Beschryving van het Eiland Curacao, en de daar onder behorende Eilanden Bon Aire, Oroba en Klein Curacao. Benevens een kort Bericht, wegens het gesprongen Schip Alphen. Door J.H. Hering. Te Amsterdam by J.v. Selm 1779. Behalven het Voorbericht, 89 bladz. in gr. octavo.
Schoon deeze beschryving wel inzonderheid in 't licht gegeeven zy, by gelegenheid van het jammerlyk ongeval, het Schip Alphen, den vierden Augustus 1778 overgekomen, waar van dit Stukje eene welingerigte voorstelling met eene nevensgaande Kunstplaat verleent, is dezelve egter niet aan den tyd der nieuwsgierigheid van die gebeurtenis bepaald; maar aan te merken als eene beschryving, die nog haare nuttigheid heeft. Dit bewoog ons om van dit Stukje, diestyds, naar 't schynt, over 't hoofd gezien, nu nog kortlyk te melden, dat het, na eene voorafgaande korte schets van Amerika, en deszelfs merkwaardigste Eilanden eene geregelde beschryving van dat Eiland behelst, met een nevensgaand kort berigt van Bon Aire en Oroba, twee kleinere bewoonde Eilanden, welker Inwoonders Curacao van vee en leeftogt voorzien, mitsgaders van klein Curacao, welk niet anders is dan eene onbewoonde vlakte, die even boven het water uitsteekt. Het Eiland Curacao zelve beschryft de Heer Hering met alle naauwkeurigheid, zo ten aenzien van 't Aardrykskundige, als van deszelfs gesteldheid, bewooning en beheersching, als mede betrekking tot den Zeevaart en den handel; geevende te gelyk een beknopt verslag van deszelfs eerste bezitneeming door de Spanjaarden, nadere verovering door de Nederlanders, en de lotgevallen dat Eiland zedert dien tyd overgekomen. Deeze beschryving gaat vergezeld van eene Kaart van dat Eiland, en eene daar bygevoegde aftekening van de Haven en 't Kasteel van Curacao. Nadien de vaart en handel op dat Eiland, vooral in de tegenwoordige onlusten, van geen gering aanbelang is, zo verdient dat Eiland des te meerder opmerking; en de Leezers, die daardoor te eerder genoopt worden, om het zelve wat nader te kennen, kunnen daaromtrent, zo veel ons bekend is, negens beter voldoening vinden, dan in dit geschrift van den Heer
Hering, dat hun asleszins de noodige onderrigting des aangaande verleent.