der Onsterflykheid, mogen wy wel veronderstellen, dat by zynen uitgang eene onnitspreeklyke vreugde genoot. Zo leefde, zo stierf, deeze uitsteekende Menschenvriend, dit heerlyk Cieraad der Menschlyke Natuure en vsan den Christelyken Godsdienst. Gelyk zyn Leeven by uitstek | |
[pagina 483]
| |
nuttig was, zo was zyn Dood even roemryk. Hy sneefde als Martelaar in de zaak der Menschlykheid. Terwyl duizenden hem zegenden terwyl hy leefde, zullen millioenen hem beschreien nu hy gestorven is. Een grooter verlies heeft dit Land, mag ik niet zeggen de Wereld, zelden geleden. Het moge zommigen eene vreemde schikking der Voorzienigheid schynen, dat zulk een Vriend zyner Medemenschen afgesneeden wierd op een tyd, op welken hy zulke edele oogmerken bedoelde, en hy, aangemerkt de sterkte zyner gesteltenisse op den ouderdom van vyf en zestig jaaren, nog eenige jaaren een zegen voor zyn Vaderland hadt kunnen blyven, byzonder door het voortzetten van de Plans in zyne Schriften opengelegd. Maar zyn taak was afgedaan; de oogmerken der Voorzienigheid met hem waren vervuld, en ongetwyfeld waren de omstandigheden van zyn dood wyslyk beschikt door hem, die alles wel doet, en gemaklyk andere werktuigen kan verwekken, om te voltooijen wat howard begon. Zyn afsnyden uit den lande der Leevenden, in een vreemd Land, hoe smertelyk het zynen Vrienden hier moge vallen, is eene omstandigheid, misschien wyslyk beschikt, en gelukkig bestemd ter bereiking van eenige gewigtige oogmerken in dat opkomend Koningryk, 't welk zich vereerd vindt met ter begraafplaats te strekken aan zulk een Vaderlandlievend Engelschman, en waar een geest van nayver kan ontstooken worden om zyn deugden te volgen, en zyne Plans aan te neemen, om den aangroeienden roem, en 't geluk van dat groote Ryk, te bevorderen. Terwyl wy, derhalven, god verheerlyken voor het geen hy door deezen zynen werkzaamen Dienstknegt gedaan heeft, moeten wy ons aan zynen Wil onderwerpen, zyne Wysheid en Opperbeschikking in zyn wegneemen aanbidden. Dat wy ook het beste gebruik maaken van deeze aandoenlyke beschikking, inzenderheid door die Goeddaadigheid aan te kweeken, waardoor de overledene zich bezield voelde, en door elk in onzen kring te verrigten wat wy kunnen, tot boeting van dit verlies. Langs deezen weg zullen wy, op de beste wyze, onzen eerbied voor zyn Character betoonen, en eere aan zyne Naagedagtenis aandoen. Dat anderen, naa zyn dood, zich zouden opgewekt voelen, om eenige zyner Plans, ten algemeenen nutte voort | |
[pagina 484]
| |
te zetten, geloofde hy vast. Dit maakte hem min bezorgd voor zyn eigen leeven, 't welk zyne Vrienden van zo veel aanbelangs rekenden. In het laatste gesprek, 't welk ik met hem had, drukte ik myne vrees voor zyne behoudene wederkomst uit, en gaf hem mynen wensch te verstaan, dat hy zich zou laaten beweegen om in Engeland te blyven, tot het volvoeren van de edelmoedige Plans, ten welzyn van zyn Vaderland ontworpen; hy antwoordde: ‘Wanneer ik dood ben, zal een ander de zaak opvatten en doorzetten.’ God geeve dat zyne verwagting vervuld worde! Doch waar is de Man te vinden met denzelfden Geest in gelyke maate als hy bezield? Een tweeden howard kan dit land niet verwagten te zullen aanschouwen. Dan 'er wordt ook geen, hem alleszins gelyk, vereischt. Hy heeft een grondslag gelegd, op welken het, in vergelyking gesprooken, gemaklyk valt te bouwen. Hy heeft, met ongelooslyken arbeid en kosten, den grond ontgonnen, het aardryk bereid, het zaad gestrooid; de planten op te kweeken, en de vrugten in te oogsten, vordert slegts een klein gedeelte van dat vlytbetoon, van die gezindheid ten algemeenen beste. Zyn 'er geenen onder u, gy ryk met middelen gezegenden, en met ruimte van tyd beschonkenen, by welken dat gedeelte van vlytbetoon, en van die gezindheid ten algemeenen beste, gevonden wordt? Gy, die, met de sterkste bewoordingen, welke de taal kan opleveren, de Menschliefde van den overledenen pryst; en u onverduldig betoond hebt om een Gedenkteken te zyner Eere op te regten, van welk ongeduld gy u bezwaarlyk liet wederhouden, om zyne Zedigheid, terwyl hy nog in den lande der Leevenden was, niet te kwetzenGa naar voetnoot(*), is 'er niemand onder u die wenscht zyne deug- | |
[pagina 485]
| |
den te erven het grootsch gebouw door hem begonnen te voltrekken? Wie, die bekwaamheid bezit, moet na die eer niet dingen? En indien die Eer te groot mogt weezen voor één alleen om 'er na te staan, dat dezelve dan verdeeld worde. Hier is genoeg om veeler hoofden met eene Eerekroon te vercieren. Ach dat allen, in de hoogere leevensstanden, yverden, om 'er deel in te erlangen? Indien slegts weinige Lieden van middelen en gezag eene Geestneiging bezaten, geëvenredigd aan hun vermogen, hoe gezegend een Land zou Groot-Brittanje binnen kort worden! De Armen zouden gelukkiger, en min tot last weezen. De vlytigen zouden in ruimer omstandigheden leeven; de lediggangers en boosdoenders zouden van hunnen kwaaden weg worden afgetrokken. Men zou de Misdaaden voorkomen, in stede van dezelve te straffen. Onze Gevangenhuizen zouden eerlang geene menschlievende bezoekers behoeven; maar dikwyls, (gelyk eenige buiten 's Lands,) meest ledig zyn; ten minsten de daar in opgeslootenen zouden 'er nuttig weezen voor de Maatschappy, en, geslaakt, niet gevaarlyk. Veelen zouden 'er verbeterd uitkomen, en nuttige Leden der Maatschappye worden. Zo zouden de Engelschen, die grootsch | |
[pagina 486]
| |
op hunne vryheid stoffen, vryheid genieten; ze zouden gerust op hunne bedden slaapen, by nagt en dag reizen, zonder vreeze van door hunne Landgenooten geplonderd of vermoord te zullen worden. Dat het met de zaak anders gesteld is, heeft men voor geen gering gedeelte toe te schryven aan mangel van Genegenheid ten algemeenen beste, by Lieden van rang en vermogen. Gave god, dat het verlies van één Patriot aanleiding gave, om veele Patriotten te doen gebooren worden! De roemryke bedryven van den voortreflyken howard draalden niet om naa zyn dood bezongen en vermeld te worden. DichtersGa naar voetnoot(*) en Redenaars rekenden het zich eene eer, by 's Mans leeven, zulk eene overtreffende Deugd te pryzen. De Lofrede van Mr. burre, in 't byzonder, is al te schoon, om ze hier niet aan te voeren: dezelve was ingerigt aan de Verkiezers van Bristol, in den Jaare MDCCLXXXI. tot verdeediging, onder andere deelen van zyn gedrag van het Parlement, van het aandeel 't welk hy genomen hadt in Lord beauchamp's Debtors Bill, 't geen hem eigenaartig aanleiding gaf, om van den Heer howard te spreeken. ‘Ik kan,’ luidt zyne taal, ‘den naam van dien Heer niet noemen, zonder aan te merken, dat zyn arbeid en schriften veel gedaan hebben, om de oogen en de harten der Menschen te openen. Hy heeft geheel Europa bezogt - niet om de ryklykheid der Paleizen, de staatlykheid der Tempelen, op te neemen; niet om naauwkeurige afmeetingen te doen van de overblyszels der oude Grootheid; of opgave van de maatstok der tegenwoordige Kunsten; niet om Gedenkpenningen op te zamelen, of Handschriften te vergelyken - maar om zich te begeeven in de diepte der Kerkers; om de met kwaade lugt besmette Hospitaalen te bezoeken; om de woonplaatzen van kommer en smerte te zien, de verblyfplaatzen van elende, verdrukking en veragting, af te meeten; om de vergeetenen te gedenken, de ver- | |
