| |
| |
| |
Leeswijzer
Ik was een samoerai
Marjolein Houweling
L.J.Veen, 2005
ISBN 90 204 0266 8
€ 15,95
We reizen in Ik was een samoerai mee naar Spanje, op de motor met Sam, een vrolijke lesbienne van ergens in de twintig, en haar vriendin Guus, een bekend popzangeres. Sam, tekstschrijfster van beroep, heeft aanvankelijk een voorkeur voor one night stands, tot ze Guus ontmoet en compleet weg van haar is. Haar pogingen om Guus te versieren lijken te slagen, tot haar ‘praatvriendin’ Yunjie roet in het eten gooit en een relatie begint met Guus. Zakelijk gaat het Sam ook al niet voor de wind: intriges op haar werk brengen haar ertoe om na wat subtiele wraakacties ontslag te nemen. Dan belt Guus met de vraag of Sam met haar mee wil, op de motor naar Spanje. Onderweg doen ze in een Frans dorpje het kasteelachtige verblijf aan van de vader van Guus, een egocentrische kunstenaar die amper tijd weet vrij te maken voor een gesprek met zijn dochter die daar toch erg veel behoefte aan heeft. Sam en Guus reizen verder en komen aan in Spanje bij de moeder van Guus, ook kunstenaar, een vriendelijke vrouw die een oudere tweelingzus van Guus lijkt. En dan komt aan het licht waarom Guus zo graag Sam mee wilde hebben op deze ogenschijnlijk
ontspannen reis. Een verrassend verhaal over vriendschap, liefde en dood, vlot en meeslepend verteld. Het is inmiddels al de derde roman van Marijke Houweling, die in 2004 ook een poëziebundel, Gouden bergen, publiceerde. Een aanrader!
JD
| |
De vrouw van de filosoof
Philibert Schogt
Arbeiderspers, 2005
ISBN 90 295 6224 2
€ 16,95
Het is een regelmatig opduikende vraag: hoe ver mag je gaan in het vermengen van werkelijkheid en fictie? Mag je reële personen herkenbaar invoeren in romans? Er zijn de afgelopen jaren nogal wat processen gevoerd over deze kwestie. Hans Dorrestijn die in een roman zijn ex zo neurotisch afschilderde dat ze naar de rechter stapte, kreeg de rechterlijke goedkeuring daarvoor, maar Herman Brusselmans verloor het proces dat de Vlaamse couturier Ann Demeulemeester tegen hem had aangespannen toen hij haar met naam en toenaam bepaald niet vleiend besprak in zijn boek. In De vrouw van de filosoof ontdekt de hoofdpersoon Vera dat haar ex, de filosoof Luuk van Vleuten, hun relatie in een roman van zo'n 900 bladzijden tot in de pijnlijkste details beschrijft om daarmee zijn op het werk van een Franse filosoof gebaseerde ideeën uiteen te zetten, die luiden dat ieder mens moet zorgen om de held van zijn eigen levensverhaal te blijven. Daarvoor heb je een
‘vijand’ nodig, en die rol mag Vera vervullen: zij is ‘de sirene van de middelmaat’, zij zorgt ervoor dat Luuk zich niet kan ontplooien.
Hun relatie is mislukt, aldus het boek van haar ex, omdat zij zo overduidelijk ‘niets’ is. Moet je de leugens in zo'n boek nu gaan proberen te ontkrachten, of moet je ze negeren? Vera weet het niet; er wordt van allerlei kanten druk op haar uitgeoefend om in actie te komen, maar is doodzwijgen uiteindelijk niet beter?
Schogt schetst een fraai beeld van twee levens waarin de verhoudingen tussen ‘held’ en ‘vijand’ langzaam subtiel gaan verschuiven.
