De twee vrolyke confraaters. Zingende de nieuwste liederen(1795)–Anoniem Twee vrolyke confraaters. Zingende de nieuwste liederen, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 91] [p. 91] Herders-Vryagie tusschen Colyn en Lizette. Op een Aangenaame Wys. 1. Colyn vroeg aan zyn Ziels-Vriendin, Als zy in 't Veld zig eenzaam zagen, Ben ik 't voorwerp van u min, Zal ik altoos aan u behaagen? Ja gewis Colyn, Ik zweer u trouw te zyn, Maar gy moet my niet verder vragen. bis. 2. Ach! zo gy my geen strikken spand, Om dus myn kommer te verjaagen, Laat dan een drukking van u hand Van uwe min getuigenis dragen, Neem dan eene zoen, Sonder meer te doen; want gy moet my niet verder vragen. bis. 3. Gy hebt my een ruyker toegezeit, Dit is een trouwgift in dees dagen, Geef dat ze 't heil voor my bereyd, waarom de minnaars alles waâgen, [pagina 92] [p. 92] Ontfangt deze gift, Dit bedwingt u drift, Dog dan moet gy my niet verder vragen. bis. 4. Nog een bewys Liezette, toon Nu gy myn liefdens hoop wilt schrage, En teeder kusje zy myn loon, Voor u getrouw myn min te klaage, Neemt dan eene zoen, Sonder meer te doen, Maar gy moet my niet verder vragen. bis. 5. Colyn, wiens drift nu meer ontbrant, Hadt zeker verder voor geslaagen, Maar 't Meisje toonde haar verstand, En sprak, schouw my met meer te plaagen, Gy mogt verder gaan, Ik u niet weerstaan, En wat zou gy dan niet wel vragen. bis. 6. Onder het vlugte zy neder viel, Om van haar minnaar te geraaken, Denkt hoe dat Colyn hem hiel, Om Liezette te vermake, Toe sprak zy minnaar, Gy brengt my in gevaar, wilt u driften staaken, my niet verder vragen. bis. Vorige Volgende