Trou moet blijcken. Bronnenuitgave van de boeken der Haarlemse rederijkerskamer 'de Pellicanisten'. Deel 7: Boek G
(1997)–Anoniem Trou moet blijcken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 249]
| ||||||||||||
Ga naar margenoot+Item hier begint Een prologe van Een spel of Estbatement vande dove Bitster. de Parsanages sijn dese:
| ||||||||||||
Prologe Bate EerstAij mij nu sal Ick Immers eens thuijs genaecken
sij heeckelt Ick sal haer opdoen de saecken
wel moeije / Ick coom u bidden metten Lijcke
over u neeffgen
Een vrou heeckelende genaempt dovenelle
Waij // niet alterijcke
bate Ick en was noijt so quaelijck bij gelde
Bate
Neen Ick noch niet die graeffmaecker was te velde
25[regelnummer]
dwas is alrede / maer morgen so maeckt hij tgraff
Ick ben van moeijtheijden wel also Laff
dat Ick schier sweete als een das
Dove Nelle
Dats waer Ick en wist in Lange niet so diere tvlas
30[regelnummer]
en tis meestendeel al werck datter compt uijte
Bate
Ick danck u / tot u broeders was goeije kuijte
sijn Jong wijff sal Oock comen waecken gindere
Dove Nelle
35[regelnummer]
Hebdij noch veel te spinnen ......
Baten
Noch drie kindere ........
dat nu doot is was Lippen uws broers petere
Dove Nelle
40[regelnummer]
Neen Bate Ick had noch al Liever betere
Ick mach eens om vlas gaen reijsen tot dermonde
Steven
| ||||||||||||
[pagina 250]
| ||||||||||||
[pagina 251]
| ||||||||||||
[pagina 252]
| ||||||||||||
45[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ick houmen in stadt noijt dover en vonde
dan hier mijn moeijer / en dees dove vrouwe
Bate
Maeckt u fraij ghij moet voorgaen inden rouwe
want sij hebben geen naerder maechschap int Lant
50[regelnummer]
dus doettet beste ...
Steven
Heeft sij nu niet wel tverstant
deen cout vant vlas / mogen sij niet wel vergaeren
dander compt de bootschap vant sterffhuijs bewaeren
55[regelnummer]
moeijer u cout hout regel noch maete
sij bidt u te Lijcke ...
Dove Nelle
Hoe wie / seij dat baete ....
hoe compt dat bij dat hij is overeden
Steven
Kee neen ghij wordt metten Lijcken gebeden
Lippen Ooms peterken dat kindeken cleijne
is gestorven van daege ....
Dove Nelle
65[regelnummer]
Armme blinden heijne ....
is hij overleden met een waegen
men sal hem voorwaer noch Lange beclaegen
sijn siel moet rust hebben ende genade
Ick wil gaen dan darwaerts
Steven
Wel doet dat so sijt ghij wel van rade
Ick sal oock so doen sonder beswaeren
Een ijegelijck wacht sijn buijdel wel en hoede hem voor schade
Dus Oorloff mijn heeren so Jonck en out van Jaeren
75[regelnummer]
neempt dit voor proolooch en hoort met vlijt ons cluijt sonder beswijcken
en wiltse Oock wel versinnen
van ons broeders die altijt ons Trou doen blijcken
Dus hoort en swijcht wij sullen terstont beginnen
| ||||||||||||
fijnis lang 47 regulen volcht de Cluijt
Ga naar margenoot+Nota men sal weten dat dit voorgaende geschreven
is voor een prologe dan men canter voornemen ende men
cant Laeten ende reeckent mede voor de cluijt wanter
wel op compt te pas ende vervolgent daer dat
85[regelnummer]
+ staet ende laeten die onderste claus staen want dat
een solluijtie van een cluijt is
| ||||||||||||
[pagina 253]
| ||||||||||||
Ga naar margenoot+Begint de Cluijt Lippen suermont EerstGa naar margenoot+Hebben sijt dan begeert wijff ....
vrolijck betgen sijn wijff
Jae sij Lippen suermont
95[regelnummer]
dus waert beter dat ghij haer tot u broer sont
sij moet vroech aent wasschen waert daer gedaen
Lippen suermont
Aechtgen compt hier ghij moet tot mijn broers gaen
sijn kint is gestorven / gaet heenen daer waecken
Vrolijck Betgen
Compt vroech weer Ick salt de Loge reet maecken
midts datmer buijlen moet en oock backen en wasschen
neempt die Lantaerne mede en wilt u rasschen
het wordt heel duijster den dach is onder
Aechtgen schoontooch
Wel vrouwe ..........
