Ts. Tijdschrift voor tijdschriftstudies. Jaargang 2003 (nrs 13-14)
(2003)– [tijdschrift] TS– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 52]
| |
OnderzoeksberichtenThe Yiddish Press in Amsterdam in the Seventeenth Century. A Study of the Amsterdam ‘Dinstagishe un Fraytagishe Kurantn’ (1686-1687)De oudste Jiddisje krant ter wereld verscheen van augustus 1686 tot december 1687 in Amsterdam: de Dinstagisje oen fraitagisje koeranten (Dinsdagse en vrijdagse kranten). Mijn proefschrift zal bestaan uit een technische en inhoudelijke beschrijving van de Koeranten, en een analyse van de inhoud, ondersteund door een selectie uit de berichten. Verder ga ik na wat de plaats van de krant is in de Nederlandse, de joodse en de Europese cultuur- en persgeschiedenis, wat de bronnen van de krant waren, hoe met die bronnen werd omgegaan, of de krant zelf een bron vormde voor andere kranten, wie de lezers waren, en wat er te zeggen valt over de taal waarin de krant is geschreven. Het nieuws bestaat grotendeels uit berichten over de oorlog tussen de Habsburgers en de Turken, zoals het ontzet van Boedapest. Ook is er nieuws over gebeurtenissen elders in Europa en in Nederland. Informatie over het leven van de Nederlandse joden ontbreekt geheel. Op grond van een vergelijking met Nederlandse kranten uit dezelfde tijd vermoed ik dat de Koeranten niet aan eigen nieuwsgaring deden, maar Nederlandse berichten vertaalden en bewerkten.
Promotor: prof dr. Irene Zwiep Hoofdbegeleider: dr. Shlomo Berger
Hilde Pach Universiteit van Amsterdam Leerstoelgroep Hebreeuws, Aramees en Joodse Studies Spuistraat 134 1012 vb Amsterdam h.pach@uva.nl | |
[pagina 53]
| |
Walter Besants invloed op het laat-Victoriaanse literaire levenSir Walter Besant (1836-1901) was een echte ‘Man of Letters’; een bestsellerauteur die voor een groot aantal tijdschriften artikelen en columns schreef over voornamelijk literaire kwesties en correspondeerde, discussieerde en polemiseerde met iedereen. Daarnaast zette hij zich in voor de professionalisering van het auteurschap. Hij richtte in 1884 ‘The Society of Authors’ op en lanceerde in 1890 The Author, dat het orgaan werd van deze belangenorganisatie. Tot zijn dood in 1901 was Besant hoofdredacteur van dit tijdschrift en leverde hij een groot gedeelte van de inhoud. In eerste instantie was The Author een vakbondsblad, gericht op de positieverbetering van auteurs. Besant schuwde daarbij de confrontatie niet: regelmatig werden in het blad malafide praktijken van uitgevers aan de kaak gesteld. Hiernaast besteedde The Author al snel ook aandacht aan literaire kwesties, in de vorm van boekbesprekingen en polemische essays. Aldus fungeerde het blad niet alleen als platform voor Besants campagne, maar ook voor zijn interesses. Ondanks zijn centrale positie binnen het literaire en cultureelmaatschappelijke veld is Besant na zijn dood vrij snel in vergetelheid geraakt. Het doel van dit onderzoek is het bepalen van het karakter en de reikwijdte van Besants invloed vanuit een brede literaire en cultuurhistorische context.
