| |
| |
| |
Leeswijzer
Hendrickje Spoor
De zomer van Apollo
De Bezige Bij, 2003
ISBN 90 234 1161 7
€ 18,50
De zomer van Apollo is het vijfde boek van Hendrickje Spoor, die in 1993 debuteerde met de roman Verweerde spiegels. De centrale figuur is Julia Boyer, een wat nimfachtige beeldhouwster die op het landhuis Oude Stein van haar gestorven ouders woont. Na de dood van haar vader, de laatste bewoner, is zij er blijven handen en werkt in een van de bijgebouwen in alle stilte en eenzaamheid stug door aan een collectie beelden van Italiaans marmer. Het voortbestaan van het landhuis wordt bedreigd sinds het tussen snelwegen is komen te liggen. Julia's vader heeft al eerder vierhonderd hectares grond verkocht aan de gemeente Nieuwe Stein. Het huis past Julia evenwel als een jas: ‘Net zo versleten als de kasjmier sjaal van haar moeder, net zo comfortabel als de met bont gevoerde cape van Papa.’
Het is meteen duidelijk; er is sprake van oud geld. Waarschijnlijk voldoende om de hoofdpersoon te ontslaan van andere inkomstenbronnen - van verkoop van haar beelden is gedurende dit verhaal, deze zomer, ook geen sprake. De enige transactie is de aankoop van ander materiaal dan marmer, wanneer haar steenhouwer dit deze zomer niet kan leveren.
Julia's isolement wordt doorbroken door de - aanvankelijk onaangenaam gevoelde - komst van Marius Kruger. Hij is een gesjeesde leraar, vastbesloten Oude Stein op te knappen en permanent voor de ondergang te behoeden. Dat hij een dubbele bedoeling heeft - samen met zijn vriend Joep Beekman Oude Stein op den duur inrichten als regionaal informatiecentrum - weet de lezer wel, maar helaas de wat naïeve Julia niet. Zij reageert in het begin terughoudend op zijn steeds terugkerende komst. Aanvankelijk komt hij niet verder dan de tuin, dan de keuken en hij zal - ook dat verrast de lezer niet - in Julia's bed belanden.
Een braaf en voorspelbaar boek, vrees ik, maar wel interessant om met 5- of 6-vwo eens parallellen te leggen met de naturalistische romans van Couperus en tijdgenoten. De personages van Julia en Marius vragen erom. Of, wie zich daaraan waagt, een extra opdracht richting D.H. Lawrence's Lady Chatterley's Lover, waar Joep eens aan refereert als het om Marius' gedrag gaat.
AMR
| |
Herman Brusselmans
De droogte
Prometheus, 2003
ISBN 90 446 0303 5
€ 18,-
Van Simon Vestdijk werd gezegd dat hij sneller kon schrijven dan
God kon lezen, en inderdaad, zijn bibliografie beslaat bijna evenveel pagina's als het complete werk van Nescio. Het lijkt er echter op dat Herman Brusselmans Vestdijks plaats in het Guiness Book gaat overnemen: de Vlaming publiceert elk jaar een roman: sinds zijn debuut in 1982 geeft hij er al twintig op zijn naam staan plus nog wat ander werk. Hij beschrijft zichzelf als een ‘professioneel uitdrager van een negatieve levenshouding’. Die instelling vertolkt hij echter met veel (melige) humor. De droogte gaat over Fabio, net gescheiden, uit huis gezet, ontslagen en verslaafd aan drank. Hij besluit bij zijn moeder te gaan wonen, die daar niet echt blij mee is. Fabio grijpt alles aan om geld te verdienen, maar erg succesvol wil hij alsmaar niet worden.
Een dialoog als de volgende is typerend voor Brusselmans: ‘“Sinds ik bij dokter Robijns [psychiater, JD] ben geweest,” zei hij, “ben ik helemaal... hoe heet dat als je niet meer abnormaal bent?” “Normaal,” zei ik. “Ben ik helemaal normaal,” zei hij. “Waar had jij last van?” vroeg ik. “Van die ziekte, ik ben de naam vergeten, dat je altijd met z'n tweeën bent.” “Schizofrenie,” zei ik. “Ja, daar had ik last van, maar nu ben ik het kwijt,” zei hij. “Niet waar!” riep hij met een heel andere stem. “Helemaal kwijt ben je het geloof ik toch nog niet, Vincent,” zei ik. “Ik wel,” zei hij, “maar mijn andere persoonlijkheid heeft er nog wat last van.”’
