Tsjip. Jaargang 5
(1995)– [tijdschrift] Tsjip/Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 68]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Francien Simons
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Een enorme ontwikkelingIn de zeven jaar sinds haar officiële erkenning in 1988 als zesde discipline van de kunstzinnige vorming heeft de literaire vorming een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Waren er voorheen vooral taaldrukwerkplaatsen en een enkele cursus in een creativiteitscentrum, in 1995 bieden 51 centra voor kunstzinnige vorming (CKV) minstens één cursus literaire vorming aan. Afgezien van de literaire activiteiten in het onderwijs, de literatuur- en schrijfprojecten (inclusief deskundige begeleiding) die de steunfuncties aanbieden en het taal- | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 69]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
drukken in de taaldrukwerkplaatsen, is er nog een breed scala aan cursussen te bespeuren in het land van de CKV's: schrijfcursussen in diverse genres, literatuurbeschouwende cursussen, leeskringen of schrijfwedstrijden speciaal voor jongeren. Sommige centra voor kunstzinnige vorming zagen al eerder een taak weggelegd voor literaire vorming. Op die plaatsen zijn naast basiscursussen al verbijzonderingen waar te nemen: vervolgcursussen, genrecursussen, dramaschrijven en non-fictieschrijven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Een inventarisatieIn het kader van de studie Nederlandse taal- en letterkunde aan de KU Nijmegen heb ik, als onderdeel van mijn stage bij de afdeling literaire vorming van het LOKV, een inventarisatie gemaakt van het buitenschoolse cursusaanbod literaire vorming in het seizoen 1994-1995. Al in het seizoen 1992-1993 hield de inspectie Kunstzinnige Vorming / Amateuristische Kunstbeoefening een eerste aanbodinventarisatie. Het aantal cursussen dat doorgang vond, bleef hierin buiten beschouwing. Wel was in deze inventarisatie een vergelijking tussen de cursusprijzen van de diverse centra opgenomen. Met de inventarisatie van 1994-1995 is nu een overzicht verkregen van het aantal en het soort cursussen die door de CKV's worden aangeboden. Van een gestandaardiseerd aanbod bleek geen sprake te zijn. Elk centrum heeft zijn eigen soort cursus met zijn eigen benaming. Zo biedt de SKV Amsterdam een cursus ‘Probeer je pen en laat je stem horen’ aan, 't Koorenhuis in Den Haag een cursus ‘Verhalen voor kinderen’ en wordt in Utrecht een workshop ‘Woord en beeld’ aangeboden. Een cursus aanbieden wil echter niet meteen zeggen dat de cursus er ook komt. Als er te weinig deelnemers zijn, gaat hij niet door. Een inventarisatie van het aantal cursussen dat daadwerkelijk van start is gegaan, werd dan ook wenselijk geacht. Daarmee is het beeld van wat er echt gebeurt op het gebied van de buitenschoolse literaire vorming scherp, worden tendensen zichtbaar en kunnen voorzichtig aanbevelingen worden geformuleerd over de verdere aanpak van de literaire vorming in de centra. In de inventarisatie is het vakgebied, het genre, de titel, de doelgroep, de cursusvorm en het aantal bijeenkomsten opgenomen. Het vakgebied is ingedeeld in schrijven, lezen/literatuurbeschouwen en voorlezen/vertellen/voordragen. De genre-indeling voor de schrijfcursussen heb ik overgenomen uit het Raamleerplan Literair schrijven (1994) en bestaat uit proza, poëzie, drama en nonfictie. De indeling in genres wordt bemoeilijkt door de diversiteit in titels, variërend van ‘Creatief schrijven’ tot ‘Verlangen naar het grote verhaal’, van ‘Schrijven’ tot ‘Rondje taal totaal’. Om die reden heb ik een extra categorie aangebracht, de ‘Introductiecursus proza/poëzie’. Hieronder vallen alle cursussen die zich op beide genres richten; het zijn veelal oriëntatiecursussen.Ga naar voetnoot2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 70]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Het totaalaanbod