JD
| |
Vierendeel
Daniël Dee
De Geus, 2005
ISBN 90 445 0689 7
€ 13,95
‘Ik tracht met mijn poëzie de dagelijkse burgerlijke sleur en middelmaat te doorbreken. Pas wanneer het vanzelfsprekende wegvalt openbaart zich het ware, glorieuze leven in al zijn positieve en negatieve facetten.’ Dit zijn de woorden van een romanticus, een hemelbestormer. Deze woorden zijn tegelijk ook volslagen nietszeggend. Het is een citaat van Daniël Dee op de achterflap van zijn debuutbundel Vierendeel. Als bewijs van zijn romantische
| |
| |
inborst dankt hij achterin zijn bundel onder anderen Mohammed Ali, Jim Morrison en Bertolt Brecht. Het kan niet op. De poëzie voorafgaand aan deze ‘verantwoording’ lijkt veel vorm en weinig inhoud te hebben, is vaak fris van taalgebruik, maar wil slechts met moeite beklijven. Hemelbestormend is het zeker. In het eerste deel van Vierendeel gaat Dee terug naar zijn jeugd in een dorp waar hij met zijn vriendje fantaseerde over later. Het dorp wordt stad en de dichter volwassen. Het volgende deel handelt over de liefde. Daarin gaat van alles mis. Bij verdriet wordt er gedronken, een sigaret gerookt en naar Mozart geluisterd. Op het einde van dit deel toont Dee dat hij in staat is om in directe en heldere taal kwetsbaar en oprecht te zijn. ‘[...] ik moet gewoon heel erg denken / aan een jaar geleden toen ik zo blij was om de schoonheid / en nu is alles zo anders en dat doet pijn en nou zit ik te huilen’. Het derde deel lijkt over de hartstocht te gaan en is veruit het interessantste. In het laatste gedeelte, dat uit een enkel gedicht bestaat, moet de verliefdheid de zwaarmoedigheid overwinnen.
‘Het lelijkste worstje’ uit deel drie is een gedicht over een tuinfeest in de tuin van het tuinhuisje op het volkstuinencomplex. Treinen razen voorbij, er is te weinig bier, de politiek wordt doorgenomen en dan staat daar ineens te lezen: ‘jij maakte bekend dat je zwanger was niet van mij’. Door deze terloopse mededeling steekt het echte leven dwars door de banale gezelligheid heen. Het feest wordt decor en geeft op zijn beurt weer betekenis. Hoe komt het dat die opmerking zo tussen neus en lippen gemaakt wordt, waarom zomaar op een feestje? Wat is er gebeurd? Het gedicht eindigt met: ‘hoeveel jaar staat er eigenlijk op het roosteren van een kind // de volgende ochtend kwam de volledige viszooi eruit gespoten / het was net de hele diepzeepopulatie inclusief moby dick.’
De poëzie van Dee heeft iets plezierigs, maar is te vaak hopeloos romantisch. Het is alsof hij zich nog achter spitsvondigheden en het Grootse Poëtische verstopt. Hij wil te graag Dichter zijn. Om leerlingen van hun romantische of stoffige beeld van poëzie te verlossen kunnen jonge modernistische dichters erg handig zijn. Dee is er zo eentje. Hij gebruikt moderne taal en heeft een voor leerlingen herkenbare belevingswereld. En van het groteske hebben die leerlingen helemaal geen last. Integendeel. Die houden wel van een potje hemelbestormen.