Wie dit type humor weet te waarderen, zal genieten van De droogte!
JD
| |
Louis Ferron
Werken aan barmhartigheid
De Bezige Bij, 2003
ISBN 90 234 1163 3
€ 18,90
Al dertig jaar schrijft Louis Ferron romans; Gekkenschemer uit 1974 was zijn debuut. Werken van barmhartig moet ongeveer zijn vijfentwintigste prozaboek zijn, naast vier poëziebundels en zeven toneelstukken, libretto's. Meer dan een boek per jaar dus. Een hardwerkende schrijver die ook in dit boek kiest voor zijn
| |
| |
woonplaats Haarlem als decor, net als eerder in De walsenkoning en Viva suburbia. Er zijn twee hoofdpersonen: Otto Wandelaar, die van beginnend dichter verviel tot verslaggever van het suffertje de Kennemer Bode, en Bernhard Oolsdorp, die ook verviel, maar nu van ‘rechtskundig adviseur’ tot banneling in Twente en die een afkeer van alles heeft.
Wandelaar zoekt Oolsdorp op om de waarheid te achterhalen rond Teuntje (eigenlijk Antoinette) Schrader, wier Marokkaanse zoontje Idriss in 1995 op twaalfjarige leeftijd verdronk. Oolsdorp had het toen voor Teuntje opgenomen, toen hij haar als rechtskundig adviseur op televisie had gezien. Zij was door de pers tot ‘item’ werd gemaakt, en na te veel druk en een overdosis aan mystiek zichzelf pleegde ze zelfmoord. Wandelaar is mislukt als poëet, zijn vrouw ging er vandoor met een Haarlemse kakker en hij wordt gaandeweg door Oolsdorp verdacht van verkeerde praktijken; hij zou de zaak vernachelen, bespioneren. Hiermee bereikt het boek, dat van meet af aan al in een werkelijk prachtige taal is geschreven, zijn absolute hoogtepunt. Lachsalvo's zijn niet van de lucht.
Of Ferron nog vijfentwintig van deze fantastische romans zal schrijven is de vraag, maar er is zoveel waardevols in te halen voor degene die verder wil kijken dan de geijkte boeken die toch al alle media-aandacht krijgen. Een aanrader voor iedereen die binnen en buiten Haarlems grenzen woont.
AMR
| |
Tonnus Oosterhoff
Dans zonder vloer
De Bezige Bij, 2003
ISBN 90 234 1160 9
€ 17,50
Na Vogelzaken (1991) en Kan niet vernietigd worden (1996) is Dans zonder vloer de derde verhalenbundel van Tonnus Oosterhoff, ook dichter, romancier en essayist. In vier verhalen staan kwetsbare mensen centraal. Maar daarmee is het geen tragisch boek, integendeel. Door de droogkomische stij, de soms hilarische dialogen en gesprekken, en beschrijvingen van sensibele situaties, blijft er na lezing eerder een vrolijk en verwarrend gevoel achter.
In het eerste verhaal ‘Drie maal dezelfde, driemaal een ander’ neemt Oosterhoff de gedaante aan van een auteur van Mijn Geheim, zo blijkt tegen het einde van het verhaal als het slot over moet van de redactrice. Driemaal keert de liefde tussen twee personen terug, in drie totaal verschillende omstandigheden en tijden. De hoofdpersoon in ‘Lucht in water oplossen’ is in de weer met mummies die hij in water weekt en die op hun beurt als gezelschap voor zijn demente moeder kunnen dienen. Hoewel horrorachtig, leest het als een verhaal bomvol genegenheid. En daarin zit 'm de crux: alle verhalen gaan niet zozeer over de liefde zelf, maar om andere grote zaken - leven, dood, vergankelijkheid. Zo ook het derde verhaal over de schaakmafkees, die waarschijnlijk niet alleen van schaken gek werd, maar ook van de door hemzelf vergeten moord die hij jaren eerder pleegde in Ierland en zijn idiotie om fouten in De donkere kamer van Damokles op te sporen. Het vierde verhaal laat ik u graag zelf lezen; de roerdomp alleen al wordt een nooit te vergeten monument.
