suur, verslag van wat zich aan en rond het front afspeelde. Dat wil zeggen, voorzover dat van pas kwam in het strak georganiseerde propaganda-apparaat van de nationaal socialisten. De Kriegsberichter waren zelfstandiger dan hun collega soldaten, maar dienden zich niettemin te schikken in een strak ideologisch en hierarchisch kader.
De Nederlandse ss-correspondenten deden hun intrede nadat Hitlers troepen in de zomer van 1941 de Sovjetunie waren binnengevallen. Deze strijd en de daaropvolgende nederlaag worden in de hart van het boek verwoord in twee fraaie hoofdstukken: ‘Wij gaan Stalin halen’ en ‘Onneembaar Leningrad’. Maar hoewel het accent op het Oostfront ligt, wordt tevens ingegaan op belevenissen in onder meer ‘Kruitvat Kroatië’ en het ‘klompenfront’ Nederland, aanduidingen die in een spannend jongensboek niet zouden misstaan, maar die bovenal uitdrukking lijken te geven aan de zucht naar avontuur van diverse betrokkenen.
De propaganda die de Nederlandse bevolking, maar ook anderen in bezet Europa, moest overtuigen van de noodzaak van de Duitse oorlogvoering tegen de bedreigend en onbeschaafd geachte grootmachten, was voor de nazi's een serieuze aangelegenheid, die gestalte kreeg in meer dan een Propagandakompagnie. Daarvoor werd ook een beroep gedaan op bruikbare lieden uit rasverwante landen zoals Nederland.
Het gros van de Nederlandse Kriegsberichter had al voor hun indiensttreding ervaring opgedaan als journalist of fotograaf. Opvallend is dat vrijwel alle achterhaalde Kriegsberichter lid waren van de nsb. Dat wijst op een politiek idealisme dat blijkbaar voorafging aan hun keuze om zich in te zetten voor de Duitse oorlogspropaganda. Zucht naar avontuur heeft ongetwijfeld meegespeeld, maar een geloof in de propaganda waaraan men zelf meewerkte valt niet te ontkennen.
Elk denkbaar medium werd door de Duitsers benut om de bevolking van bezet Europa te overtuigen van de noodzaak en rechtvaardigheid van de oorlogsinzet. Tal van tijdschriften werden voor dat doel ingezet, evenals radioprogramma's, filmjournaals, romans, dichtbundels et cetera. Door de nagenoeg voortdurende reorganisatie van het Nederlandse perswezen verminderde het aantal tijdschriften en kranten in de oorlogsperiode drastich. In april 1943 waren er nog maar negentig tijdschriften, waaronder een behoorlijk aantal uitgesproken nazipublicaties die slechts een klein deel van de Nederlanders bereikte.