Stichting Landelijk Platform Kinder- en Jeugdliteratuur
Ten tijde van de verschijning van deze eerste Tsjip is de stichting Landelijk Platform Kinder- en Jeugdliteratuur dankzij de onvermoeibare redacteur Toin Duijx toe aan de 5e jaargang en het 17e nummer van haar Documentatieblad. Van een onooglijk offsetje is het blad uitgegroeid tot een keurig verzorgd katern in stevig omslag, dat de doelstellingen van de stichting in reële bijdragen concretiseert. Wie de literaire vorming vroeg wil laten beginnen kan niet volstaan met de NBLC-publikaties, hoe belangrijk deze ook zijn, maar vindt in het Documentatieblad telkens welkome aanvullingen. Interviews met belangrijke jeugdboekenauteurs, pittige besprekingen van studies over jeugdliteratuur, een treffend in memoriam voor An Rutgers van de Loeff-Basenau en bijvoorbeeld in nr. 16 een interessante lezing van Tom van der Voort, bijzonder hoogleraar in de studie van Kind en Media aan de Rijksuniversiteit Leiden, over de amechtigheid van de leesbevordering en wat eraan zou kunnen worden gedaan.
Geen literaire vorming zonder leesbevordering, dus wat kunnen wij van de hooggeleerde Van der Voort leren? Hij bepleit om te beginnen een ruimere geletterdheid dan boekgeletterdheid en liefst meer aandacht voor geletterdheid via de computer dan voor televisie-geletterdheid, omdat de laatste zich door veel kijken vanzelf wel ontwikkelt. Hij denkt ook dat op school het boek te vaak als een opgave wordt gepresenteerd ‘onder verwaarlozing van activiteiten die kinderen plezier in lezen bijbrengen’ (p.6).
Van der Voort beschrijft een experiment met televisie en boek waaruit bleek dat kinderen een verhaal op televisie verteld beter onthouden dan een vergelijkbaar verhaal, voorgelezen uit een boek. Het visuele bleek een ondersteuning, maar dan