XMB
| |
Vederland
Jan de Leeuw
Davidsfonds/Infodok, 2004
ISBN 90 5908 110 2
€ 14,95
In het Vlaamse literaire landschap verdiende Jan de Leeuw reeds zijn sporen met gesmaakte volwassenenromans; zijn debuut als jeugdauteur met Vederland leverde hem meteen een Boekenwelp op. Hoofdpersonage is de dertienjarige Arnoud, die samen met zijn vader naar het fictieve (Vlaamse) dorpje Deemstervelde reist, om er de begrafenis van Arnouds grootmoeder bij te wonen. Arnoud schrikt niet weinig als hij postuum een brief ontvangt van zijn grootmoeder: de familierelaties zijn al jarenlang dermate verzuurd dat Arnoud zijn grootouders nauwelijks heeft gekend. In het bladzijdenlang intrigerend epistel onthult grootmoeder Irma ten dele waarom ze een slechte relatie had met haar man, Arnouds naamgenoot en oorlogsslachtoffer. Aanvankelijk vindt Arnoud in de besloten gemeenschap geen klankbord voor zijn indringende vragen. Tot hij de stokoude barones Clara, ornitholoog Titus en de wispelturige Rebecca leert kennen. Stukje bij beetje ontrafelt Arnoud de oorlogsgeschiedenis van zijn grootouders; de som van de afzonderlijke puzzelstukjes reveleert een aparte kijk op de verhouding tussen grootouders en hun kleinkinderen, en biedt een onderhoudend portret van de Tweede Wereldoorlog in een onooglijk Vlaams dorpje.
Arnouds nuchtere kijk op de wereld der volwassenen, de eerste verliefdheid, kortom: het leven tout court verleent deze jeugdroman een unieke stijl, die men slechts zelden aantreft in adolescentenliteratuur. De geslaagde parallellen tussen de dierenwereld en de wereld van de adolescenten weten in hun eenvoud te overtuigen en komen nergens gezocht over: ‘“Als de ouders te vaak gestoord worden, kunnen ze hun nest verlaten. Dan laten ze hun eieren achter of laten ze hun jongeren verhongeren.” Ik [Arnoud] zag ze zitten in hun nest, wachtend op ouders die nooit meer zouden komen. Ik wist hoe ze zich voelden.’ Geen spoor van pathetiek of vals sentiment; jongeren en hun gevoelens worden ernstig genomen in deze meer dan geslaagde cross-overroman.
JP
| |
| |
| |
Nooit gaat dit over
André Sollie
Querido, 2005
ISBN 90 451 0207 2
€ 12,50
Vorig jaar verscheen bij Querido Dani Bennoni van Bart Moeyaert in een ander jasje dan andere Querido-boeken. Kleiner van formaat en met een strak vormgegeven cover dat wilde zeggen: ‘Ik ben wel een jeugdboek, maar niet zomaar een jeugdboek.’ Dat kopte: Dani Bennoni is een prachtig verhaal over het leven en de liefde, voor de betere jeugdige lezer als voor volwassen lezers.
In dezelfde vorm is nu Nooit gaat dit over van André Sollie verschenen. Ook niet zomaar een jeugdboek. Op de cover staan twee halfnaakte jongens die elkaar omhelzen. Een prachtige, intieme foto. Het verhaal gaat
over de zestienjarige Pim, die met zijn moeder Yvette aan de Belgische kust woont. Yvette is eigenlijk meer een huisgenoot dan een moeder: ze zorgt niet echt voor Pim en die is dan ook meer bij de buren te vinden, in het gezin van Marcella en haar kinderen Gino en Sabrina.
Sabrina is verliefd op Pim, maar Pim en Gino hebben stiekem een relatie. Als ze maar even kunnen, zijn ze samen. Tot Pim op een dag Gino komt opzoeken en hij naar Duinkerken blijkt te zijn, dansen, met zijn vriendin Françoise. Pim voelt zich verraden en boos, en hij probeert uit alle macht Gino te vergeten. Dat lijkt ook even te lukken. Maar dan vertrekt Yvette. Pim gaat bij Marcella wonen, hij neemt de plek in van Gino, die naar Francoise is vertrokken. Als Marcella plotseling overlijdt, moeten de jongens wel weer met elkaar in contact komen, en dan komt Pim voor de tweede keer in het boek tot de conclusie: nooit gaat dit over.
