De twee vrolyke confraaters. Zingende de nieuwste liederen(1795)–Anoniem Twee vrolyke confraaters. Zingende de nieuwste liederen, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 83] [p. 83] Een Nieuw Vermaakelyk Minne-Lied. Op een Aangenaame Vois. Ach schoone Tuin-Godinne, Aanhoord myn minneklagt? Mogt gy myn herte beminnen, Waar ik gerust van zinnen, Waar ik bevryt van smert, Waar ik bevryt van smert, In myn Jonkhert. Mogt ik u Tuin besproeijen, Waar ik bevryt van druk, Myn jeugdig hert zou groeijen, Uw schoone bloem zou bloeijen, Ach gunt my dog de roem, Ach gunt my dog de roem, Van u bloem. Mogt ik u roosje plukken, Waar ik bevryt van smert, Laat my het steeltje rukken: Het zal my niet mislukken, Ach gunt my dog de roem, Ach gunt my dog de roem, Van u bloem. Zou ik myn bloem vol waarde, U laate plukken af; Myn eenig schat op aarde, Die vyftien jaar ik paarde Wild gy plukke schandeloos, [pagina 84] [p. 84] Wild gy plukke schandeloos, Voor altoos. Ik zal u wettig eeren. Ach zyt maar niet bevreest, In charremante kleeren! Geen pronk zal u mankeeren; Daar is een fyn brilliant, Daar is een fyn brilliant, Op trouw te pand. De lieffelyke reede, Van u schoon eedel Heer: Doen my heel overreeden, Omhelst my ik ben te vreede! Plukt nu myn roosje zoet, Plukt nu myn roosje zoet, Op staande voet. Wat troost kan in hier vinde, Ach waarde Silvia, Ontsluit u Tuin beminden, Laat ons door trouw verbinden, En trouwe met veel vreugd, En trouwe met veel vreugd, In onze jeugd. Laat ons geen vreugd hier spaaren Komt Musikanten klinkt, Op fluyten Bas en snaaren, Hoe lieflyk doen wy paaren, Verciert hier altemaal, Verciert hier altemaal, Ons Bruylofts zaal. Vorige Volgende