[Nummer 3]
Tsjip
VPRO-radio 4, donderdagmiddag 28 november 1991, 16.00 uur: ‘Het was nog donker, toen in de vroege morgen van de twee en twintigste December 1946 in onze stad, op de eerste verdieping van het huis Schilderskade 66, de held van deze geschiedenis, Frits van Egters, ontwaakte. Hij keek op zijn lichtgevend horloge, dat aan een spijker hing. “Kwart voor zes”, mompelde hij, “het is nog nacht.” Hij wreef zich in het gezicht. “Wat een ellendige droom”, dacht hij. “Waar ging het over?” Langzaam kon hij zich de inhoud te binnen brengen.’
VPRO-radio 1 en 2, vrijdagnacht 29 november 1991, 02.30 uur: ‘“Alles is voorbij”, fluisterde hij, “het is overgegaan. Het jaar is er niet meer. Konijn, ik ben levend. Ik adem, en ik beweeg, dus ik leef. Is dat duidelijk? Welke beproevingen ook komen, ik leef.” Hij zoog de borst vol adem en stapte in bed. “Het is gezien”, mompelde hij, “het is niet onopgemerkt gebleven.” Hij strekte zich uit en viel in een diepe slaap.’
‘Als voorlezer is hij een natuurtalent. Hij weet spanning te creëren. Als je naar hem luistert is het buitengewoon hallucinerend, de tekst wordt zeer dwingend. Het is theater met de kwaliteit van minimal music. Je raakt gewend aan zijn stem, bijna ongemerkt. Alles waar je overheen had gelezen, valt nu plotseling op.’
Wim Noordhoek, De Volkskrant, donderdag 28 november 1991