Sollie schreef een prachtig verhaal over de liefde en wat dat met mensen doet. Hij beschrijft de gevoelige Pim als een zichzelf door het leven slepende puber. Het is een uitgemaakte zaak: hij is homoseksueel. Sterker nog: hij was liever een meisje geweest. Pim vindt nergens steun, behalve dan bij Marcella, die hem opvangt als was zij zijn eigen moeder. Sollie vertelt het verhaal in sobere bewoordingen, hij laat veel te raden over zonder onduidelijk te zijn. Heel beknopte ruimtebeschrijvingen maken de sfeer van het boek: ‘Ze dronken een glaasje water zonder verder nog iets te zeggen. Terwijl er nog zo heel veel te zeggen valt, dacht Sabrina. Maar ze vertikte het. Het hoefde allemaal niet meer. Ze ging bij de tuindeur staan. Het regende.’
Het moge duidelijk zijn: dit jeugdboek is niet zomaar een jeugdboek. Niet omdat het misschien niet geschikt is voor iedere lezer. Maar ook niet omdat het een prachtig verhaal is over het leven en de liefde.
MO
| |
Wat rijmt er op puree?
Edward van de Vendel
CPNB, 2005
ISBN 90 5965 017 4
Kinderboekenweekgeschenk
Edward van de Vendel is een auteur die voornamelijk voor kinderen in de basisschoolleeftijd schrijft. Hij dicht ook veel en goed, getuige bijvoorbeeld Superguppie - waarvoor hij samen met illustratrice Fleur van der Weel de Woutertje Pieterseprijs kreeg - en Superguppie krijgt kleintjes. Dat hij wel degelijk ook kan schrijven voor oudere leerlingen, liet Van de Vendel zien met het prachtige De dagen van de bluegrassliefde. De auteur heeft al eens laten vallen dat hij wellicht met Tycho, de hoofdpersoon uit dit boek, nog niet helemaal klaar is. Misschien verschijnt er dus nog een boek over hem.
Misschien heeft Van de Vendel met het kinderboekenweekgeschenk van dit jaar willen ‘oefenen’ in het schrijven voor wat oudere kinderen. Want hoewel Wat rijmt er op puree? zich helemaal afspeelt op en rond een basisschool, is het heel geschikt voor in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Cal en Gus zijn een tweeling, en zonder dat ze het zelf doorhebben, zijn ze de gangmakers in hun klas. Als hun eigen meester Montijn ziek wordt, komt juffrouw Fanny Strobreed invallen. Dit valt niet goed bij de klas, en zeker niet bij de tweeling. Ze willen haar kwijt en maken een plan. Dat plan werkt: juf Strobreed komt ook thuis te zitten. Toch voelen Cal en Gus zich er niet helemaal blij onder. En als dan Levineke, het mooie buurmeisje, ook nog eens boos wordt om wat ze hebben gedaan (‘Hebben jullie al aan haar gedacht vandaag? (...) Of ze kan slapen misschien?’) begint het geweten van de jongens te knagen. Ze willen het goedmaken. Maar ze willen niet dat dat betekent dat juf Strobreed toch terugkomt.
Van de Vendel verstaat de kunst om met heel gewone woorden heel ingewikkelde gevoelens precies weer te geven. En dat zet
| |
| |
soms aan tot lachen, soms tot denken. Precies wat een goed boek moet doen. Helaas heeft een kinderboekenweekgeschenk maar maximaal honderd pagina's, en kan dit een vervelende beperking zijn voor de auteur. Van de Vendel heeft daar ook een beetje last van: het verhaal moet af, en dat betekent dat er soms een sprintje getrokken. Gebeurtenissen en gevoelens wisselen elkaar dan ineens in te hoog tempo af.
Hopelijk is Wat rijmt er op puree? inderdaad een vingeroefening voor meer boeken voor deze leeftijdsgroep.