Vrolijck Betgen
Lippen hoort eens hier / hier schuijlt wonder
Ick en can mijn selven niet Langer vermijen
110[regelnummer]
drie knechts hebben ons Aechtgen menen te vrijen
en sij Armme sottinnen en weter niet aff
gister avent Ick mij selven voor haer uijt gaff
sij wilden bij mij slaepen dit moet ghij weten
Ick was bij doncker voor die deure geseten
115[regelnummer]
u verwachtende / daer vielen sij mijn aenboort
noch noijt sotter cluijte
Lippen suermont
Wel betgen / quamen sij segt doch voort
altesaemen / Ick peijns wel Jae
Vrolijck Betgen.
Kee neensij deen quam voor / en dander nae
Insgelijckx heb Ickse tavont hier gedaecht
dus moet ghij mijn helpen stout en onversaecht
Ick houw dat sij daer noch op dencken sullen
125[regelnummer]
Lippen compt Ick sal u met aechtgens doeck hullen
noijt eenich vrij hem soo inden strick vant
Lippen suermont
Wel wie sijn dees drie .......
Vrolijck Betgen
130[regelnummer]
Deeme Is faes blicktant
dander bouwen scheurbier en heijn ijdelderm
Ick salse desen nacht Logeren wel werm
Laetse hier comen slaepen Ick weet haer stede
maer Lippen ghij moet mij naerstich helpen mede
135[regelnummer]
den eersten sal wel stoff crijgen In sijn Oogen
den tweden moet inde tobbe metter Logen
Ick sal daer togen // groote vrientschap / maer Ick meen
dat den derden sal moeten inde schoorsteen
Ick wedde hen en sal geen roock gebreecken
| ||||||||||||
[pagina 254]
| ||||||||||||
[pagina 255]
| ||||||||||||
[pagina 256]
| ||||||||||||
Ga naar margenoot+Maer hoort eens wij en mogen geen Licht ontsteecken
voor dat wijse eerst hebben also Ick micke
Lippen suermont
145[regelnummer]
Wie sal den man sijn ........
Vrolijck Betgen
En trouwen Icke .........
wij sullense bestellen onder ons beijen
den eersten sal haest commen Laet ons nu scheijen
150[regelnummer]
beschickt het ons vrij oft ghij Aechten selffe waert
metten eersten inde buijlkist verhaert
Ga naar margenoot+ghij mijn hoort doen manachtige cueren
tsal al wel sijn .....
Lippen suermont gecleet als aechtgen
155[regelnummer]
Sal dit wachten Lang dueren
Ga naar margenoot+had Ick doch den eersten vogel metten pluijmen
tsus Ick hoor eenen
Faes blincktant
Wie sou doch dese canse versuijmen
160[regelnummer]
mijn hartgen quackelt al ginckt op schaetsen
wel hou ben Ick noch niet peijnsick plaetsen
daer Aechtgen schoontooch woont / tis so doncker
Lippen suermont
Dats waer seecker ghij sijt een proper Jongker
165[regelnummer]
Ick heb hier staen wachten al wadt Ick mochte
Faes blincktant
Doen de clock sloech sadt Ick op u en dochte
met haeste so is mij broeck opgestreecken
Lippen suermont
170[regelnummer]
Ontcleet u bij doncker wil heijmelijck spreecken
want werdet mijn meester gewaer ijet altoos
wij waeren mogelijck beijde gaer Lijveloos
ghij weet doch faes dat mijn meester is fel
Faes blincktant
175[regelnummer]
Neen Aechtgen Ick ken Lippen zuermont wel
Ick sal mij voor hem wel wachten Ick wedde
Lippen suermont
Gheeft mij de hant Ick sal u Ledijde naer tbedde
maer ghij moet voorden daege weder vertrecken
Faes blincktant
Ga naar margenoot+Ick ben al slaepachtich kint wilt mij toch wrecken
oft wij mochten beschaempt worden ons tweestere
Vrolijck Betgen als Lippen gecleet
Wie niest daer so Aechtgen
Lippen suermont
Dat ben Ick meestere
mijn hartgen daer aff gehelijcken geneest
Vrolijck Betgen
Neen neen mij dunckt theeft Immers anders geweest
190[regelnummer]
niet Langer te beijen Ick coom bij u
waer Is mijn cudse
Faes blincktant
| ||||||||||||
[pagina 257]
| ||||||||||||
195[regelnummer]
Ga naar margenoot+Och Aechtgen Lieff / waer blijff Ick nu
Ick wilden Ick nu Laege Inder muijten
Lippen suermont
Volcht mij Ick sal u in dees kiste sluijten
op dat mijn meester geensins en siet
Faes blincktant
Och doet so doch .......