AMR
| |
Arthur Japin
Een schitterend gebrek
Arbeiderspers, 2003
ISBN 90 295 234 5
€ 17,95
Arthur Japin boort een interessante geschiedenis aan, namelijk die van Giovanni Cassanova en zijn eerste liefde Lucia. Lucia, die als vijftienjarige verliefd wordt op de twee jaar oudere Giovanni, heeft nooit de kans gekregen haar liefde te bezegelen. Na de eerste ontmoeting slaat het noodlot toe: ze krijgt de pokken, overleeft weliswaar, maar haar gezicht is volledig verminkt. Als haar geliefde terugkeert, durft ze hem niet onder ogen te komen. Teleurgesteld trekken beiden hun eigen plan. Hij gaat zijn leven lang op zoek naar de maagd uit zijn jeugd. Zij vertrekt naar Nederland, waar ze uiteindelijk in Amsterdam als gesluierde hoer weet te overleven. Als op een dag de twee elkaar ontmoeten, houdt zij haar sluier op en maakt ze zich niet bekend. Wel maakt ze de droom uit haar jeugd alsnog af, en maakt hem duidelijk dat het destijds geen verraad was, maar een daad van liefde. Ze geeft haar lichaam aan hem, maar niet haar ziel.
Japins invalshoek is verrassend en werpt nieuw licht op een mogelijke realiteit, maar toch ontbeert de roman opnieuw de overrompelende kracht van zijn debuut De zwarte met het witte hart. Er zijn te veel passages die nodeloos ophouden; de zoektocht van de twee ex-geliefden grijpt je onvoldoende naar de
| |
| |
strot. Japin heeft in deze roman niet alleen een onderwerp uit de achttiende eeuw onder de loep genomen, maar hanteert eveneens een stijl die past bij de bepoederde pruiken. Zijn taal heeft dikwijls iets plechtstatigs, wat soms intrigeert, maar vaak ook onnodig veel afstand creëert.
Deze roman is meer een liefdesroman dan een historisch verhaal. In de roman wordt de kracht van liefde afgezet tegen de waarde van kennis, eigenwaarde en tolerantie. Liefde, zo betuigt Japin, is de grootste kracht die de mens bezit en het zoeken naar een evenwicht tussen hart en verstand, evenals tussen liefde geven én nemen, moet ons grootste streven zijn. Lukt dat niet, dan rest slechts ontsporing. Het historische decor biedt mogelijkheden tot bespiegelingen over het Verlichtingsdenken, de sociale klassen, de omgangsvormen en de hypocriete seksuele moraal, met hier en daar verwijzingen naar het heden, maar slaat je niet vast in historische ketenen.
HL
| |
Paul Claes
Lily
De Bezige Bij, 2003
ISBN 90 234 1162 5
€ 18,50
Met Lily, de nieuwe roman van Paul Claes, is iets vreemds aan de hand, want niet eerder publiceerde deze auteur een boek dat op het eerste gezicht zo toegankelijk is; maar vooral: waar op het eerste, tweede en derde gezicht ook weinig meer aan te beleven is dan het al te simpele verhaaltje. De tekst van de achterflap van zijn nieuwste roman doet al iets vermoeden, maar als lezer denk je dan nog dat het tongue in cheek is: ‘Lily zoekt zich een weg in het leven en de liefde. Ze loopt in het spoor van haar vriendin Alice, die alles heeft wat zij ontbeert: charme, durf en verstand. Tijdens een vakantie in een bergdorp voelen ze zich allebei aangetrokken door de aantrekkelijke gids. Gaandeweg krijgt Lily meer zelfvertrouwen. Maar dan neemt haar leven een onverwachte wending.’
Je moet naar durven, om je lezers met zo'n aansporing tot lezen aan te zetten! In de roman zelf wordt deze toon doodleuk voortgezet: ‘De zusjes zagen groen van nijd. Lily was de vijfde van haar klas geworden en Tiny, brutale Tiny, had een vakantietaak. Elke dag moest ze een uur studeren. Tony bleef bij haar. Als troost. / Alice was met haar neefje aan zee. De eerste schooldag zou ze pronken met haar bruine benen. Waarom mocht Lily niet? Pappa verdiende niet genoeg, zei mamma.’
Tuttiger, duffer en braver kan bijna niet. En het plot is ook van dien aard. Het lijkt op een doorsnee kasteelroman. Maar een roman van Paul Claes, die kan toch niet zo zijn?! Of Claes heeft de lezer op grootse wijze voor de gek gehouden door hem een verhaaltje in de maag te splitsen dat de schrijver ongetwijfeld met veel plezier heeft geschreven, maar dat het niveau van een b-roman nergens ontstijgt, of ik zie een leeswijze over het hoofd die deze roman veel meer doet gelijken op zijn eerdere romans. Wie het weet mag het zeggen.