MO
| |
Boek en film
Het verschil zit in de details, zoals zo vaak. Raymond Lemorne, scheikundeleraar, vijftig jaar oud, fout baardje, zoekt naar een vrouw. Een vrouw die bij hem in de auto wil stappen, zonder dat iemand het ziet. Aan misbruik in de klassieke zin van het woord denkt hij niet, hij voert slechts een gedachteexperiment uit.
Op een stille landweg staat een jonge vrouw te liften. Als Raymond stopt komt achter de bosjes ook de onvermijdelijke jongeman tevoorschijn. Merde! In het boek zegt hij tegen het stel: ‘Ik heb ruimte genoeg voor twee, maar ik stopte omdat ik háár alleen wilde meenemen.’ In de film voegt hij er aan toe: ‘Salut,’ en steekt hij bij wijze van groet zijn hand uit het autoraam. Die hand, dat is het detail dat van Raymond Lemorne een persoon maakt, een scheikundeleraar van vlees en bloed. Dat gebaar, ergens op de grens tussen ironie en cynisme, dat snap ik zo goed dat Raymond opeens geloofwaardig wordt tot in de krochten van zijn zelfverklaarde sociopatie.
Inderdaad, ik heb het over Het gouden ei en over Spoorloos, beide geschreven door Tim Krabbé. Het boek is populair, maar Krabbé is ten onrechte nooit geaccepteerd als belangrijk auteur. De film gaat door voor een van de beste Nederlandse filmproducties. Bij herhaald herzien van de film valt daar wel wat op af te dingen, want de veel geprezen muziek van Henny Vrienten is opdringerig en gedateerd, de eveneens geprezen rol van Gene Bervoets als Rex Hofman is zeurderig en plat, en zelfs de bekroonde acteerprestatie van Johanna ter Steege als Saskia scheert af en toe gevaarlijk langs het randje. Gelukkig hebben we de door regisseur George Sluizer met briljante eenvoud in beeld gebrachte scènes met Raymond, gespeeld door de verder in Nederland onbekend gebleven Bernard-Pierre Donnadieu.
Raymond is een prototypisch Krabbé-personage, veel meer dan de vermeende hoofdpersoon Rex Hofman. De man als jongetje. De volwassen man die spelletjes speelt met het leven. Spelletjes van een bedrieglijke eenvoud. Zo zijn ze, jongentjes. Sociopaten. Bij herzien van de film vallen voor het eerst subtiele details op die vooruitwijzen naar het gruwelijke slot. Bij de eerste poging van Raymond om een vrouw te bedwelmen zien we, een visueel detail dat in het boek ontbreekt, op de achtergrond mannen een kuil graven. Tijdens de rit die Raymond en Rex naar Frankrijk maken worden ze - ook dit ontbreekt in het boek - staande gehouden door een motoragent die een defect aan de verlichting van de auto heeft geconstateerd en tevens opmerkt dat Raymond geen veiligheidsgordel draagt. Het eerste, zo verklaart Raymond, is een los contact, sorry, maar voor het tweede heeft hij een gecertificeerde medische verklaring: claustrofobie. Even later vertelt Raymond aan Rex dat hij zich, na het redden van een meisje van de verdrinkingsdood, afvroeg of behalve vanzelfsprekend heldengedrag ook moreel volstrekt abject gedrag tot zijn mogelijkheden behoorde. En dat weet je alleen door het te gaan doen en dan maar te zien hoe ver je komt. Iemand iets aandoen dat echt gruwelijk is. En dus - achter dit ‘dus’ gaat de monomane pracht van Krabbé's oeuvre schuil - eindigen zowel boek als film met een stuitend slot. In boeken zijn we dat wel enigszins gewend, maar film stelt doorgaans andere eisen. Dat Sluizer en zijn producent(en) het aandurfden om de film in de meest letterlijke zin op zwart te laten eindigen, ook dat is wat Spoorloos tot een bijzondere film maakt.
De film is op dvd verkrijgbaar: met wat geluk voor een prikje in de bakken van Van Leest of de Free Record Shop, of via www.afilm.nl in de box ‘Cinema der lage landen’.