Lippen suermont
Swijcht al stille ende en spreeckt niet
oft wij worden geslaegen noijt so madt
Vrolijck Betgen
Deerste die Ick vinde smijt Ick sijn snodt gat // pladt
Ick en weet op drie ellen nae niet hoe gram
dat Ick nu mach sijn ....
Lippen suermont
210[regelnummer]
Lieve meester weest tam
u droompt ghij sijt seecker wel vreempt van coppe
Vrolijck Betgen
Langt mij een kaerse Ick wil blijven oppe
vint Ick ijemant hij wordt meer dan doot gesmeten
Lippen suermont
Meester hout daer en wilt dien droom vergeten
ghij sout veel beter in u bedde blijven
Vrolijck Betgen
Ga naar margenoot+Neen Ick wil buijlen tgadt moet gaen op schijven
220[regelnummer]
ghij en crijcht mij niet weer te bedde voorwaer
Lippen suermont
Ga naar margenoot+Wel so wil Ick mijn dingen gaen maecken claer
die geen die dient / moet int sijne handelen
Bouwen schuerbier
225[regelnummer]
De clock is geslaegen Ick wil gaen wandelen
tot een die schoonste diemen mach vinden
och watten vreucht sullen wij tsaemen ontbinden
noijt mocht ijemant so in Lieffden verhitten
mijn hert gaet open daer mocht een paert op sitten
230[regelnummer]
om de vrientschap die Ick sal hebben van haer
slaept ghij aechtgen .......
Lippen suermont
Neen Ick bouwen sijdij daer
ghij laet mij Immers hier wel staen ter wachte
Bouwen schuerbier
Danck moet ghij hebben Lieff / schoon suijver drachte
al ben Ick cleijn van machte twert u vergrouwen
Lippen suermont
Ghij moet seer heijmelijck sijn Leven bouwen
240[regelnummer]
en oncleet u int doncker soo ghij best meucht
om mijn smeesters wille ......
Bouwen schuerbier
Soot u belieft schoon reijne Jeucht
Ick ben tersont uijt allen mijn hudsen nedt
245[regelnummer]
hebdij Oock en podt voor tbedde geset
Ick sou anders te nacht moeten opstaen
Ick heb wel gedroncken ....
Lippen suermont
Doet daer aff geen vermaen ....
250[regelnummer]
Ick salt al wel bestellen / geeft mij de hant
| ||||||||||||
[pagina 258]
| ||||||||||||
[pagina 259]
| ||||||||||||
[pagina 260]
| ||||||||||||
Ga naar margenoot+
Bouwen schuerbier
En ben Ick Oock niet wel een geluckich quant
255[regelnummer]
aechtgen Ick salt verdienen weest te vreden
Vrolijck Betgen gebuijlt hebbende
Ick moet wadt rusten aij mij mijn Leden
Ick sou mijn selven oock wel bederven mischien
waer sijdij al Aechtgen
Bouwen schuerbier
Och waer sal Ick doch vlien
mijn dunckt voorwaer dat Ick Lippen zuermont hoore
Lippen suermont
Compt hij hier so ben Ick een bedorven sloore
265[regelnummer]
bouwen ghij weet wel dat Ick mij niet en spaere
Bouwen schuerbier
Och dats waer / maer waer blijff Ick mijn Lieve caere
Ick was mijn daegen noijt in meerder Last
Lippen suermont
270[regelnummer]
Hier bouwen Ick heb hier een tobbe gestast
en een mande Ick sal u daer mede decken
hier int wasschuijssgen ...