JB
| |
Geerten Meijsing
Malocchio
Arbeiderspers, 2003
ISBN 90 295 3098 7
€ 17,95
Sinds voor veel Nederlanders de Hemel definitief achter de horizon is verdwenen, neemt het ‘huisje in Toscane’ de rol over van Aards Paradijs. Van allerlei kanten is de lof bezongen van dit mooist denkbare bezit; Iyrische beschrijvingen van het landschap, het klimaat, de mensen, kortom van Het Leven In Toscane wekken de indruk dat alleen wie niet weet wat goed voor hem is, genoegen neemt met Terschelling of de Ardennen.
Geerten Meijsing heeft een belangrijk deel van zijn leven doorgebracht in een huisje in Toscane en in Malocchio beschrijft hij zijn haat/liefde voor de streek, nuanceert de lyriek van de glossy bladen en maakt duidelijk dat leven in Toscane één belangrijk minpunt heeft, namelijk dat je er altijd buitenlander bent en blijft. Een belangrijk deel van het verhaal betreft de strijd die de hoofdpersoon moet voeren met zijn huisbaas die hem op allerlei manieren dwarszit. Daarnaast, en dat is de hoofdlijn van het verhaal, vertelt Meijsing over de opvoeding die de hoofdpersoon aan zijn dochtertje geeft, als zijn vriendin hen in de steek gelaten heeft. In het drieluik Veranderlijk en wisselvallig (1987) Altijd de vrouw (1991) en Een meisjesleven (1981) beschreef Meijsing beeldend hoe de relatie met de ‘vriendin van zijn leven’ begon, zich ontwikkelde en uiteindelijk mislukte. In Malocchio (letterlijk: ‘het boze oog’; Meijsings dochtertje beschikt daarover volgens de huisbaas) wordt het drieluik gecompleteerd met de jaren van de opvoeding. De beschrijving van de opvoedingsperikelen
| |
| |
wordt fraai gecombineerd met de andere twee verhaallijnen: het leven in Toscane en de machtsstrijd met de huisbaas. Een aantrekkelijk verhaal, al is enige kennis van het Italiaans wel bijna necessario.
JD
| |
Bart Moeyaert
Verzamel de liefde
Querido, 2003
ISBN 90 451 0046 0
€ 11,95
| |
Bart Moeyaert
De schepping
Querido, 2003
ISBN 90 451 0079 7
€ 13,95
Kort na elkaar verschenen onlangs twee nieuwe publicaties van Bart Moeyaert, een schrijver die een veelschrijver genoemd zou kunnen worden, ware het niet dat deze benaming een bijklank heeft van kwalitatief minder hoogstaand. Dat is op hem in het geheel niet van toepassing. Het zijn twee boeken geworden om te koesteren.
Met Verzamel de liefde debuteert Moeyaert als dichter, na eerder romans, verhalenbundels en een toneelstuk te hebben gepubliceerd. De bundel bestaat uit 31 niet al te lange gedichten. Het openingsgedicht is - bijna zou ik zeggen: ‘zoals het hoort’ - programmatisch, een gedicht over het niet kunnen dichten. Vervolgens voornamelijk liefdesgedichten, enkele - impliciet - religieuze gedichten en een klein aantal gedichten over het maken van gedichten. Een zeer volwassen bundel.
Moeyaert schreef De Schepping, een nieuwe versie van het scheppingsverhaal, in opdracht van het Nederlands Blazers Ensemble. Op de live-cd bij de speciale editie van de boekuitgave van de tekst van Moeyaert speelt het NBE het oratorium Die Schöpfung van Franz Josef Haydn in de bewerking voor blazers van zijn tijdgenoot Josef Triebensee, afgewisseld door het verhaal van Moeyaert, door hemzelf voorgedragen. Het groot formaat boek met Moeyaerts versie van het openingsverhaal uit Genesis wordt vergezeld door prachtige tekeningen van Wolf Erlburch. Het is een zeer heldere, geestige, poëtische en ook filosofische tekst geworden. In zijn ambitieuze poging een nieuwe versie te schrijven van het scheppingsverhaal is Moeyaert met glans geslaagd.
