Ts. Tijdschrift voor tijdschriftstudies. Jaargang 2008 (nrs 23-24)
(2008)– [tijdschrift] TS– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 4]
| |
[Nummer 23]
Voor ieder wat wils. Journalistieke genres in Bossche kranten en pamfletten 1813-1899
| |
[pagina 5]
| |
ik mij op de situatie in de stad 's-Hertogenbosch. De ontwikkeling van genres in beide media zijn met behulp van een kwantitatieve inhoudsanalyse in kaart gebracht.Ga naar eindnoot4. Inventarisatie van de beschikbare catalogi en vooral eigen archiefonderzoek heeft geleid tot een onderzoekscorpus van 706 Bossche pamfletten. Om de pamfletproductie te vergelijken met het nieuwsaanbod in kranten is een steekproef getrokken van 15.002 Bossche krantenartikelen.Ga naar eindnoot5. | |
Nieuwe journalistieke genres in lokale kranten 1813-1899In 1813 verscheen in 's-Hertogenbosch het Staatkundig Dagblad van de Rhyn-Monden van uitgeverij E. Lion. Deze krant was een voortzetting van de in 1771 opgerichte 's-Hertogenbossche Dinsdagse en Vrijdagse Courant. De krant bevatte vrijwel alleen buitenlands nieuws en wat berichten uit Den Haag. Het enige nieuws uit de regio waren de mededelingen van de stedelijke en provinciale overheid. Eén blik op de afbeeldingen 1 en 2 is genoeg om te zien dat er aan het begin van de eeuw heel wat minder krantengenres waren in 's-Hertogenbosch dan aan het eind. Aanvankelijk waren er maar drie: nieuwsberichten, serviceberichten en overheidsmededelingen. Afbeelding 2 toont dat er in 1899 genres aan het journalistieke repertoire waren toegevoegd. Dit proces begon heel voorzichtig in 1815, maar intensiveerde sterk na 1870. In 1899 bestonden Bossche kranten voor ongeveer dertien procent uit nieuwe genres. Onderzoek naar kranten in Groningen en Leeuwarden toont een vergelijkbare ontwikkeling.Ga naar eindnoot6. Afbeelding 1: Journalistieke genres in kranten 's-Hertogenbosch: 1813
Bron: steekproef van krantenartikelen uit Bossche kranten. | |
[pagina 6]
| |
gedichten, spreuken, prenten, feuilletons
Afbeelding 2: Journalistieke genres in kranten 's-Hertogenbosch: 1899
Bron: steekproef van krantenartikelen uit Bossche kranten. | |
Het veranderende medialandschapDe diversificatie van genres in de krant maakte deel uit van een veranderend medialandschap in Nederland. Deze verandering is al vaker geconstateerd en als gangbare verklaring wordt gewezen op twee factoren: het ontstaan van een massapers na de afschaffing van het dagbladzegel in 1869 en de doorwerking van internationale voorbeelden, met name van het Anglo-Amerikaanse New Journalism. In de nieuwe grondwet van 1848 werd de persvrijheid gegarandeerd. Toen in 1869 ook de zware belastingen op krantenpapier en advertenties, samen het zogeheten dagbladzegel, werden afgeschaft en het veel goedkoper en lucratiever werd om een krant te maken, begonnen uitgevers van kranten te profiteren van de toenemende welvaart en vrije tijd en het stijgende opleidingsniveau van het Nederlandse lezerspubliek. Het commerciële potentieel van kranten groeide en als gevolg daarvan werden nieuwe kranten opgericht. In 's-Hertogenbosch verscheen in 1869, slechts enkele dagen na de afschaffing van het dagbladzegel, Het Huisgezin en in 1892 werd Het Noordbrabantsch dagblad opgericht. Kranten gingen tevens vaker verschijnen, voorheen kwamen ze twee of drie keer per week uit, nu gingen zij dagelijks verschijnen. Hiernaast werden kranten steeds dikker, ze bevatten meer pagina's dan voorheen en gingen vaker vergezeld van speciale bijlages. De inhoud | |