FB
| |
Vertraagd effect
Anja Krans
Theaterinstituut Nederland, 2005
ISBN 90 70892 78 2
€ 20,-
Vijf jaar geleden werden enkele jonge getalenteerde theatermakers geïnterviewd voor een project van Theater Instituut Nederland. De bedoeling was deze mensen te volgen en de groep geleidelijk uit te breiden om gaandeweg een beeld van de ontwikkeling van een theatergeneratie tot stand te brengen. Vanwege een subsidiebeperking kreeg het project geen vervolg. Toch is er een voortzetting gekomen, waarvan de neerslag te vinden is Vertraagd effect van Anja Krans, een boek met de ondertitel Hedendaags theater in 1 inleiding en 18 interviews. Het is een veelomvattend theaterboek
| |
| |
geworden. Dat is verheugend, maar tegelijkertijd toont het daardoor onvermijdelijke tekortkomingen, zoals onvolledigheid, een zekere willekeur en oppervlakkigheid. Dat neemt niet weg dat het boek, dat niet speciaal voor het onderwijs is geschreven, een waardevol naslagwerk is en kan functioneren als een inspiratiebron voor CKV-studenten die meer over theater in een historisch en/of een persoonlijk perspectief te weten willen komen.
Krans schetst een overzichtelijk beeld van het Nederlandse theaterlandschap vanaf Aktie Tomaat in 1969 en weet belangrijke hoogtepunten en theatermakers redelijk objectief in kaart te brengen. De nadruk ligt op de jaren negentig. Dat ze niet compleet is en dat haar accenten of keuzes niet helder worden toegelicht, zal voor direct betrokkenen eerder een last zijn
dan voor leerlingen. Dat geldt wellicht nog meer voor de interviews die een nogal vrijblijvende en kritiekloze indruk maken. Wat nou precies de ontwikkeling van de theatermakers is en wat hun ontwikkeling betekent voor de ontwikkeling van het theaterklimaat komt niet expliciet aan de orde. Krans registreert vooral en laat de lezer zelf conclusies trekken. Wat wel duidelijk wordt, is dat theater steeds persoonlijker wordt, de diversiteit en dynamiek toenemen en dat steeds bredere lagen van de bevolking eraan deelnemen. Ook om die reden verdient dit boek een plaats op school.
HL
| |
Zicht op sites
De laatste donderdag van januari is het weer zo ver: u mag een poëziefeestje geven of bijwonen. Poëzie in Nederland en Vlaanderen wordt een dag lang ‘in het zonnetje gezet’. Het klinkt allemaal niet erg vreugdevol, maar het zal wel ergens goed voor zijn. De meest recente zonnestralen zijn te vinden op www.gedichtendag.org. In augustus was er in de Rode Hoed in Amsterdam een schrijfdag. Dit is een terugkerend verschijnsel, dus blijf op de hoogte via www.schrijfdag.nl. Kleinschalige activiteiten spreken dikwijls meer tot de verbeelding. Vanuit Nijmegen is een nieuw online literaire tijdschrift te bezoeken met onder meer Victor Vroomkoning, Yorgos Dalman, Pom Wolff en Merijn Hilte, de plaatselijke stadsdichter. De dichters kennen elkaar van poetry slams. Ontmoet hen op www.komkommerenkwel.nl.