JB
| |
Charlotte Glaser Munch
Voor Kaya
Lemniscaat, 2003
ISBN 90 5637 514 8
€ 12,95
Niet alleen verscheen bij Lemniscaat de nieuwe, zeer fraaie roman van Per Nilsson, 17, ook Voor
Kaya, de debuutroman van de Noorse Charlotte Glaser Munch, kwam in het Nederlands uit. Het boek gaat over de zestienjarige Kaya, die een jaar geleden haar moeder verloor. Zij woont nu alleen met haar vader en voelt zich eenzaam en onbegrepen met haar verdriet. Op zolder vindt ze een schrift dat haar moeder voor haar heeft achtergelaten. Haar moeder hield altijd een dagboek bij, omdat ze het belangrijk vond ‘jezelf op papier neer te zetten. Om een kijkje te nemen in je eigen hoofd, je ervan te overtuigen dat je wel degene bent die je wilt zijn.’ Kaya schrijft in het blauwe schrift over zichzelf, haar vriendinnen, haar vader en haar problemen. Eigenlijk is het een lange brief aan haar moeder, van wie ze nog niet heeft geaccepteerd dat ze er echt niet meer is. Kaya moet door een diep dal, maar mede dankzij haar dagboek redt ze het.
Voor Kaya is een prachtig, gevoelig boek. Kaya is een echte puber: gevoelig en onzeker. Munch heeft haar op papier heel levend en herkenbaar gemaakt: Kaya kan iedere willekeurige puber zijn. Het boek, dat er uitziet zoals Kaya's dagboek er uit moet zien, spiegelt het leven niet mooier voor; de wereld wordt beschreven zoals die is: moeilijk, zwaar en rauw, maar ook vrolijk en zonnig. Een prachtig boek voor gevorderde lezers aan het eind van klas twee en in klas drie.
MO
| |
Joost Heyink
Het web
Van Holkema en
Warendorf, 2003
ISBN 90 269 9747 7
€ 11,99
| |
Hieke van der Werff
www.hellupme.nl
De Vier Windstreken, 2003
ISBN 90 5579 978 5
€ 12,50
Het internet is niet meer weg te denken uit onze samenleving, en zeker niet uit de wereld van pubers. Dat internetten niet altijd zonder gevaar is, laat Joost Heyink zien in zijn roman Het web. Meg houdt van chatten, omdat het zo lekker spannend en anoniem is. Ze heeft drie alter ego's waarmee ze inlogt in de chatboxen. Ze ontmoet er BeauX, een
| |
| |
jongen op wie ze verliefd wordt. Hoewel ze zelf heel goed weet wat de gevaren zijn van het afspreken met chatvrienden, spreekt ze toch met hem af. Dat waar ze heimelijk bang voor is, gebeurt: BeauX is geen leuke zestienjarige, maar een oude viezerik en ternauwernood ontkomt Meg aan een verkrachting. De politie kan met haar aangifte niet zo veel, omdat de identiteit van de man niet bekend is. Meg besluit zelf dan maar op onderzoek uit te gaan.
De lezer beleeft alles heel direct met mee, ook haar chatgesprekken zijn door Heyink uitgeschreven. Voor ons volwassenen is dit lastig te volgen, want die chattaal is best ingewikkeld. Onze leerlingen zullen het geweldig vinden dat ‘hun’ taal zo gebruikt wordt. In Het web vinden de leerlingen van nu dus eigenlijk dat wat hen bezighoudt: internet en verliefdheid. Het boek zit goed in elkaar en leerlingen uit de tweede en derde klas zullen ervan smullen - en hopelijk ook de boodschap meekrijgen dat ze uit moeten kijken met het internet.
Hieke van der Werff heeft eveneens het internet als onderwerp genomen in www.hellupme.nl. Zij ziet echter alleen de voordelen ervan: Niels heeft een vader die erg ziek is en hij weet niet goed hoe hij hiermee moet omgaan. Niels heeft de site www.hellupme.nl ontdekt, waar hij onder de valse naam Kim om hulp vraagt bij zijn probleem. Zijn vriendinnetje Lisa en hun vriendje Dennis, allen achtstegroepers, lezen de oproep en besluiten Kim te helpen. Dankzij het internet komen ze steeds dichter bij het antwoord op de vraag ‘Is er leven na de dood?’ Van der Werff schrijft wat naïef: in haar verhaal gebeuren dingen die niet logisch zijn. Zo blijkt de moeder van Niels het brein achter de site te zijn, maar had zij niet genoeg aan haar hoofd met een man die op sterven lag? Dat Niels en Kim een en dezelfde persoon zijn, ligt er ook aardig dik bovenop, maar Van der Werff mikt dan ook op wat jongere lezers. Wellicht is het boek voor minder ervaren brugklassers een leuk opstapje.
