Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782
(1782)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 572]
| |
Bedenkingen over den Oorlog, als zynde niet altyd een kenmerk van 's Volks groote Zonden, en Gods Straffende Voorzienigheid. Door J.F. Scheffer, Leeraar der Luthersche Gemeente te Rotterdam. Te Rotterdam by C.v.d. Dries. 1782. In quarto, 24 bladz.De Eerwaerde Scheffer kan zich niet vereenigen met het vry algemeen heerschende denkbeeld, dat de oorsaak van de Oorlogsrampen, waaronder wy, wegens den kwynenden koophandel en zeevaart, zugten, in de groote zonden van Nederlands Ingezetenen te zoeken en te vinden zy. Zulks noopt hem, om deze zyne Bedestonds Redenvoering te schikken, ter voordragte zyner bedenkingen, die hem verzekeren, dat een oorlog niet altyd een kenmerk is van eene straf, waermede Godt de groote zonden der Volkeren bezoekt. Hy stelt zyne bedenkingen deswegens ter beproeving voor, eerst in 't algemeen, en dan byzonder ten aenzien van den tegenwoordigen staet van ons beoorlogd Vaderland. Zyn Eerwaerde ontkend niet de grootheid van Neerlands Zonden, en de noodzaeklykheid der bekeeringe; maer hy merkt den Oorlog niet aen als een strafoefenend oordeel van God, over die Zonde, en vestigt zyne vermaning ter boetvaerdigheid, liever op het bezef van Gods goedertierendheid, dan op de vrees voor zyne tydlyke oordeelen; spoort verder zyne Toehoorders aan tot vertrouwen op God, met een stil gedrag omtrent zyne Overheden, en een deemoedig gebed. Men mag van beide deze Redenvoeringen der Eerwaerde Heren Claessen en Scheffer zeggen, dat ze, ieder in hare soort, en op haren grond, met betrekkinge tot 's Lands omstandigheden, wel uitgevoerd zyn; maer ze loopen, als uit de opgave is af te nemen, met betrekking tot de Godlyke voorzienigheid, ten aenzien van het al of niet strafoesenende, wyd uit elkander. De Eerwaerde Claessen, de gewoone denkwyze volgende, had geen byzondere reden, om 'er zich in 't breede over uit te laten; dan de Eerwaerde Scheffer, den gewoonen weg verlatende, was hier toe enigermate genoodzaekt; weshalven de gronden voor en tegen, uit die twee Redenvoeringen, niet opgemaekt kunnen worden. Ongetwyfeld zullen de bedenkingen van den Eerwaerden Scheffer velen eenigzints vreemd voorkomen; doch hy, die ze onpartydig beoordeelt, zal 'er lichtlyk nog al het een en 't ander in vinden, dat meer opmerking verdient, dan hy voorheen verwachtte. We zyn niet vreemd van te denken, dat deze behandeling anderen aenleiding zal geven, | |
[pagina 573]
| |
om dit onderwerp van weerskanten opzettelyker te onderzoeken, in welk onderzoek, als het onpartydig en bescheiden geschied, vermoedelyk het verschil in deze denkwyze wel nader beperkt zal worden. - Het doorbladeren der onlangs uitgegeven Verhandelingen van Teyler's Godgeleerd Genootschap, over de Byzondere Voorzienigheid en derzelver Kenmerken,Ga naar voetnoot(*) heeft ons enigermate getoond, hoe moeilyk het valle, hiervan byzondere kentekenen aen te wyzen; en 't zal, naer ons inzien, dan hier ook inzonderheid aenkomen, op het bepalen van kentekenen die bepaeldlyk aenwyzen, of een zekere Oorlog al of niet een Godlyk Oordeel ter straffe van een zondig Volk zy. |
|