Vrolijck Betgen
Sult ghij noch met mij gecken ........
275[regelnummer]
segt aechtgen wadt moechdij toch al bedrijven
Lippen suermont
Meester ghij sijt Imnners wel vroech aent kijven
meent ghij dat Ick vande clock niet en wiste
Faes blincktant roept uijt de buijlkiste
280[regelnummer]
Aij mij Aij mij Ick versmacht in dees kiste
en verstick aen mijn hert vant meel bestoven
van desen nacht mach Ick mijn niet seer beloven
Ick ben heel steeckblint Och wadt soud Ick peijsen
Vrolijck Betgen
285[regelnummer]
Ick moet nu gaen buijlen noch twee reijsen
tis misselijck wient int eijnde sal vromen
Lippen suermont
Tis genoch aen eens Ick sal bij u comen
en helpen u schier al dat Ick mach
290[regelnummer]
Ga naar margenoot+had Ick den derden vinck inden slach
dats heijn Jijdelderm so waeren wij gestelt
Heijn ijdelderm
Ick hou dat mijn den vaeck nu niet seer en quelt
nu gae Ick bij een schooncaertgen wel gemanieert
295[regelnummer]
het bed wort rechts met ons beijden verciert
heijda wel hem die geluckig is gebooren
gelijck Ick / sij heeft mijn uijtvercooren
buijten alle gesellen hier vander stat
Ga naar margenoot+Ick belooff sij sal mijns noch hebben te badt
300[regelnummer]
Wanneer Ick sal maecken mijn testament
Aechtgen Lieff slaept ghij
Lippen suermont
Neen Ick ben u al Ontrent
Ick heb hier Langen tijt staen murmereren
Heijn Leechderm
Meijndij dat Ick u soude faeijliegeren
neen Ick voorwaer Aechtgen om niemants wille
Lippen suermont
| ||||||||||||
[pagina 261]
| ||||||||||||
Ga naar margenoot+Nu heijn Oncleet u en swijcht al stille
en maeckt u bij doncker uijt uwen sloesteren
Ick heb geen Licht
Heijn Leechderm
315[regelnummer]
Hoe sal Ick u coesteren ........
maer tgebreck is de nacht sal vallen te cort wadt
Lippen suermont
Dat ghij heusch van monde sijt op u stort gadt
so sal Ick u int hert de Lieffste schrijven
Heijn Leechderm
Och Aechtgen Ick Liet mij Liever ontlijven
Oock sal Ick u geven een schoon pack cleeren
ghij meucht u so stellen Ick breng u ter eeren
al souden al mijn vrienden wesen verbolgen
Lippen suermont
Ick danck u geeft mijn de hant en wilt mij volgen
u geslacht is mijn al veel te groot
heijn Leechderm
Tsal wel sijn Lieff ...........
Vrolijck Betgen
Aij mij Ick ben schier doot .........
Ick en was van moetheijt noijt dus geschaepen
Ick mach Immers nu wel een Luchtgen raepen
dit stoff is mijn gevallen heel op mijn borst
335[regelnummer]
Langt mijn te drincken aechtgen Ick heb grooten dorst
dit stoff quelt mij so seer in mijnen neuse
Ick arbeijde daer gelijck een reuse
waer sijdij Aechtgen sult ghij mijn drincken geven.
Lippen suermont
340[regelnummer]
Och mijn meester neempt ons nu beijde het Leven
oft wij worden van hem ten minsten gewont
heijn Leechderm.
Waer blijff Ick Lieff Aechtgen .....