[pagina 7]
| |
veranderde eveneens: nieuwe genres, onderwerpen en functies werden geïntroduceerd, evenals een nieuwe stijl en lay-out. De krant ontwikkelde zich gaandeweg tot het belangrijkste massamedium voor nieuws en debat.Ga naar eindnoot7. Deze transformatie van de Nederlandse krant was sterk verbonden met de internationale opkomst van New Journalism. Innovatieve trendsetters, zoals William T. Stead in Engeland en Randolph Hearst en Joseph Pulitzer in Amerika, veranderden de krantenindustrie. Om een breder publiek aan te spreken introduceerden zij nieuwe elementen in de krant: er kwamen meer onderwerpen en genres, en zij voegden aan de traditionele informerende en opiniërende functie een diverterend element toe. Nederlandse journalisten en hoofdredacteurs volgden de vernieuwingen in de Amerikaanse en vooral in de Britse en Franse pers en namen er elementen uit over, zonder overigens hun voorbeelden in elk opzicht te imiteren. Wijfjes laat zien dat in Nederland de Amerikaanse variant van New Journalism weliswaar invloedrijk was maar toch met argusogen werd bekeken omdat zij in ogen van veel journalisten te populistisch was. Behalve de Amerikaanse pers diende vooral de meer op stijl en opinie gerichte Britse en Franse pers als voorbeeld voor journalistieke vernieuwing.Ga naar eindnoot8. Deze nationale en internationale ontwikkelingen baanden dus de weg voor de introductie van nieuwe genres in de krant. Maar bieden zij een afdoende verklaring? Waren de nieuwe genres louter geïnspireerd op internationale voorbeelden of was er ook nog iets anders aan de hand? | |
Negentiende-eeuwse pamfletten en kranten: een geval van remediation?Het is vaak vermeld dat ‘nieuwe’ media de stijl, onderwerpen en genres van oudere media overnemen.Ga naar eindnoot9. Dit principe is waarschijnlijk het beste omschreven door Bolter en Grusin in hun boek Remediation: Understanding New Media (1999). Bolter en Grusin nemen afstand van de mythe dat nieuwe media daadwerkelijk nieuw zijn en dat ze rechtstreeks de oudere media vervangen en verdringen. Zij betogen dat elk nieuw medium sporen vertoont van minstens één ouder medium. In het algemeen zijn er hiervoor twee redenen: allereerst zullen nieuwe media sneller aan de verwachtingen van het publiek voldoen wanneer ze een vertrouwde vorm en inhoud hebben; in de tweede plaats hebben de producenten van het nieuwe medium meestal ervaring | |
[pagina 8]
| |
met een bestaand medium en zullen ze ernaar neigen om de journalistieke praktijk van het oude medium over te zetten naar het nieuwe. Dit proces van remediation heeft ook gevolgen voor oudere media. Omdat een nieuw medium karakteristieke eigenschappen van een reeds bestaand medium overneemt moet dit ‘oude’ medium aangepast worden, wil het niet verdwijnen. Schönbach en Becker wezen er in 1989 al op dat oudere media, wanneer een nieuwe concurrent hen dreigt te overvleugelen, doorgaans aangepast worden om nieuwe doelgroepen te bedienen. Zij verliezen daarmee weliswaar een deel van hun oude identiteit, maar blijven voortbestaan.Ga naar eindnoot10. Dit model van remediation zou toepasbaar kunnen zijn op de relatie tussen kranten en pamfletten, aangezien het pamflet over het algemeen als voorganger van de krant beschouwd wordt.Ga naar eindnoot11. Wellicht werpt deze invalshoek ook licht op het ontstaan van de nieuwe genres in de krant: liggen hieraan bestaande genres uit een ouder medium, het pamflet, ten grondslag? | |