literaire vorming bestond uit 249 cursussen, voor het merendeel met een actief karakter: leren schrijven in allerlei variaties. Zo werd er ‘Creatief schrijven’, ‘Taalexpressie’ of ‘Gedichten schrijven’ aangeboden. De cursussen richtten zich voor 95% op een algemene doelgroep. Slechts een enkele keer werd er speciaal voor ouderen, opvoeders, kinderen of jongeren een activiteit georganiseerd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Indeling van het aanbod 1994-1995De 249 cursussen die de eenenvijftig centra voor kunstzinnige vorming in het seizoen 1994-1995 hebben geboden op het terrein van de literaire vorming zijn schrijfcursussen, lees- en literatuurcursussen en voordracht / voorlees / vertelcursussen. De schrijfcursussen kenden een grote variatie; proza, poëzie, introductie proza/poëzie-, drama- en non-fictieschrijven. Binnen het totaalaanbod van alle centra nemen de SKVR-Schrijversschool in Rotterdam, de Utrechtse Schrijversschool en 't Koorenhuis in Den Haag een bijzondere plaats in. Zij zorgen tezamen al bijna voor de helft van het aanbod. Opvallend is het minimale aanbod in toch ook grote steden als Amsterdam, Tilburg en Maastricht. Een verklaring hiervoor is niet eenvoudig te geven. Verder onderzoek is noodzakelijk. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
SchrijfcursussenDe tweehonderd schrijfcursussen kenmerken zich door de breedte en diepte van het aanbod. Breedte in de zin van verschillende genres, diepte in de vorm van diverse opeenvolgende niveaus. De meest voorkomende naam van een cursus proza is ‘Korte verhalen schrijven’. Echter ook autobiografisch schrijven en het reisverhaal bijvoorbeeld vallen onder dit genre. Poëzie bevat naast het schrijven van gedichten ook liedtekstschrijven. Onder drama vallen de cursussen ‘Scenarioschrijven’, ‘Toneelschrijven’ en ‘Cabaretteksten schrijven’. Nonfictie behelst de cursussen ‘Journalistiek’ en ‘Column schrijven’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Lezen/literatuurbeschouwenReceptieve cursussen literatuur zijn (nog) bescheiden in aantal: 18 cursussen variërend van Europese literatuur tot poëzie van Anna Enquist. Daarnaast werd 10 keer een cursus in de vorm van een leeskring georganiseerd. Vijf centra bieden één of meer lezingencycli aan. Met name de Schrijversdiners over Wereldliteratuur in Rotterdam zijn een succes. Lezingen worden soms in samenwerking met scholen georganiseerd. In de lessen Nederlands besteedt de docent aandacht aan de schrijver die de lezing zal geven, waardoor jongeren meer betrokken raken bij de activiteiten van een CKV. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Voordracht/voorlezen/vertellenHet cursusaanbod voordracht, voorlezen en vertellen is nog beperkt. Slechts | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 71]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
14 cursussen werden aangeboden. Hier zijn echter niet de workshops bij gerekend, die ook aandacht besteden aan het voordrachtelement. Omdat de nadruk bij deze workshops op het schrijven ligt, heb ik ze ondergebracht bij de schrijfcursussen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
CursusduurDe meeste cursussen duren 10 tot 12 weken. Naast enkele centra die alleen jaarcursussen aanbieden, zijn er steeds meer centra die dit jaar workshops van één of twee dagen organiseerden. Soms was dit een extra activiteit, soms ook een introductieles voor een cursus die in het volgend seizoen in het reguliere programma was opgenomen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Cursussen die zijn doorgegaanDe inventarisatie toont aan dat 54% van aangeboden cursussen literaire vorming daadwerkelijk van start is gegaan. Dit percentage wordt grotendeels bepaald door de schrijfcursussen, die het merendeel van het aanbod vormden: van de 200 schrijfcursussen kon 53% doorgaan. In onderstaand schema is het resultaat te zien van alle cursussen die in het seizoen 1994-1995 werden aangeboden.