Promotor: prof dr. O. Dekkers
Detlef Wagenaar Katholieke Universiteit Nijmegen afdeling Engelse Taal en Cultuur Postbus 9103 6500 hd Nijmegen D.Wagenaar@let.kun.nl 024-3612040 | |
[pagina 54]
| |
Het geïllustreerde tijdschrift: onderzoek in Ottawa en ParijsTijdens mijn gasthoogleraarschap aan de universiteit Leipzig (Institut für Kommunikations- und Medienwissenschaft, Abteilung Historische und Systematische Kommunikationswissenschaft) kwam ik in contact met twee buitenlandse onderzoekers die zich intensief bezighouden met het geïllustreerde tijdschrift in de negentiende eeuw, vanuit een sterk comparatistische invalshoek. Voor hun onderzoek hadden beiden lange tijd vergeefs gezocht naar bepaalde jaargangen en nummers van de in Leipzig verschenen Illustrirte Zeitung (1843-1943). Door internationale contacten ontmoetten ze dr. Stefanie Averbeck, verbonden aan het genoemde instituut in Leipzig. Zij kon de oplossing bieden: de gezochte exemplaren bevinden zich, behalve in het stadsarchief, ook in de tijdschriftencollectie van de genoemde afdeling. Mij was gevraagd, in het kader van het - mede door een stipendium van de Deutsche Akademische Austausch-Dienst (daad) mogelijk gemaakte - gasthoogleraarschap onder andere een colloquium voor hoofdvakstudenten over tijdschriftenonderzoek aan te bieden. Dit ‘Forschungs-Colloquium zur historischen Kommunikationswissenschaft (Zeitschriftenforschung)’ was bedoeld om studenten te motiveren meer aandacht te schenken aan tijdschriften en dan speciaal de geïllustreerde tijdschriften zoals die zich ook qua redactionele formule hebben ontwikkeld. Voorafgaand aan empirisch onderzoek in de leggers werden Schlüsselwerke met betrekking tot (historisch) tijdschriftenonderzoek bestudeerd.Ga naar eind1. Als handboek ter oriëntatie in het als ein weites Feld te typeren onderzoeksgebied werd een in 2002 verschenen bundel gebruikt.Ga naar eind2. Voor het empirische deel werd gekozen voor de al genoemde Illustrirte Zeitung. Over de oprichter van dit blad (Johann Jakob Weber, 1803-1880), verscheen in het voorjaar van 2003 een populair wetenschappelijke studie, geschreven door een nakomeling in de familie Weber.Ga naar eind3. Vanwege de ambitie van de Illustrirte Zeitung in de eerste decennia van haar bestaan om de actualiteit van het maatschappelijk leven te volgen, zonder overigens op politiek gebied duidelijk stelling te nemen, werd een tweede titel onder de loep genomen en wel het familieblad Die Gartenlaube (1853-1944), opgericht door Ernst Keil | |
[pagina 55]
| |
(1816-1878) met eveneens Leipzig als plaats van uitgave. Het toeval van de internationalisering vanuit Canada, Frankrijk en Nederland richting Leipzig maakte gedurende een week intensieve workshops mogelijk met de inbreng van de expertise van de nu te noemen collegae: prof dr. Michèle Martin en dr. Jean-Pierre Bacot. Martin is verbonden aan de School of Journalism and Communication van Carleton University in Ottawa. Zij hoopt voor het eind van het jaar 2003 een boek te voltooien over de visualisering van de Frans-Duitse oorlog (1870-1871) in elf geïllustreerde tijdschriften die in vier verschillende landen verschenen. Voor haar vergelijkend onderzoek, waarbij ze geïllustreerde weekbladen als historische bron gebruikt, werkt zij samen met Bacot. Deze is werkzaam bij France Télécom en heeft een speciale interesse voor het ontstaan van verschillende typen geïllustreerde tijdschriften in verschillende centra van cultuur (Parijs, Londen, Leipzig, Berlijn, Brussel, New York en Amsterdam) waar uitgevers het voorbeeld volgden van het in 1832 in Londen opgerichte Penny Magazine van de ‘Society for the Development of Useful Knowledge’. Bacot is redactiesecretaris van het enige communicatiewetenschappelijke en communicatiehistorische tijdschrift dat sinds 1983 in Frankrijk verschijnt: Réseaux, met als ondertitel ‘Communication - technologie - société’. In twintig jaar tijd verschenen 115 afleveringen, ook met themanummers en bijdragen over aspecten van de tijdschriftpers, soms van de hand van BacotGa naar eind4. en Martin.Ga naar eind5. Beiden zouden graag willen komen tot samenwerking en uitwisselingsmogelijkheden met Nederlandse tijdschriftonderzoekers op het gebied van het geïllustreerde tijdschrift in de lange negentiende eeuw (tot 1914) en eventueel ook de twintigste eeuw. Beide auteurs onderscheiden zich door een passie voor het visuele element, de illustraties in allerlei stadia van vermenigvuldigingstechniek, in combinatie met een benijdenswaardig methodologisch inzicht als het gaat om het gebruik als historische bron van tekst en beeld in onderlinge samenhang in de geselecteerde bladen. De wijze waarop zij hun onderwerpen thematiseren duidt al op een interdisciplinaire en comparatieve benadering. De operationalisering van de probleemstelling wijst steeds op een kritische keuze van de methode van onderzoek. Kortom: beide onderzoekers verdienen (meer) aandacht in Nederland.Ga naar eind6.
<Joan Hemels> |
|