Negentiende-eeuwse pamfletgenresVanaf het einde van de zestiende eeuw was het pamflet het voornaamste massamedium voor debat en lokaal nieuws in Nederland. In perioden van politieke onrust ‘regende’ het pamfletten op het land.Ga naar eindnoot12. Wanneer we naar de verschillende pamfletverzamelingen in Nederland kijken, zien we een grote verscheidenheid aan uitgaven. De Knuttelcatalogus, de grootste Nederlandse verzameling van pamfletten, toont onder meer plakkaten, verslagen, prenten, redevoeringen, lijsten, programma's, liederen, gedichten, dialogen, verhalen, traktaten, toneelstukken, open brieven en neptestamenten. Pamfletonderzoekers hebben betoogd dat de grote verscheidenheid aan genres de pamfletten zeer aantrekkelijk maakten en een belangrijk onderdeel van hun succes als massamedium waren.Ga naar eindnoot13. De grote verscheidenheid aan publicaties heeft ook geleid tot discussie over de netelige kwestie wat een pamflet nu precies is.Ga naar eindnoot14. Voor dit artikel is een praktische en brede werkdefinitie gehanteerd: een gedrukte, non-periodieke boodschap die een actueel onderwerp betreft. Niek van Sas heeft gesteld dat het pamflet al aan het einde van de achttiende eeuw aan belang had ingeboet en dat het was vervangen door kranten en wekelijkse tijdschriften als het voornaamste podium voor politiek debat.Ga naar eindnoot15. Maar dit beeld behoeft nuancering. Gert-Jan Johannes heeft de aantal- | |
[pagina 9]
| |
len geproduceerde pamfletten in kaart gebracht aan de hand van de Knuttelcatalogus (zie afbeelding 3, bovenste grafiek). Hiermee toonde hij aan dat het pamflet, in ieder geval tot 1853, tijdens perioden van politieke onrust nog steeds in massale hoeveelheden werd geproduceerd.Ga naar eindnoot16. Voor de tweede helft van de negentiende eeuw - de periode waarin de krant zich transformeert - tasten historici wat betreft productieaantallen van het pamflet nog in het duister. De grote pamfletcatalogi eindigen namelijk in het midden van de negentiende eeuw; zo gaan de catalogi van Knuttel en Van Alphen niet verder dan 1853.Ga naar eindnoot17. Mijn inventarisatie van pamfletten in 's-Hertogenbosch, gebaseerd op archiefonderzoek, laat zien dat pamfletten in de tweede helft van de negentiende eeuw in grofweg dezelfde hoeveelheden werden geproduceerd als in de eerste helft van de eeuw (zie afbeelding 3, onderste grafiek). Er is een langzame dalende trend van het gemiddelde aantal titels per jaar, maar niets wijst op een plotselinge stop in de pamfletproductie. De oprichting van nieuwe kranten, zoals De Noord-Brabander (1829), De Tijd (1845), Het HuisgezinBron: bovenstaande grafiek is afkomstig van G.J. Johannes, De barometer van de smaak: tijdschriften in Nederland 1770-1830, Nederlandse cultuur in Europese context. Den Haag 1995; (n=6.253) De onderste grafiek is gebaseerd op mijn eigen inventarisatie van Bossche pamfletten; (n=706)
| |
[pagina 10]
| |
Het pamflet had vele verschijningsvormen. Hier afgebeeld zijn een lofdicht, een verslag, een open brief en een prent.
