Redevoering, over de achtbaarmakende Oudheid; zonderlinge nuttigheid; en waare noodzaaklykheid der Christen Karklyke Vergaderingen in 't gemeen, der Hoogere of Synodale in 't byzonder; Preekswyze ontboezemd, over Hand. XV. 6., ter opening van de Hoogeerw. Christelyke Synodus van Overyssel, te Deventer, den 16 Juny 1789. Door A. Duircant, Predikant te Ysselmuyden. Te Haarlem by de Wed. N. Beets, 1789. Behalven het Voorwerk 68 bladz.
Het hier in den Tytel opgenoemde onderwerp behandelt de Eerwaerde Duircant op ene zeer wel geregelde wyze, en 's Mans bygevoegde Nooten of Aenmerkingen toonen, dat hy zig geen moeite ontzien heeft, om het beknoptlyk voorgestelde, door 't mededelen ener uitgebreide lezinge veler Schriften, nader op te helderen. Voorts behelst zyne Toeëigening leerzame lessen, die, by 't houden ener Synodale Vergaderinge, in agt te nemen zyn; en ten laetste besluit zyn Eerwaerde deze Redenvoering met gepaste aenspraken tot zyne Toehoorders van onderscheiden standen.