Lippen suermont
345[regelnummer]
Climpt inden schouwe terstont
Ick hoop hij sal u daer niet soecken
Heijn Leechderm
Desen nacht mach Ick Immers wel vervloecken
Ick soude wel in een muijsen hol cruijpen
Lippen suermont
Die en sal ons oock niet Lichtelijck ontsluijpen
bij also verre als Ickt beletten can
Vrolijck Betgen
Lippen nu weest ghij weder de man
355[regelnummer]
en ick als de vrouw sal gaen stoocken tvier
Inde schou mocht wel rijsen een bijster getier
dat wed Ick als heijn de roock sal gevoelen
en waer de Loge heet so moet Ick gaen spoelen
ten eersten inden tobbe op bouwen schuerbiers hals
360[regelnummer]
gaet ghij en buijlt so chrijcht faes van als
hij moet oock wadt vanden groffsten hebben
Lippen suermont
| ||||||||||||
[pagina 262]
| ||||||||||||
[pagina 263]
| ||||||||||||
[pagina 264]
| ||||||||||||
365[regelnummer]
Ga naar margenoot+Wel Ick sal hem Ock gaen stuijven op sijn rebben
wie Leefter dien dit werck verdrieten souwe
Bouwen schuerbier
Wadt ramp tsouch tschouch Ick Lijde groote couwe
mijnen rug wordt so crom als een boge
370[regelnummer]
och dat Ick mijn selven oijt dus bedroghe
mijn dunckt truijckt hier gelijck een verckens moocke
Heijn Leechderm
Wel sal Ick dus gequelt worden vanden roocke
o' dats quaet Aij mij / mijn Oogen gaen uijt gereet
Vrolijck Betgen in vrouwen cleren
Ick hou dat waeter is Immers nu wel heet
tmoet door daschen off de Loge waer bedorven
Bouwen schuerbier
Aij mij mijn Oogen Ick waer Liever gestorven
380[regelnummer]
noijt droever nacht / most mij dit gelucken
Lippen suermont
Gans bloet mijn Armen gaen mij geheel onstucken
het sal nu al wel sijn dat soud Ick hoopen
Ick wil gaen stellen deuren en veijnster Oopen
385[regelnummer]
stoff moet uijt oft het waeren quae treecken
Vrolijck Betgen
Ick verbern mij al dit moeter Oock door Leecken
Ick en mach Immers niet storten besijden
Faes blincktant
390[regelnummer]
Al sou mij Lippen de keel aff snijden
so moet Ick tasten tot dat Ick ben op straet
Och Och Ick ben heel steeckblint tis nu te Laet
eijlacij tis niet vroech genoch gesorcht
Heijn Leechderm roepende uijter schoorsteen
395[regelnummer]
Ick drooch als een bockin Ick waer Liever verworcht
Ick wilde Ick verslint waer / vanden willden dieren
Och Ick ben al heel blint
Bouwen schuerbier roepende inde tobbe
Al beseijckten mij de mieren .....
400[regelnummer]
so en costen mijn de Oogen niet meer gesmerten
Heijn Leechderm
Och Ick worde al te bang van herten
en beroock hier also swart als een mol
Faes blincktant
405[regelnummer]
Eij Laes Ick ben nu wel een ellendich pol
quaem Ick aent waeter Ick mocht verdrincken
Heijn Leechderm
Och och mijn siel wil mijn van achter ontsincken
wacharmen noijt so droevigen nacht als desen
Faes blincktant
Al mijn Leven Lang moet Ick nu blint wesen
och is dit bijslaepen daer Ick om vleijde
Bouwen schuerbier
Ick hooude Ick nu noijt dus voor mijn sonden en schreijde
415[regelnummer]
mijn selven Ick nu al te qualijck bestiere
Faes blincktant
| ||||||||||||
[pagina 265]
| ||||||||||||
Ga naar margenoot+Twaer noot dat Ick nu cost spelen op de Liere
420[regelnummer]
blint man Arm man so Ick selver bekinne
Vrolijck Betgen
Dits recht van passe dit moeter noch Inne
nu en derff Aechtgen niet wesen gestoort
Laetet nu Leecken .......
Heijn Leechderm
Ick wort gans versmoort ......
Ick moet hier aff sterven het roockter te snel
Aij mij biechten biechten biechten
Bouwen schuerbier .....