| |
[pagina 11]
| |
(in 1869) en Het Noordbrabantsch dagblad (1892), lijkt bovendien weinig effect te hebben gehad op de productie van pamfletten. Pamflet en krant bestonden gedurende de negentiende eeuw naast elkaar in het Bossche medialandschap. | |
Het einde van het pluriforme pamfletHet feit dat pamfletten gedurende de negentiende eeuw in min of meer dezelfde hoeveelheden werden uitgegeven, betekende niet dat ze niet aan verandering onderhevig waren. De aard van de pamfletten veranderde wel degelijk. Er was sprake van veranderende genrevoorkeuren en de diversiteit aan genres liep terug. In de eerste decennia van de negentiende eeuw waren er veel verschillende pamfletgenres (zoals te zien in afbeelding 4). Globaal kunnen drie groepen worden onderscheiden: verstrooiende, betogende en beschrijvende genres. De grootste groep bestond zonder twijfel uit genres met een diverterend element, zoals liederen, gedichten, cartoons, toneelstukken, verhalen en dialogen. De pamfletten uit deze groep hebben met elkaar gemeen dat ze de actualiteit op een vermakelijke manier bespreken. Vermaak was echter niet het enige doel: overtuiging en informatie waren dat evenzeer. De combinatie van een verstrooiende vorm en een informatieve en opiniërende inhoud zorgde ervoor dat het nieuws makkelijker te verkopen was. Ongeveer 42 procent van de gehele pamfletproductie in de periode 1813-1829 bestond uit verstrooiende genres. Zo werd de nederlaag van de Fransen in 1813 en 1815 beschreven, bezongen en uitgebeeld in maar liefst vijftien Bossche liederen, gedichten en prenten. De tweede groep genres, de betogende, bestaat uit open brieven, verhandelingen en gedrukte toespraken. Zij hebben een traditionele betogende structuur en een persuasieve functie. De stijl is vaak geëngageerd en het publiek wordt direct aangesproken in de inleiding en vaak ook op de titelpagina. Deze genres zijn goed voor 32 procent van de totale productie in 1813-1829. De derde groep genres bestaat uit meer beschrijvende pamfletten met een informatief doel, zoals overheidsaankondigingen, reportages en programma's. Deze pamfletten hadden tot doel te beschrijven, uit te leggen of het publiek een idee te geven wat, waar op welke manier was gebeurd. De | |
[pagina 12]
| |
beschrijvende genres werden niet alleen gebruikt om te verhalen over festivals, vuren en veldslagen, maar ook om eenvoudige nieuwsfeiten, zoals veranderende wetten of ingezamelde gelden voor liefdadigheid te presenteren. Ook al diende de stijl af en toe om kleur te geven aan de beschrijving, doorgaans zijn deze pamfletten voor een moderne lezer nogal saai en opsommerig van aard. In de periode 1813-1829 is dit de kleinste groep (26 procent van de totale productie). Afbeelding 4 Pamfletgenres 's-Hertogenbosch: 1813-1829
Bron: pamfletten database 's-Hertogenbosch (n = 199) Piet Verkuijsse heeft opgemerkt dat de pluriformiteit van het pamflet - en vooral het gebruik van de verstrooiende genres, in het bijzonder de dialoog - aan zijn einde kwam in de negentiende eeuw.Ga naar eindnoot18. Wanneer we de ontwikkeling van de drie genreclusters in de negentiende eeuw bekijken, zoals te zien in afbeelding 5, zien we dat dit ook opgaat voor 's-Hertogenbosch. De verstrooiende genres verloren terrein, terwijl meer ‘objectieve’ genres gedijden. Een aantal genres verdween volledig uit beeld: gesprekspamfletten, toneelstukken en testamenten werden in de laatste decennia van de eeuw in 's-Hertogenbosch niet meer geproduceerd. De groep verstrooiende genres bestond rond de eeuwwisseling vrijwel geheel uit liederen en gedichten. In de periode 1830-1870 domineerden de betogende genres. Deze werden overwegend ingezet voor politieke en religieuze polemieken. Een voorbeeld | |
[pagina 13]
| |