[pagina 487]
| |
waarloosden op te passen, de verzaakten te bezoeken, en de jammeren der Menschen, in alle Landen, met elkander te vergelyken. Zyn Plan is nieuw, zo verstandig als vol van menschliefde. 't Was een reis ter Ontdekking, en een scheepvaart van Liefde. Reeds wordt het heil van zynen arbeid meer of min gevoeld, in elk Land. Ik hoop, hy zal zyne eindelyke belooning vervroegen, door alle de uitwerkzels daar van in zyn eigen Land geheel vervuld te zien!’ Wat kan toegevoegd worden aan zulk eene Lofspraak! De naam van howard zal nooit sterven. De stem der Eeuwen zal voortvaaren met den lof van zodanig een Man te vermelden: want, gelyk de Zoon van sirach heeft opgemerkt, ‘De gedagtenis der Deugd is onsterflyk: dewyl ze goedgekeurd wordt door god en Menschen. Tegenwoordig zynde, neemen zy 'er een voorbeeld aan: weggegaan zynde, verlangen zy 'er na. Zy draagt een kroon, en zegepraalt voor altoos: de overwinning bevogten hebbende, streeft zy na onverwelkbaare Eere.’ In de Brieven, door den Eerw. palmer, aan de Uitgeevers van the Universal Magazine, geschreeven, vinden wy de volgende staavende en verbeterde aanmerkingen. - 't Berigt, door u opgesteld van mynen overledenen uitsteekenden Vriend Mr. howard, doet u eere aan, en moet uwe Leezers voldoen. 't Is verre het beste van alles wat ten zynen opzigte uitkwam, en voor zo verre als ik, uit eene lange en gemeenzaame verkeering met hem, kan oordeelen, zeer nauwkeurig. Alleen moet ik daar van uitzonderen, dat hy van Whatcombe vertrok vóór den dood van Mevrouw howardGa naar voetnoot(*), die ik my zeer wel herinner, dat te Cardington overleed, en begraaven werd op het Kerkhof, behoorende tot die Parochie. Mr. howard, eer hy op zyne laatste reis ging, het waarschynlyk agtende dat hy nooit zou wederkeeren, en ten uitersten afkeerig van het opregten eens praalenden Graftekens, hadt een eenvoudige Grafzerk doen gereed maaken, met geen ander Opschrift dan zyn Naam, en zyne hoop op de Zaligheid in jesus christus; welke hy beval, dat naa zyn dood op 't bovengemelde Kerkhof, naast het Graf van Mevrouw howard, zou geplaatst worden. | |
[pagina 488]
| |
Tot nadere opheldering kan dienen, dat de Heer howard, toen hy, op den Dag der Verkiezing tot Parlementslid te Bedford, zich daar toe aangafGa naar voetnoot(*), zulks zo wel tegen zyne eigene geneigdheid was, als tegen de verwagting van de meesten zyner Vrienden. Eenigen hunner vervoegden zich 's morgens by hem, en drongen 'er hem als 't ware toe: doch veelen der Kiezeren hadden vooraf hun stem aan een ander gegeeven. Nogthans wordt geloofd, dat hy, was het regt toegegaan by de Gelastigden, voor wettig gekoozen zou gehouden geweest zyn. - Hy was onlangs tot de Antiministeriaale Party overgegaan, van wegen de maatregelen omtrent America genomen. Ik herinner my, dat hy my verhaalde, hoe hy, op dit stuk gevraagd zynde, met zyne gewoone vrymoedigheid geantwoord hadt. 