430[regelnummer]
Och noch noijt quader spel
Ick en can dees pijnne niet Langer verdragen
al soud Ick opt stede worden doot geslagen
so sal Ick tasten oft Ick die deure mocht vinden
Ick en sie niet
Heijn Leechderm
Ick wil onderwinden ........
te vallen al soud Ick verstuijcken mijn strote
tusschen de huijsen ijewarts In een goote
den grooten noot doet mij dit te wercke Leggen
440[regelnummer]
Ga naar margenoot+Aij mij Aij mij
Faes blincktant
Wel wadt sal Ick hier aff seggen
sijdij al blint peijns Ick wats u begeeren
Bouwen schuerbier
445[regelnummer]
Blint eijlacen Jae Ick dat mach Ick wel sweren
Ick en siet niet meer dan een eijcken plancke
Faes blincktant
Och Ick ben Oock blint tot mijnen ondancke
dwelck Ick al mijn daegen wel mach bewenen
heijn Leechderm
Aij mij wadt ramp daer verstuijck Ick mijn beenen
och waer ben Ick hier gevallen in duijstere
Bouwen schuerbier
Hout daer compt noch eenen
Faes blincktant
Ick Leg en Luijstere ....
oft ons niemant van vrintschap mochte bewegen
Lippen suermont
Desen is Immers wech die hier heeft gelegen
460[regelnummer]
Ick denck wel die Looge heeft hem doen wijcken
Vrolijck Betgen
Nu moet Ick eens nae de buijlkist kijcken
rammelt ghij inde schouwe met een stocke
hij is al wech tis nu goet pas drie heeft die clocke
465[regelnummer]
nu sal ons Aechtgen rechts comen in haeren schoot
Faes blincktant
Och noijt sulcken druck .......
Bouwen schuerbier
Och noijt meerderen noot ......
470[regelnummer]
dus blint te sijnne is een groote plage
Ick ben oock stijff van couwe
Faes blincktant
| ||||||||||||
[pagina 266]
| ||||||||||||
[pagina 267]
| ||||||||||||
[pagina 268]
| ||||||||||||
475[regelnummer]
Ga naar margenoot+Och oft Ick weer saege
mijn maege die dunckt mij van stoff te versticken
Lippen suermont
Sij sijn al wech ...........
Bettgen
480[regelnummer]
So soumense beschicken .......
die hem Oneerlijck bij maechden willen paeren
Lippen suermont
Misselijck hoe sij er noch mede sullen vaeren
hadden sij haer cleeren so waer Ick gepaeijt
Vrolijck Betgen
Die daerom compt wel worden becraeijt
Ga naar margenoot+sij sullender so slecht niet Aengeraecken
Heijn Leechderm
Nu sijn al mijn micken geworden staecken
490[regelnummer]
dus blint te sijn dats wel een quaet Lodt
had Ick toch mijn cleeren .....
Aechtgen schoontooch comende met een Lantaernne
Wij waeren daer wel sodt
al de cluften ginnen boven schreven
495[regelnummer]
wie docht dat daer sulcken geneucht sou worden bedreven
nu wil Ick gaen thuijswaert so mij is bevolen
wel wie gaet hier dus sonder cleeren doolen
wil Ick u Lichten vrint mij dunckt ghij sij qualijck
compt wat herwaerts
Heijn Leechderm.
Aij mij daer Lach Ick nalijck
Och vrou Ick ben van mijn gesichte berooft
Aechtgen schoontooch
Hoe so toch ............
heijn Leechderm.
Om een meijsgen die Ick heb gelooft
mijn selven te Leijen ben Ick onbequaeme
Aechtgen schoontooch
Wie Is die ...........
heijn Leechderm
Aechtgen Schoontooch is haeren name
om haer ben Ick blint sint de clock elffve
Aechtgen schoontooch
Vrint ghij hebt ongelijck want Ick bent selve
515[regelnummer]
van desen nacht en heb Ick niet thuijs geslaepen
Faes blincktant
Och aijmij Ick moet na mijn Adam gaepen
so is mijn hert verstopt vand alden meele
Bouwen schuerbier
520[regelnummer]
Al blint Aal blint ......