hiervan zijn de pamfletten geproduceerd door de katholieke protestbeweging rond 1830. Er was vanaf de jaren twintig sprake van een groeiende wrijving tussen de overwegend katholieke bevolking van Noord-Brabant en de centrale overheid. De achtergestelde positie van katholieken in Nederland was velen een doorn in het oog. Toen het parlement nieuwe wetten invoerde die de overheid feitelijk invloed gaven op het onderwijs van priesters, was dit de spreekwoordelijke druppel. Het resulteerde in een storm van open brieven en verhandelingen tegen de behandeling van katholieken door de overheid. De auteurs van deze pamfletten waren katholieke priesters, leraren, boekverkopers, barmannen, leden van de stadsraad en vooraanstaande politici, zoals L. van Sasse van IJsselt en J.L.A. Luyben.Ga naar eindnoot19. Na 1870 nam het gebruik van de betogende genres af. De meeste pamfletten uit de periode 1870-1899 waren programma's, rapporten, lijsten en instructies. Aan het eind van de eeuw overheersten dus de beschrijvende genres. De onderwerpen van deze beschrijvende pamfletten waren vrij homogeen; ze betroffen het verenigingsleven of de politiek. Afbeelding 5: De ontwikkeling van pamfletgenres in 's-Hertogenbosch: 1813-1899 Bron: pamflettendatabase 's-Hertogenbosch (n=706)
| |
Pamfletgenres in de krant?Terwijl het pamflet gedurende de negentiende eeuw steeds beschrijvender en uniformer werd, kende de krant een toename aan genres, zowel opiniërende als diverterende. Bij het aanspreken van nieuwe lezersgroepen | |
[pagina 14]
| |
werd de presentatie van het nieuws een belangrijke factor: de nieuwe krant bevatte voor ieder wat wils. Nieuwe genres, zoals de reportage, het opiniestuk, lezersbrieven, het gedicht, het lied en het feuilleton, vertonen gelijkenissen met genres die reeds in pamfletten werden gebruikt. Het lijkt waarschijnlijk dat deze nieuwe genres minstens gedeeltelijk voortkwamen uit de pamflettraditie. Een voorbeeld van een krant waarop de invloed van pamfletten evident is, is De Noord-Brabander. Deze krant is onlosmakelijk verbonden met de katholieke protestbeweging van de jaren rond 1830. Aanvankelijk werd de kritiek ten aanzien van het overheidsbeleid vooral geuit in pamfletten door auteurs zoals H. de Wijs, L. van Sasse van IJsselt en J.L.A. Luyben. In 1829 werd De Noord-Brabander opgericht met financiële steun van prominente katholieken uit 's-Hertogenbosch om het protest te ondersteunen. De genoemde auteurs gingen ook bijdragen leveren aan deze nieuwe krant - H. de Wijs werd bijvoorbeeld de eerste hoofdredacteur - waarbij zij elementen uit de pamfletliteratuur overbrachten op de krant. In vergelijking met de andere plaatselijke krant, het Provinciaal Dagblad, was De Noord-Brabander veel kritischer en was de stijl persoonlijker en soms ook ronduit sarcastisch. Tevens werd gebruik gemaakt van nieuwe genres, zoals het opiniestuk en lezersbrieven. In deze artikelen werden regelmatig complete pamfletteksten geciteerd. Na het einde van de protestbeweging bleven deze nieuwe stijl en genres gehandhaafd, ook na de aanstelling van de nieuwe hoofdredacteur (en tevens incidentele pamfletschrijver) Jan Wap.Ga naar eindnoot20. Een ander illustratief voorbeeld van de invloed van het pamflet op de krant zijn de diverse verstrooiende genres die na 1870 werden gebruikt in de krant. Kranten experimenteerden met het nieuwslied en het gedicht en ook met minder bekende genres, zoals de neplijkrede en de fictieve dialoog. De negentiende-eeuwse journalist Joan Nieuwenhuis wees in zijn memoires al op het opvallend hoge aantal ‘dichterlijke bijdragen’ in de tweede helft van | |
[pagina 15]
| |
bijschrift pagina 15: De Noord-Brabander van 13 december 1842. De hele eerste pagina bestaat uit een open brief gericht aan de koning en ‘alle vrienden van orde en vrede’. De auteur van deze open brief is vermoedelijk Hein de Wijs, de leider van de Noord-Brabantse katholieken en hoofdredacteur van De Noord-Brabander. Bron: Den Haag, De Koninklijke Nederlandse Bibliotheek, krantencollectie.
