De breede Weg, of de Weg van de Mode. Te Zwolle by S. Clement 1777. In groot octavo 30 bladz.
EEn ernstig Hekelschrift der algemeen heerschende gebreken, die in hunne schandelykheid en strafwaardigheid ten toon gesteld worden. De Autheur behandelt dit onderwerp by manier van persoons verbeelding, en heeft goedgevonden op maat te schryven: hy geeft ons daar mede, schoon 'er geen leevendige Dichtkunde in zyn opstel plaats hebbe, een Vers dat zig laat leezen, voor zo ver 't ter waarschuwinge dient. De breede Weg ontvouwt zyne aanloklykheden; Oogenlust, Lust des Vleeschs en Hoogmoed noopen, ieder op haare beurt, de Wandelaars, om in haare vermaaken op dien breeden weg te deelen; en de Wysheid roept de luisterende en gehoorgeevende Wandelaars vrugtloos toe, om hen te wederhouden of te rug te trekken. De Ondeugd wordt, in haare voorstellingen, duidelyk genoeg in haare schandelykheid aangeweezen, zo dat haare uitlokkende taal de buitenspoorige dwaasheid veeler gebreken overtuigend doe bemerken; en de leerzaame lessen der Wysheid boezemen eenen ieder nutte waarschuwingen in. Men hoore, ten voorbeelde, de volgende algemeene Les der Wysheid, waar uit men tevens des Autheurs schryftrant kan afneemen.
Mijn lessen zyn voor u. - Ai, boort, gij volkren drom,
Gij gansche schaar, die in de sterkte en kragt van 't leeven,
U aan den lust des vleesch, of hoogen staat, wilt geeven.
Gij leeft tot uw verderf, zo gij baldaadig zyt,
En maakt uw zelfs een prooi van uw wellustigheid!
Dit zij uw grootheid vreemd. - Het voegt geen hooge geesten
Te wentlen in het slijk, gelijk d' onreine beesten,
En wat zal 't zijn voor u? - bij 't einde wordt getoond,
Dit leert uw eige Les: ‘Dat 't werk zijn meester loont.’