Cultonline streeft ook kleinschaligheid na: via www.cultblog.nl kunnen jongeren per provincie hun culturele ontboezemingen kwijt - een aardig initiatief, al blijkt de grens tussen zin en onzin niet altijd aanwijsbaar. Wat jongeren ervan vinden is me nog niet duidelijk. Neem dan liever een kijkje op een van de vele fotografensites, zoals van student www.photomike.net - zeker ook inspirerend voor leerlingen. Vooral visueel valt er steeds meer te genieten op internet. Op www.beeldengeluid.nl komt u ogen en tijd tekort. Er zit een verwijzing naar gemiste tv-programma's op, maar daarvoor is ook www.tvopjepc.nl geschikt. Waardevol lijkt mij www.teleblik.nl. Dit samenwerkingsproject beoogt beeldfragmenten voor het onderwijs geschikt te maken. Wie visueel is ingesteld, maar liever zijn eigen film maakt, kan terecht op www.stichtingbeeldverhaal.nl, een onmisbare website voor de stripliefhebber. Vandaaruit is een bezoekje aan www.boschuniverse.org een kleine stap. Via de schilder Jeroen Bosch kunt u vervolgens prachtige Spaanse musea virtueel bezoeken. In dit verband moet ook www.spacesoup.nl worden vermeld.
Spacesoup is een CKV-lesprogramma over architectuur en vormgeving voor leerlingen. Zij ontdekken er dat architectuur en vormgeving overal aanwezig zijn.
Internet is natuurlijk ook een prima middel om toegankelijke archieven te creëren. Zo is www.cultuurportfolio.nl een digitaal archief met resultaten van lessen en activiteiten op het gebied van kunst en cultuur: verslagen, foto's van werkstukken, presentaties, etc. Theaterliefhebbers kunnen niet om www.tin.nl heen, maar ook een bezoek met lijf en leden aan het theaterinstituut aan de Herengracht in Amsterdam is de moeite waard. Een beetje rommelig en onvolledig, maar daarom zeker zo aardig en verrassend is www.pienternet.be. Een wetenswaardig archief voor studenten en docenten met tal van links. Wilt u zelf aan de slag als archiefmedewerker? Ga dan naar http://nl.wikipedia.org - de nieuwe encyclopedie voor en door iedereen.
Voor de vakdocent zijn er diverse poorten die nu en dan geraadpleegd kunnen worden, niet alleen om op de hoogte te blijven, maar vooral ook om tijd te besparen. Deze poorten voorkomen dat je het wiel gaat zitten uitvinden en onnodig eigen oefenmateriaal maakt. Als voorbeeld noem ik www.edu- | |
| |
kw1c.nl/460/ - van het Koning Willem 1 College in Den Bosch waar een heleboel materiaal en links bijeen zijn gezet, die door studenten eenvoudig te raadplegen zijn. Interessant in dit verband is ook www.nederlandsonline.nl - van uitgeverij Instruct - die steeds meer materiaal - teksten en oefeningen - digitaal aanbiedt en leerlingen de mogelijkheid biedt individueel te werken. Een werkwijze die in rap tempo het studieboek naar de achtergrond zal laten verdwijnen, wat geen ramp hoeft te zijn, mits de aanpak en de integratie van de docent niet te wensen overlaat. De poort www.kennisnet.nl zal inmiddels bij de meesten in het favorietenmandje zitten, en dat geldt vermoedelijk ook voor www.stepnet.nl, maar www.eenvoudigcommuniceren.nl - vooral interessant voor vmbo-docenten lijkt me eveneens belangwekkend, omdat wordt ingezien dat een grote groep jongeren een eigen aanpak verdient. Dat geldt uiteraard ook voor hoogbegaafden. De website www.mensa.nl behartigt de belangen van zeer intellectuele mensen. Als u vermoedt dat aan de werking van het brein nog iets valt te verbeteren, dan biedt www.brainstudio.nl wellicht uitkomst. De kernproducten van BrainStudio zijn het verzorgen van trainingen en workshops op het gebied van sneller leren, effectiever informatie verwerken en het vergroten van creativiteit. Tot slot: na al het surfwerk is het niet onverstandig eens naar www.hitmanpro.nl te gaan.
Opgeruimd staat netjes. Wilt u tot slot gewoon even ontspannen, klik dan voor een paar minuutjes naar http://crylown.stsland.ru/bird.swf.
HL
|
|