| |
[pagina 16]
| |
de negentiende eeuw. Een dergelijk fenomeen doet zich ook voor in Bossche kranten. De Noord-Brabander van 8 juni 1848 bevat bijvoorbeeld het gedicht ‘Houd stand beste vorst! Houd stand!’, waarin de koning gesteund wordt. De krant neemt op die manier stelling in het debat rond de herziening van de grondwet. Een voorbeeld van een dialoog is te vinden in Het Huisgezin van 25 oktober 1874. Hierin bespreken een politicus en een journalist de verkiezingen in Frankrijk. In 1874 werd ook het (gevoelige) onderwerp Vrijmetselarij in fictieve gesprekken besproken. Deze schijnbaar realistische gesprekken worden steeds in directe rede, als een toneelstuk, weergegeven. Het gaat daarbij niet om een interview van echt bestaande personen, maar om de weergave van verschillende standpunten in het debat door middel van stereotype, geloofwaardige personages. Evenals in pamfletten gingen dergelijke dialogen vaak vergezeld van een prent. Veel van deze experimenten hielden geen stand. Zo verdween de fictieve dialoog in de late jaren 1890 uit de Bossche kranten. Maar het feit dat deze typische pamfletgenres gedurende enige tijd in de krant voorkwamen, maakt de hypothese dat pamfletliteratuur een inspiratiebron was voor vernieuwing binnen de krant aannemelijk.Ga naar eindnoot21. | |
ConclusieHet pamflet uit het begin van de negentiende eeuw was een pluriform podium: verschillende ideeën en nieuwsonderwerpen werden gepresenteerd in een grote verscheidenheid aan genres. In dezelfde periode gebruikte de krant slechts drie journalistieke genres: nieuwsberichten, aankondigingen van de overheid en lijsten met servicemededelingen. Gedurende de negentiende eeuw, en vooral in de tweede helft van de eeuw, veranderde dit. Nieuwe journalistieke genres werden geïntroduceerd en de krant stootte gaandeweg het pamflet van de troon als het voornaamste podium voor nieuws, debat en infotainment. Het pamflet verdween echter niet, maar paste zich aan. De pamflet-productie bleef nagenoeg gehandhaafd, maar sommige traditionele genres - vooral de meer creatieve en verstrooiende - werden niet langer gebruikt. Andere, meer op de ratio gerichte genres, zoals de betogende verhandeling en het informatieve programma, werden steeds vaker toegepast. Het pamflet werd een belangrijk podium voor verenigingen, politieke belangengroe- | |
[pagina 17]
| |
pen en politieke partijen. De moderne partijbrochure was geboren. Tegelijkertijd kreeg een aantal genres uit de pamflettraditie een voortzetting in de kranten. Zo waren in de Bossche pers gedichten, nieuwsliederen en dialogen terug te vinden, die direct herleidbaar zijn tot de genres die langzamerhand verdwenen uit de pamfletten. Droeg de pamflettraditie dus bij aan de verscheidenheid en diversificatie van de journalistieke genres in de negentiende-eeuwse krant? Hoewel verder onderzoek nodig is, lijkt het waarschijnlijk dat er inderdaad sprake was van een dergelijke remediation. Het pamflet bleef de hele negentiende eeuw naast de krant bestaan en er zijn overeenkomsten waar te nemen tussen de pamfletgenres en de nieuwe krantengenres. Dat veel journalisten zowel van de krant als van het pamflet gebruikmaakten als communicatiemiddel, maakt de hypothese dat de nieuwe genres in de krant afkomstig waren uit het pamflet des te plausibeler.
·> rutger de graaf studeerde Geschiedenis en Communicatiewetenschap aan de UvA. Hij werkte enkele jaren bij onderzoeksbureau Interview-nss en doet nu als AiO aan de Universiteit Utrecht onderzoek naar de ontwikkeling van de lokale nieuwsvoorziening in negentiende-eeuwse pamfletten en kranten. Ga naar eindnoot+ | |
[pagina 19]
| |
lijst van illustraties: Heldenzang (1814) Kn. 2420. De wedstrijd der Handboog-Schutterijen te 's Hertogenbosch, op den 1 Julij 1846 (1846) Universiteitsbibliotheek Universiteit van Tilburg tre C 762 Drie opene brieven aan Particeps, schrijver van ‘De ongelukkigen van het klooster van St. Agatha’ (1865) Universiteitsbibliotheek Universiteit van Tilburg kod 1865 Gebed tot onze lieve Vrouwe (1874) Universiteitsbibliotheek Universiteit van Tilburg kod 18741
De Noord-Brabander (13 december 1842) Voorpagina. Bron: Den Haag, De Koninklijke Nederlandse Bibliotheek, krantencollectie. | |
[pagina 20]
| |
Den Zedelijke en zinnelijk mensch Spotprent op de wijsbegeerte van Kant (Stadsarchief Amsterdam)
|
|