De Tweede Ronde. Jaargang 5(1984)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 133] [p. 133] De monarchie Een drieluik (geen valluik) Kees Stip De koningin Toch leuk, zo'n koningin. In republieken behelpt het volk zich met een president. Dat is dan onvermijdelijk een vent en nooit zo'n bijdehandte en zo'n kwieke. Aan een druk leven is ze wel gewend. Ontbijten doet ze bij het ochtendkrieken. Haar jams zijn uit de eerste soort fabrieken, Hero of Flipje, dat blijft onbekend. Ziet de regering het niet langer zitten is zij het die een nieuwe op moet spitten. Uit alle hoeken sleept ze ze erbij. Bij elke jurk heeft ze een ander hoedje. Ze staat op alle guldens met haar toetje. God zij met ons. En een van ons is zij. De gouden koets Ze staan geschilderd op de Gouden Koets, de volkeren die met eerbiedig buigen aan 's lands vorstin hun trouw komen betuigen. Maar stel dat heel die massa maar goedsmoeds [pagina 134] [p. 134] met vruchten, enkel sap, om zó te zuigen, als gold het een onszelf gebakken poets op het Voorhout zou zitten, onverhoeds viel dan het gouden sprookje toch in duigen. Maar zelfs met al dat fruit tot aan haar kin zou onze nieuwe corsokoningin de bede op haar lippen voelen branden: ‘Het Batig Saldo stijge onverpoosd, want onze West zowel als onze Oost zijn vast in onze goedgevulde handen.’ De prins-gemaal Naar die betrekking zou ik nog niet talen als ik een Turk was of een Marokkaan. In 't land waar al die molens lustig gaan wordt elke dag een prins-gemaal gemalen. Vaderschapsvreugden deugdelijk doorstaan vragen een nieuw excuus om te bepalen waarom men iemand hier heeft moeten halen die nu toch wat hij doen moest heeft gedaan. En daarom, als een prinsje een begin begint te maken met een gemalin, al komt ze uit Maasbommel of Mombassa en zit ze bij de Hema aan de kassa, vraag nimmer met betrekking tot de troon: ‘Wat doet ze daar?’ Al houdt ze hem maar schoon. Vorige Volgende