en hem ter spoedige volvoeringe hier van aanzet. - Dit is 't beloop van 't Verjaardicht, dat voorts quanswyze nog van eenige Aantekeningen vergezeld gaat. Het Stukje heeft over 't geheel het voorkomen van eene bedoelde grap, al ware 't slegts om de Waereld aan 't raaden te brengen. Ondertusschen leert het ons, (wat hier van ook zy,) dat eene oude Landsgewoonte by onzen Boerenstand nog niet geheel in onbruik zy, te weeten die van inzonderheid de Jeugd te onthaalen, als 't Vee tot St. Nicolaas in de Weide kan blyven. Onder de wenschen van Mattje, is naamlyk ook deeze:
Het gras moet in uw Woning groeien,
Tot Sint Niclaas, als weelig Kruid,
Dan eet men weder by de Koeien
Den melk, met zuiker en beschuit.
Hieromtrent nu wordt 'er in eene Aantekening gezegd. ‘Oudtyds was het eene gewoonte by de Boeren, (mooglyk door gantsch Holland,) van Rynland, om op den dag van Sint Nicolaas, indien het hun gelukte dien dag hunne Koeien in het land te melken, al hun volk, op zoetemelk met beschuit, by de koeien in de weiden te onthaalen. Deze gewoonte, om de zeldzaamheid van het geval, werd voorleden herfst, door Jan van der Zwaan te Rynzaterwoude, en by Cornelis Zwaaneveld te Leimuiden, wederom levendig gemaakt. De gezegende uitgang, die, in dezen omtrek, schier algemeen was, scheen zulk eene plechtigheid dubbel waardig. Te Rynzaterwoude werden de Buurkinders, en te Leimuiden alle de kinders van Leimuiden en Vriezekoop, zonder uitzonderinge, beneden de 14, en alle oude Luiden, boven de 70 Jaren, op de Kade der Wassernasche Polder, tegen vier uuren, na den middag, door den Omroeper genodigd. Zeven groote Melkmouwen met gewarmden melk gevuld, en met 175 dubbele beschuiten voorzien, werden allen in weinig tyds, doch niet zonder eenig gevaar by sommige kinderen, om te barsten, geledigd; wordende dit Festyn door een Grooten God Loon 't, aan den Insteller, gesloten.’