[Nummer 1]
Tsjip
‘Ik had een hele tijd nodig om te begrijpen waar hij vandaan kwam. De kleine prins ondervroeg mij voortdurend maar scheen mijn vragen nooit te horen. Pas langzamerhand, door toevallig gesproken woorden, is het mij duidelijk geworden. Zo vroeg hij, toen hij voor het eerst mijn vliegtuig zag (ik zal het maar niet uittekenen, dat is me veel te moeilijk):
- | Wat is dat voor een ding? |
- | Dat is geen ding. Het vliegt. Het is een vliegtuig, mijn vliegtuig. |
En ik was er een beetje trots op hem te vertellen, dat ik kon vliegen. Toen riep hij uit:
- | Maar dan ben je uit de hemel gevallen! |
- | Ja, zei ik bescheiden. |
- | Nee maar. dat is grappig... |
En de kleine prins begon uitbundig te lachen. Dat maakte me een beetje boos. Ik stel er prijs op dat men mijn ongeluk serieus neemt.
Toen zei hij weer:
- | Dus dan kom jij ook uit de hemel! Van welke planeet? |
Meteen begreep ik, dat dit een beetje licht zou werpen op de geheimzinnigheid van zijn verschijning en ik vroeg plotseling:
- | Dus jij komt van een andere planeet? |
Maar hij antwoordde niet. Zacht schudde hij zijn hoofd terwijl hij mijn vliegtuig bekeek:
- | Ja, daarmee kom je natuurlijk niet van ver... |
En een hele tijd was hij in gepeins verzonken. Toen haalde hij mijn schaap uit zijn zak en bekeek zijn schat met diepe aandacht.
Je begrijpt wel hoe nieuwsgierig ik was geworden door die vage aanduiding van “de andere planeten”. Ik probeerde daarover dus meer te weten te komen.
- | Waar kom je vandaan, klein kereltje? En waar is je “thuis”? Waarheen wil je je schaap meenemen? |
Na een lang, peinzend stilzwijgen antwoordde hij:
- | Weet je wat mooi uitkomt? Met die kist die je me gegeven hebt, heeft het schaap meteen een huisje voor de nacht. |
- | Natuurlijk. En als je lief bent, zal ik je ook een touw geven om het overdag vast te leggen. |
Dit vond hij blijkbaar een vreemd plan.
- | Vastbinden! Wat een gek idee. |
- | Maar als je hem niet vastbindt, loopt hij weg en verdwaalt... |
Toen schaterde hij het weer uit.
- | Maar waar moet hij heen? |
- | Zo maar ergens. Rechtuit... |
Toen zei de prins serieus:
- | Dat doet er niets toe. Bij mij thuis is het allemaal zo klein! |
En een beetje verdrietig misschien voegde hij eraan toe:
- | Rechtuit kom je niet erg ver... |
Uit: Antoine de Saint-Exupéry, De kleine prins. Rotterdam; Ad. Donker, z.j., p. 13-16’.