Opvallend is het lage aantal cursussen dramaschrijven dat op voldoende belangstelling kon rekenen. Vier van de vijf gestarte cursussen waren cursussen ‘Cabaretteksten schrijven’. Van de eenentwintig toneel-en scenario- schrijfcursussen konden er slechts twee doorgaan. Het non-fictie schrijven kon daarentegen op veel belangstelling rekenen. De belangstelling voor een cursus ‘Literatuur lezen’ was groot, tien van de | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 72]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
achttien keer ging een cursus door. Van de tien leeskringen startten er zes. Opvallend is dat vijf van deze leeskringen dezelfde docent hebben en dat zij alle in Gelderland plaatsvinden. De leeskring ‘Grasduinen in Letterland’ draait daar al enkele jaren op diverse plaatsen. Opvallend is ook het grote aantal deelnemers van een poëziecursus in Weert. Waar in grote steden cursussen ‘Moderne Nederlandse literatuur’, ‘Erotiek in literatuur’, ‘Jeugdliteratuur’ of ‘Ouders en kinderen’ niet doorgaan, schrijven in Weert twaalf mensen zich in voor de cursus ‘Poëzie van Anna Enquist’. Het blijkt een vaste groep cursisten te zijn. Cursussen voordracht en vertellen kennen een gering aanbod en een gering percentage dat kan starten. Vijf keer gaat een cursus ‘Vertellen’ door, één keer een cursus ‘Voordracht’. Voorlezen trekt weinig belangstelling. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
3. TendenzenLiteraire vorming buiten het onderwijs is in opmars. Eenderde van de centra voor kunstzinnige vorming in Nederland heeft literaire vorming inmiddels in het aanbod opgenomen. Wel is het dikwijls de laatste discipline die eraan is toegevoegd waardoor geld, tijd en menskracht nog te vaak ontbreken om een volwaardig aanbod te creëren. Literaire vorming heeft daarom ook nog lang niet haar hoogtepunt bereikt. Het succes van de SKVR- Schrijversschool, de poëziecursussen in Weert of van de onlangs gestarte Schrijversschool Arnhem toont aan dat er een potentiële doelgroep voor literaire vorming is en dat initiatieven op dit terrein worden gewaardeerd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
SchrijversscholenSchrijven maakt vooralsnog het grootste deel uit van het totaalaanbod. Een tendens is om een totaalpakket van schrijfcursussen aan te bieden onder de noemer ‘Schrijversschool’. De herkenbaarheid van het aanbod is hiervoor een van de belangrijkste argumenten. Zo zijn in Groningen, Harderwijk en Nijmegen in september 1995 Schrijversscholen gestart. Deze ‘scholen’ bieden naast oriëntatiecursussen ook vervolgcursussen op verschillende niveaus en specialisaties naar genre aan. Cursisten kunnen op die manier een traject doorlopen waarop ze zich de vaardigheid van het schrijven eigen kunnen maken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
WorkshopsVeel centra organiseerden in het seizoen 1994-1995 voor het eerst een workshop. De duur van de workshops varieerde tussen één dag of twee opeenvolgende dagen, meestal in een weekend. Ongeveer de helft van het aanbod ging daadwerkelijk van start. Dat was beduidend minder dan werd verwacht, maar misschien moet het idee eerst meer bekendheid krijgen. De achterliggende gedachte van een workshop is dat meer mensen zullen deelnemen aan een korte activiteit dan aan een cursus die een half jaar of langer duurt. Daarnaast kunnen korte prikkels, want dat zijn workshops, mensen nieuwsgierig maken naar een cursus die dieper op het onderwerp ingaat. Het zal nog moeten blijken of dit daadwerkelijk het geval is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 73]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Non-fictieJournalistiek schrijven blijkt een gewilde vaardigheid te zijn. Opmerkelijk is de grote belangstelling voor de cursus ‘(Radio)column schrijven’ van de SKVR-Schrijversschool Rotterdam. In deze cursus worden niet alleen schrijfen stijltechnieken van het genre behandeld, maar krijgen ook voorleestechnieken en stemgebruik