De vermakelijke lotgevallen van Tijl Uilenspiegel(1972)–Anoniem Ulenspieghel– Auteursrechtelijk beschermd Inhoudsopgave [Tijl Uilenspiegel] I Geboorte en Doop van Uilenspiegel. II Hoe Uilenspiegel aan eenen ruiter antwoordde III Hoe de vader van Uilenspiegel met zijnen zoon te paard reed. IV Van de soep voor de kinderen en de wraak van Uilenspigel. V Hoe Uilenspiegel op de koord danste en de pots, die hij aan de kinderen speelde. VI Hoe Uilenspiegel brood kreeg voor zijne moeder. VII Het voorval van den kofferen de dieven. VIII Hoe Uilenspiegel in dienst trad van den Pastoor van Baesrode, en wat hij aldaer uitrigtte. IX Hoe Uilenspiegel voorgaf, dat hij door de lucht zoude vliegen. X Hoe Uilenspiegel uit visschen ging. IV Hoe Uilenspiegel bakkers jongen werd. XII Hoe Uilenspiegel zich in zijn nieuw ambacht van smid gedroeg. XIII Uilenspiegel neemt dienst op het slot van Héverlé. XIV Wat Uilenspiegel met eenen geneesheer wedervoer. XV Van den gierigen buurman en zijn varken. XVI Uilenspiegel wordt gebannen. XVII Hoe Uilenspiegel eenen ouden hoed verkocht. XVIII Het paard van den Keurvorst. XIX De eijeren verkoopster. XX Hoe Uilenspiegel een kind genas. XXI De groote thesis te Praag verdedigd XXII Hoe Uilenspiegel eenen ezel opvoedde. XXIII Hoe Uilenspiegel schilder werd. XXIV Hoe Uilenspiegel te Rügenstadt in het land van Thüringen de pelsen van de vrouwen waschte. XXV Uilenspiegel doet drie kleedermakers-gezellen van eenen tafel vallen. XXVI Van den strijd met de hofner van Koning Casimir. XXVII Hoe een geheel ziekenhuis in eens genezen werd. XXVIII Hoe Uilenspiegel een paard betaalde. XXIX Hoe Uilenspiegel zijn middagmaal in eene Italiaansche herberg betaalde. XXX Van de grap die Uilenspiegel te Rome uitvoerde. XXXI Hoe Uilenspiegel zijn kleed als pelgrim gebruikte. XXXII Hoe Uilenspiegel eenen boer bedroog. XXXIII Hoe Uilenspiegel te Bremen melk kocht. XXXIV Hoe Uilenspiegel kippen wegnam. XXXV Wat Uilenspiegel aan den voet van de galg deed. XXXVI Hoe Uilenspiegel eene koopvrouw al hare potten deed breken. XXXVII Uilenspiegel brouwer en snijder. XXXVIII Van het kalf en de goede man die het voortleidde. XXXIX Hoe Uilenspiegel te werk ging als schoenmaker. XL Onderscheidene vrolijke gevallen. XLI Het voorval met de drie blinden. XLII Het gebeurde met den wolf. XLIII Van de zachte eijeren en de gebraden appelen. XLIV Hoe Uilenspiegel zich op eenen luitspeler wreekte. XLV De dood van Uilenspiegel en zijne begrafenis. Aanhangsel. Letterkundige opgave.