MO
| |
Willem Bek
De schaduw
Prometheus, 2003
ISBN 90 6494 117 3
€ 12,95
Down to earth en een beetje magie, dat is De schaduw van Willem Bek. Het boek vertelt het verhaal van Sanne. In Sannes dorp wonen twee zonderlinge tweelingbroers, Bor en Jorre. Van hen wordt gezegd dat ze moordenaars zijn, en dat je maar beter uit hun buurt kunt blijven. Sanne is echter veel te nieuwsgierig en op een middag fietst ze naar hun huis. Daar ontdekt ze dat de broers nog een huisgenote hebben. Sannes ouders hebben ondertussen veel met haar te stellen: als echte brugklasser pubert ze er lustig op los. De ontdekking van de geheimzinnige huisgenote zet het leven van Sanne en haar moeder behoorlijk op zijn kop.
Sanne is niet alleen op zoek naar het geheim van Bor en Jorre, ze zoekt ook een eigen identiteit. Deze twee speurtochten lopen prachtig parallel en zullen ook veel brug- en tweedeklassers aanspreken. Ruzies thuis over bijvoorbeeld het nemen van een neuspiercing zullen hun bekend voorkomen. Tegelijkertijd maakt Bek gebruik van zijn mogelijkheden als schrijver, door een beetje magie, iets toverachtigs toe te voegen. Hij neemt de lezer wel serieus: het verhaal blijft spannend en aannemelijk. De schaduw is een herkenbaar boek, dat ook nog boeit en gemakkelijk leest - een prima boek voor de klassen een en twee.
MO
| |
Jesse Goossens
Dit is theater
Lemniscaat, 2003
ISBN 90 563 7565 2 / 90 563 7566 0
€ 24,95 / € 29,95
Voor uitgeverij Lemniscaat is ook vormgeving belangrijk: een boek moet een geschenk zijn. Dit is theater, een informatief boek over podiumkunsten, is zo'n boek dat je graag cadeau krijgt of geeft.
Het ziet er prachtig uit: mooie, stevige vorm, goede papierkwaliteit, talrijke kleurige illustraties, subtiel kleurgebruik en een aangename bladverdeling. Door de heldere toonzetting van Jesse Goossens en door de uiteenzettingen via persoonlijke verhalen van artiesten is het boek toegankelijk voor jongeren. Het uitgangspunt bij alle hoofdstukken is de magie van het theater en de bevlogenheid van de kunstenaar. Theater wordt als een avontuur gezien, het boek wordt als ontdekkingsreis gepresenteerd, een eigentijds cliché, maar het werkt vermoedelijk wel. Het belerende vingertje ontbreekt, jongeren worden uitgenodigd rond te kijken in de wereld die theater heet. Uitgever Boele van Hensbroek is zich bewust geweest van de onmogelijke opgave om een alomvattend theaterboek te maken, zo schrijft hij zelf in het slotwoord. Daarin is hij ook niet geslaagd. Tal van spraakmakende theaterstukken, met name ook jongerentheatervoorstellingen, Vlaamse producties en streetdanceproducties blijven onvermeld en het geheel blijft noodgedwongen oppervlakkig.
Ondanks het brede spectrum lijkt vooral de invalshoek van de gevestigde orde en dus de traditionele disciplineverdeling aan de basis te liggen. Op geen enkele wijze blijkt uit Dit is theater dat de maatschappij verandert. Dat neemt niet weg dat Dit is theater een aangenaam en interessant
| |
| |
boek is, dat op school in iedere mediatheek of CKV-boekenkast een plaats verdient.
HL
| |
Els van Steenberghe (red.)
Groot toneel
Bebuquin, 2003
ISBN 90 751 7526 4
€ 15,-
Kunsteducatie staat in Nederland erg in de belangstelling. In België is die belangstelling er ook wel, maar door de afwezigheid van bijvoorbeeld CKV als onderdeel van het leerplan, zijn het vooral de theatermakers die zich daarmee bezig houden. In Groot toneel zijn een aantal beschouwingen over het Vlaamse jeugdtheaterlandschap bijeengebracht. De verscheidenheid van bijdragen is geordend rond de begrippen ‘grens’, ‘jeugdtheater’ en ‘kindbeeld’. Het is een bont geheel met essays van mensen als Willem Elias, Kathleen van Langendonck, Gerhard Verfaillie en Stefaan Vandelacluze. Het zijn namen die doorgaans weinig associatie oproepen en nog eens bevestigen dat Vlaanderen soms erg ver weg is. De bijdragen zijn veelal gericht op Vlaamse theatermakers, want de auteurs gaan ervan uit dat de lezer vertrouwd is met het Vlaamse jeugdtheaterlandschap, maar stellen toch vrij algemene vragen aan de orde. Het Vlaamse jeugd- en jongerentheater heeft vaak een hoog niveau. Het is artistiek gedurfd, spreekt sterk tot de verbeelding en combineert taal en beweging op een bijzondere manier. Via deze bundel ontmoeten direct betrokkenen elkaar, wisselen ze van gedachten en proberen ze luiken open te gooien, in de wetenschap dat de vloer niet de enige ontmoetingsplek is. In die zin is het een prikkelende verzameling teksten, maar wel vooral de moeite waard voor theatermakers.