de benodigde aandacht. De in de cursus geschreven columns worden in programma's van lokale radiostations voorgelezen. Van te voren zijn daartoe afspraken gemaakt over het tijdstip van de uitzending en de afname van het aantal columns. De radiostations bepalen ook -onder voorbehoud- de thema's. Het persoonlijke karakter van een column, de compacte vorm, de gelegenheid tot publikatie of vertoning en de kwaliteit en gedrevenheid van de docent blijken de succesfactoren van deze cursus te zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Reflectieve cursussen en leeskringenHet loont om een cursus ‘Moderne literatuur’ of een leeskring te organiseren. Specifieke themacursussen blijken echter moeilijker van start te kunnen gaan. De belangstelling voor literatuurbeschouwen blijkt tevens uit de diverse algemene kunstbeschouwende cursussen, waarin naast literatuur ook andere kunstdisciplines worden behandeld. Buiten de door de centra voor kunstzinnige vorming georganiseerde leeskringen zijn er in Nederland veel particuliere leeskringen actief. Blijkbaar ligt er op dit terrein een duidelijke behoefte. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
DeelnemersaantallenDe deelnemersaantallen wisselen sterk per centrum. Soms gaat een cursus met zes deelnemers toch van start, waar elders een minimale bezetting van acht cursisten nodig is om de kosten voor het CKV dekkend te maken. ‘Weinig belangstelling is nog altijd beter dan geen belangstelling’ lijkt de gedachte hierachter te zijn. Bij cursussen met weinig deelnemers zijn het vaak de deelnemers zelf die nog enkele mensen weten te vinden zodat een cursus alsnog door kan gaan. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Mogelijke oorzakenNaar de oorzaken voor te weinig deelnemers om een cursus door te kunnen laten gaan, kan slechts gegist worden. Een landelijk onderzoek naar de behoefte en interesse voor cursussen literaire vorming laat op zich wachten. Ook gegevens over de doelgroep en hoe die te bereiken is, ontbreken. Is het de aard van de discipline, de prijs van de cursus, de angst voor het leren schrijven, de onbekendheid van het aanbod? Hierover zijn geen gegevens bekend. Sommige centra kunnen wel een vermoeden uitspreken waarom er weinig belangstelling is voor bepaalde cursussen. Het succes van een cursus is soms moeilijk te verklaren. Cursusevaluaties zouden hier mogelijk inzicht in kunnen geven. Misschien overheerst nog teveel de gedachte ‘schrijven is niet te leren’. Dit lijkt vooral op te gaan voor het schrijven van poëzie. ‘Creatief schrijven’ klinkt meer vrijblijvend en lijkt minder pretentieus. Dat cursussen als ‘Autobiografisch schrijven’ of ‘Scenarioschrijven’ niet door gaan, kan te maken | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 74]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
hebben met het feit dat zij bedoeld zijn voor specifieke doelgroepen. Geïnteresseerden in schrijfcursussen zijn met berichten in de regionale pers of in de programmabrochure te bereiken. Een gespecialiseerd publiek moet veel gerichter benaderd worden; dat glipt tussen de officiële kanalen door. Een gerichte werving is van groot belang voor een minder bekende discipline als literaire vorming, maar lang niet elk centrum doet dit. De samenstelling van het cursusaanbod kan ook van invloed zijn op de deelnemersaantallen. Als een cursist eenmaal een schrijf- of een leescursus volgt, wil hij/zij vaak verder leren in een vervolgcursus of een cursus rond een specifiek genre. Soms is ook de duur van een cursus van invloed op het aantal inschrijvingen. Jaarcursussen vindt men vaak te lang. Men wil of kan zich niet voor een lange periode vastleggen, ook financieel gezien niet. Men schrijft zich liever alsnog in voor een vervolgcursus in het tweede semester. De docent zal dikwijls een motivatie zijn voor het wel of niet inschrijven voor een cursus. De deskundigheid, het enthousiasme, de didactische en de agogische kwaliteiten van een docent zijn