't Was, egter, voor 't gemeene welzyn gelukkig, dat hy geene zitting in het Parlement kreeg: want hy zou, uit een beginzel van gemoedlyke verpligting, het Huis met zulk eene stiptheid bygewoond hebben, dat het hem van zyne andere zaaken te rug hieldt. Hadt hy zich by de naastvolgende Verkiezing aangediend, 'er valt geen twyfel, of hy zou verkoozen geworden zyn. Uw berigt wegens Mr. howard's ontmoeting by den overleden Keizer, josephus den II, is niet verre van de waarheidGa naar voetnoot(†); doch ik denk gy zult toestaan, dat zyn eigen naauwkeuriger is, en ik vind my in staat, om het met zyne eigene woorden op te geeven, uit een zyner Brieven; dezelve is uit Amsterdam geschreeven en gedagtekend achttien January MDCCLXXXVI. ‘Tien dagen, naa dat ik te Weenen kwam, verliet my de koorts. De Keizer verlangde my te zien, en had ik de eer van een afzonderlyk Gehoor, anderhalf uur lang. In 't midden van ons gesprek, vatte hy my driemaalen by de hand, en bedankte my voor 't gegeevene bezoek; en betuigde naderhand aan onzen Gezant, dat zyn Landsgenoot wel sprak voor de Gevangenen; dat hy geen bloempjes gebruikte, gelyk anderen altoos doen, en niets meenen. Maar zyn grootste gunstbetoon mywaards was, dat hy onmiddelyk eene verandering maakte, tot verzagting van het lot der Gevangenen.’ | |
[pagina 489]
| |
't Geen gy gezegd hebt ter wegneeming van de harde beschuldiging des Heeren howard's, betreffende diens gedrag omtrent zyn ZoonGa naar voetnoot(*), verdient den dank zyner Vrienden. Ik ben dikwyls ooggetuigen geweest van zyne Vaderlyke genegenheid, en ik zou plaatzen uit zyne Brieven kunnen bybrengen, die de sterkste Vaderliefde uitdrukken. Een Heer schreef my onlangs ten berigte, dat de Dogter van den Eerw. Mr. madgwick, die den jongen Heer howard onder zyne bezorging hadt, hem de volkomenste verzekering gegeeven hadt, dat Mr. howard's gedrag, ten opzigte van zyn Zoon, terwyl deeze op de school haars Vaders was, alle blyken van een toegenegen Vader vertoonde. En in een Brief, zeer kort geleden, ontvangen, van de Eerw. Mr. townsend, die Mr. howard's Leeraar was, kryg ik berigt, dat hy, eenige jaaren geleden, een rondloopend gerugt gehoord hebbende, wegens diens strengheid omtrent zyn Zoon, toen nog een kind, de eerste gelegenheid waarnam, om dit den Heer howard te vermelden, waar op hy uit diens eigen mond zulk een verslag ontving, ‘als duidelyk bewees, dat het verhaalde, geheel van grond ontbloot en enkel toe te schryven was aan zoo grof eene misduiding van eene beuzeling, als kwaadaartigheid en zugt tot faamrooving ooit kon verzinnen.’ Naardemaal de Heer howard zich nooit liet schilderen, zullen uwe Leezers blyde zyn, dat Prins potemkin drie Afoeeldzels van hem, naa zynen dood, heeft laaten vervaardigen. Een schonk hy aan de Keizerin van Rusland, een ander aan den Knegt, die hem op de laatste reis vergezelde en 't zelve met zich gebragt heeft. Deeze heeft ook de Papieren van Mr. howard, behelzende het hoofdzaaklyke van diens laatste Tochten, herwaards medegenomen, welke hy begeerde, dat zyn Vriend, de Eerw. Dr. price, ter drukpersse zou gereed maaken. Dewyl 'er eenige twyfel gereezen is, wegens de Geboorteplaats van den Heer howard, zal het niet onvoegelyk wezen u te berigten, dat ik hem meermaalen hoorde spreeken van het Huis door u beschreven te Clapton in Hackney, als het huis waarin hy het eerste leevenslicht aanschouwde. |
|