HL
| |
Boekman 57
Vijftiende jaargang, herfst 2003
€ 12,-
Het ‘tijdschrift voor kunst, cultuur en beleid’ van de Boekmanstichting (www.boekman.nl)
heeft eerder dit jaar een ware metamorfose doorgemaakt. Vaak is dat louter visueel, deze redactie is er echter in geslaagd ook inhoudelijk een fikse verbeterslag te maken. Nummer 57 verscheen in de herfst van 2003 en is gewijd aan de kunstkritiek. Niet alleen de kunst zelf wordt tegenwoordig in een crisis verklaard, ook de kunstkritiek is dat, menen sommigen. Vragen worden opgeworpen als ‘Hebben kunstcritici nog een visie of zijn ze op aarde om het publiek “zo betrouwbaar mogelijk” te informeren?’ en ‘Waarom is de ruimte voor kunstkritiek in dag- en weekbladen met 30% gedaald?’
Opgenomen zijn artikelen over theaterkritiek, beeldende kunst kritiek, het ontbreken van modekritiek en de ‘psychotoxische’ uitwerking van wrede kritiek. Interessant is de bijdrage van Susanne Janssen over de beroepspraktijk van kunstcritici. Zij ondervraagde een groep van achthonderd critici. Opmerkelijk is dat een groot deel van de respondenten meent dat de Nederlandse dag- en weekbladen nauwelijks oog hebben voor nietgevestigde vormen van kunst, waaronder architectuur, design en jeugdliteratuur. Opmerkelijk is ook dat het profiel van het medium, de concurrentiepositie ten opzichte van andere bladen en de status van de maker van essentieel belang worden geacht; vandaar dat een slecht boek van Mulisch eerder zal worden besproken dan een goed boek van een onbekende debutant. Lezenswaardig is de column van Margot Dijkgraaf over de lauwheid van de literaire kritiek in de Franse media en de rol van de ‘Parijse kluwen’; en de pittiger bijdragen van Nel van Dijk over het gezag van de criticus en Hugo Verdaasdonk over de willekeur van de recensent.
AMR
| |
Zicht op sites
‘Informatie zoeken op internet is met hooivorken harken naar een speld in een hooiberg,’ beweerde de Volkskrant enige tijd geleden. De gigantische hoeveelheid documenten en afbeeldingen op internet vormt een ongekende bibliotheek. Het gevaar dat je door de bomen het bos niet meer ziet en daardoor wordt ontmoedigd of overvoerd, is niet ondenkbaar. Velen zullen zich inmiddels de beperking van slechts een handvol toegangspoorten opgelegd hebben. Wie - net als ik - ooit is begonnen met een ‘handige’ lijst favorieten, moet nu constateren dat de lijst te lang is en nauwelijks nog functioneert. Een oorzaak ligt ook bij de fantastische zoekmachine Google, die volgens kenners magere resultaten geeft, maar die het opslaan van favorieten toch bijna overbodig maakt. Een beetje artiest, theatergroep of kunstenaar heeft tegenwoordig een eigen website. Wie bij Google
| |
| |
de gezochte naam intikt, komt vrijwel onmiddellijk bij de juiste homepage uit, en anders zijn er altijd wel bruikbare links. Dat geldt eveneens voor scholen, onderwijskundige instanties of culturele instellingen. Overigens hebben de meeste ondertussen voor de hand liggende domeinnamen, zodat zelfs Google er niet meer aan te pas hoeft te komen: annefrank.nl, hansteeuwen.nl, freekdejonge.nl. Ook de Nederlandse ‘Startkabel’ - een verzameling van verwante verwijzingen - heeft niet stil gezeten en biedt de mogelijkheid snelle verbindingen te leggen. Zo heb je literatuur.pagina.nl, musical.pagina.nl, cabaret.pagina.nl en ook taal.pagina.nl.