van doorslaggevend belang voor het slagen van een cursus. Soms komt het voor dat een nieuwe docent een cursus overneemt met als gevolg dat de inschrijvingen achterblijven. Dit is erg vervelend voor het Centrum èn voor de docent. Een docent kan echter ook belemmerend werken; hij kan nieuwe ontwikkelingen tegenhouden door vast te houden aan zijn eigen methode van lesgeven. De verhoudingen tussen literaire instellingen, organisaties en een CKV in een regio kunnen sterk van invloed zijn op het starten van een cursus, zowel in positieve als in negatieve zin. Alles valt of staat met goede afspraken. Als twee instellingen in een kleine regio tegelijkertijd schrijfcursussen aanbieden betekent dit vaak een splitsing van de doelgroep. Door programma's op elkaar af te stemmen of door een duidelijke taakverdeling in het organiseren van het soort activiteiten kunnen literaire instellingen en CKV's elkaar steunen in plaats van in elkaars vaarwater te zitten. Zo kan continuïteit in het literaire aanbod van een regio ontstaan en kan een grotere groep geïnteresseerden worden gecreëerd. De accommodatie speelt ook mee in de beslissing van potentiële deelnemers. Soms is er geen geschikte ruimte voor een schrijfcursus beschikbaar in een CKV. Als vooraf bekend is dat in de ruimte naast het schrijflokaal percussie of Afrikaanse dans wordt gegeven, kan mensen dit ervan weerhouden de cursus te gaan volgen. De cursusprijzen zijn niet in de inventarisatie opgenomen. Achteraf gezien blijkt dit een gemis, want de cursusprijs lijkt namelijk een mogelijke factor te zijn voor deelname aan een cursus. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
5. AanbevelingenZolang er geen onderzoeksresultaten over de doelgroep en over oorzaken voor het niet van start kunnen gaan van cursussen bekend zijn, moeten we afgaan op de meningen van de docenten, coördinatoren en directeuren van de diverse centra. Vele krachten kunnen het doorgaan van een cursus beïnvloeden. Welke middelen staan een centrum voor kunstzinnige vorming nu ter beschikking in | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 75]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
het werven van cursisten en daarmee het laten starten van cursussen literaire vorming? | |||||||||||||||||||||||||||||||||
PubliciteitEen goed publiciteitsbeleid of wervingsplan is één van de belangrijkste middelen voor het bereiken van potentiële cursisten. Nog te vaak raken cursisten te laat op de hoogte van het bestaan van een cursus. Het cursusaanbod literaire vorming is meestal in de algemene programmabrochure van een CKV opgenomen. Dit betekent dat alle mensen die geïnteresseerd zijn in cursussen van het Centrum het aanbod literaire vorming te zien krijgen. De brochures hebben een groot bereik als zij verspreid worden op plaatsen waar veel in cultuur geïnteresseerden komen. Sommige centra verspreiden aparte folders voor het aanbod literaire vorming. Het krijgt op die manier extra aandacht en er is in de folders meer plaats voor achtergrondinformatie over de cursus en de docent. De folders worden vooral verspreid in bibliotheken, culturele instellingen, boekhandels en op scholen. In het wervingsplan zijn de diverse verspreidingsvormen opgenomen. Deze variëren van direct-mailing, berichten in de lokale en regionale pers, open dagen, informatie-avonden en proeflessen tot een levendig mond-tot-mond circuit. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Divers aanbodVeel cursisten volgen graag meerdere cursussen. Een aanbod van cursussen op verschillende niveaus is dan ook wenselijk. Soms is vernieuwing van het aanbod noodzakelijk als blijkt dat de meeste cursisten ‘uitgeleerd’ zijn in een bepaald genre. Vervolgcursussen en themaworkshops, literaire lezingen of een publicatiemiddel zijn middelen om cursisten en oud-cursisten betrokken te houden bij het CKV. De SKVR in Rotterdam heeft hiervoor de Schrijverskrant en het Schrijversschool Café opgezet. In de Schrijverskrant, die vier keer per jaar verschijnt, kunnen cursisten en oud-cursisten teksten en verhalen publiceren. De krant wordt aan alle cursisten van de SKVR-Schrijversschool gestuurd en is ook bij de boekhandel te koop. In de bijeenkomsten van het Schrijversschool Café komen mensen uit het ‘schrijversvak’ aan het woord: uitgevers, auteurs, illustratoren enz. Het organiseren van workshops, excursies of festivals zijn ook methoden om oud-cursisten weer bij het CKV te betrekken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Publikatie/presentatiemogelijkheidBij de cursus ‘(Radio)column schrijven’ bleek welke invloed de verbinding van een publicatiemedium had op het aantal inschrijvingen. Dit kan ook voor andere cursussen gelden. Een bundeling van de verhalen en gedichten die geschreven zijn in de cursus, een open podium of voordrachten op een open dag zijn enkele andere mogelijkheden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
CoördinatieEen centrum voor kunstzinnige vorming is meestal niet de enige instelling in | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 76]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
een regio die culturele activiteiten organiseert. Programma-afstemming met andere organisaties is dan ook van groot belang, maar ook de uitwisseling van kennis en ervaring kan nuttig zijn, waarbij een CKV initiërend en ondersteunend bij kan opereren. De rol van het centrum voor kunstzinnige vorming is eveneens om een andere reden van belang. Voor een bloeiende afdeling literaire vorming zijn enthousiasme en stimulerende factoren nodig. Een stafdocent of een begeesterde medewerker die nieuwe cursusinhouden samenstelt en die anderen weet warm te maken voor het geven van of het deelnemen aan een cursus is hiervoor het beste uitgangspunt. Uit de inventarisatie blijkt dat centra die literaire vorming al langer in hun aanbod hebben opgenomen meestal over een stafdocent literaire vorming beschikken en/of een directie hebben die literaire vorming een warm hart toedraagt. Die centra zijn dikwijls de eerste die experimenteren met nieuwe cursussen of genres. Naast creativiteit in benaming van cursussen ontwikkelen zich op die manier ook geheel nieuwe cursussen, zoals ‘Schrijven op locatie’ of ‘Reisverhalen schrijven’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Ten slotteHet aanbod literaire vorming in centra voor kunstzinnige vorming is groeiende. Nieuwe initiatieven worden ontwikkeld en ook met publiciteit wordt creatief omgesprongen. Binnen het totaalaanbod vormen de schrijfcursussen de meerderheid. Proza en poëzieschrijven kunnen op grote belangstelling rekenen. Cursussen non-fictieschrijven en literatuurbeschouwen trekken naar verhouding de meeste belangstelling, cursussen dramaschrijven het minst. De belangrijkste tendens is dat steeds meer centra een totaalpakket literaire vorming gaan aanbieden onder de noemer Schrijversschool. Naast oriëntatiecursussen schrijven worden steeds meer vervolg- en specialisatiecursussen aangeboden en neemt de belangstelling voor receptieve cursussen steeds meer toe. Uit het succes van de afdelingen literaire vorming van sommige centra blijkt dat een in literaire vorming geïnteresseerde directeur en enthousiaste docenten van groot belang zijn voor het van de grond krijgen en uitgroeien van een afdeling literaire vorming. Literaire vorming zou binnen een Centrum voor Kunstzinnige Vorming de aandacht en de middelen moeten krijgen die het verdient. Dan kan de literaire vorming uitgroeien tot een volwaardige discipline en kan zij een rol spelen in het creëren van een goed literair-cultureel klimaat in de regio.
De ‘Inventarisatie cursusaanbod literaire vorming 1994-1995’ is verkrijgbaar bij het LOKV, Nederlands Instituut voor Kunsteducatie. Postbus 805, 3500 AV Utrecht. Tel 030-2332328. Meer informatie bij Pieter Quelle. Het Raamleerplan Literair Schrijven is verkrijgbaar bij Stichting LIFT, Herengracht 418, 1017 BZ Amsterdam. Tel 020-6254141. |
|