Voor het onderwijs zijn grote toegangspoorten als www.kennisnet.nl, www.digischool.nl en www.docentenplein.nl - bruikbaar, maar ook veelzijdig en dus dikwijls niet specifiek genoeg. Het cultuurplein van kennisnet is overigens de moeite waard en biedt zinvolle links, evenals www.digischool.nl/ne/community, met uitstekende links naar sites van docenten en/of leerlingen als verrijking van de lessen Nederlands. Voor leerlingen heb je bijvoorbeeld www.collegenet.nl ook goed om eens te bezoeken, al was het maar om te zien welke uittreksels erop staan. Verwante, interessante sites zijn onder meer www.levendetalen.nl, www.werkeninhetonderswijs.nl en www.slo.nl; ook de meeste methoden hebben sites met extra hulp en opdrachten, zoals www.taallijnen.nl en www.dossierlezen.nl. Ook nietgebruikers kunnen er vaak interessante informatie en/of opdrachten vinden. Specifieker zijn bijvoorbeeld www.leesdossier.nl, www.openboek.nl, www.poezieclub.nl en www.poezie-in-beweging.nl. Veel vakspecifieke sites vissen in dezelfde vijver. Wie zich heeft voorgenomen alle CKV-sites te leren kennen, mag gerust om taakuitbreiding vragen. Ik noem er een paar: www.ckplus.nl, www.cultonline.nl, www.cultuurbereik.nl, www.cultuurwijzer.nl, www.cjp.nl, www.ckvwijzer.nl, www.cultuurnetwerk.nl, www.kpcgroep.nl/kunstvakken, www.podiumopschool.nl, www.kunstbende.nl, www.kijkenmetjeoren.nl, www.ikwilerheen.nl.
Natuurlijk zijn de makers doorgaans ook graag bereid om je geregeld nieuwsbrieven te sturen. Hetzelfde verhaal geldt voor theaterliefhebbers. De hoeveelheid uitgidsen is overstelpend en dus ook onoverzichtelijk. Niet alleen zijn er landelijke aanbieders, ook iedere provincie en regio wil kennelijk digitaal aanwezig zijn. Uiteraard heeft ook ieder zichzelf respecterend theater ondertussen een eigen homepage. Hopelijk komt aan de wildgroei binnenkort een einde. Ik noem slechts www.uitgaan.nl, www.amateurtheater.nl, www.theaterland.nl, www.zoveeltheater.nl, www.onstage.nl. Voor cabaretliefhebbers is er bijvoorbeeld www.cabaretweb.nl en www.zwartekat.nl.
In volgende nummers van Tsjip/Letteren zal ik telkens enkele sites onder de loep nemen. Ik houd me aanbevolen voor waardevolle tips. Als eerste eigen tip kan ik niet nalaten www.thinkquest.nl te noemen. Deze site stimuleert jongeren educatieve websites te maken. Het resultaat is vaak zeer bijzonder en dwingt respect af.
HL
| |
Nieuwe dienst voor leraren: elektronische tijdschriftenattendering onderwijs Nederlands
De Nederlandse Taalunie biedt vanaf september 2003 een elektronische attenderingslijst aan met samenvattingen van artikelen over het onderwijs Nederlands in het basis-, voortgezet/secundair- en volwassenenonderwijs uit Nederlandse en Vlaamse vakbladen.
Met dit initiatief wil de Taalunie leraren en andere betrokkenen uit het onderwijsproces prikkelen om meer te profiteren van de kennis en inzichten die beschreven zijn in de vakbladen. De nieuwe voorziening werd opgezet in samenwerking met een groot aantal onderwijsvakbladen: Didaktief & School, JSW, Klasse, Leesgoed, Les, Levende Talen, Moer, Nieuwsbrief Taalopleiders en Begeleiders, Profiel, Toon, Tsjip/Letteren, Vonk, enzovoorts.
De tijdschriftenattendering is een onderdeel van het Taalunieversum (www.taalunieversum.org). Op deze site staat onder meer veel informatie verzameld over het onderwijs Nederlands. Leraren en andere geïnteresseerden kunnen zich gratis abonneren op deze dienst via www.taalunieversum.org/onderwijs/tijdschriften. De attenderingslijst zal elke maand verschijnen, met uitzondering van juli en augustus.
|
|