Aechtgen schoontooch
Wel isser uwer noch veele
hoe sijdij dus gestelt hebdij geweest mommen
Bouwen schuerbier
525[regelnummer]
Och neen wij vrouwe
Aechtgen schoontooch
So slacht ghij den domnnen .....
waer sijn al u cleeren dits Imnner slecht
Faes blincktant
530[regelnummer]
Och tis een meijsgen die ons dus heeft uijtgerecht
| ||||||||||||
[pagina 269]
| ||||||||||||
Ga naar margenoot+Daer Ick waende mee te bedrijven mijn Lamaij
nu ben Ick al blint
Bouwen schuerbier
En Ick oock om een meijsgen fraij
maer Lacen Ick heb achter doet gevist
Aechtgen schoontooch
Dats dickwils gesien sulck waent hij mist
540[regelnummer]
der vrouwen gedachten sijn menichfout
Faes blincktant
Och al blint ...........
Bouwen schuerbier
Och Lacij dits den nacht die mij rout
545[regelnummer]
dat Ick gecomen ben in dees groote beswaerte
Aechtgen schoontooch
Wie was dit meijsgen .........
Bouwen schuerbier
Lippen zuermonts maerte .....
550[regelnummer]
die tsijnen so Lange tijt heeft gewoont
Faes blincktant
Dien meijn Icke .....
Heijn Leechderm
Sij heeft ons alle drie gehoont
555[regelnummer]
en mij dunckt sij heeft ons alle gelijckx betaelt
Aechtgen schoontooch
Ick hoor wel dat ghij alle de waerheijt faelt
Ick can de Loogenen niet Langer blijen
ghij hebt hier aff ongelijck met u drijen
560[regelnummer]
Ick bent tmeijsgen selff dits wel een vreemt abuijs
van desen nacht heb Ick niet geweest in huijs
noch ghijlieden en hebt mijn noch noijt toegesproocken
Heijn Leechderm
Ghij doet nochtans des mijn gesicht is gebroocken
565[regelnummer]
Ick mach mij wel beclaegen / Aij Ick armen dwaes
Bouwen schuerbier
Ick bin de blinden bouwen .......
Faes blincktant
En Ick de blinden faes .....
570[regelnummer]
wij mogen nu metten blinden bischop danssen
heijn Leechderm
Och noijt meer Ongeluckx
bouwen schuerbier
Tsijn drie quae canssen ....
575[regelnummer]
dit sal ons eewelijck staen ten verwijte
Faes blincktant
Al blint Al blint
Heijn Leechderm
En Ons cleeren sijn wij quijte
580[regelnummer]
Arme heijn Leechderm wadt maeck Ick toch hier
Bouwen schuerbier
Een Ick Armme Blinde bouwen schuerbier
mijn keel mocht nu wel eeuwelijck verroesten
Faes blincktant
585[regelnummer]
En Ick faes blicktant mocht wel blijven hoesten
so Leijt mij dat stoff op mijn borst en raeckt
| ||||||||||||
[pagina 270]
| ||||||||||||
[pagina 271]
| ||||||||||||
[pagina 272]
| ||||||||||||
Ga naar margenoot+
Bouwen schuerbier
590[regelnummer]
Ga naar margenoot+Wij sijn al bedrogen ..........
Heijn Leechderm
Oft wij sijn al vervloeckt
Ick viel dat Ick mijn hals mocht verstuijcken
Bouwen schuerbier
595[regelnummer]
En Ick most inde Looge sitten duijcken
Heijn Leechderm
Och hadt ghij gesien hoe dat Ick inden roock hinck
Aechtgen schoontooch
Ick en hoorde mijn daegen noijt sotter dinck
600[regelnummer]
wistent sij sommige daer worden een spel aff gedicht
Ick mach u van hier Leijen tsal haest worden Licht
de gebuerte mochter aff wesen in roeren
hier hout alle An een
Faes blincktant
605[regelnummer]
Och dit sijn quae voeren ..
drije blinden / eijlacij wie sal ons spijsen
Bouwen schuerbier
Och een deuchdelijck hert is waert om prijsen
beweecht ons Arme drie blinden vol allende
Aechtgen schoontooch
Ghesellen Ick gelooff Ick u noijt en kende
dan rechts van Ansien gelijck meer andere
heijn Leechderm
Wij hebben Ock rechts gevonden malcandere
615[regelnummer]
drie blinde cooplieden mogen wel gaen ter mert
Faes blincktant
Ick ben blint en widt ....
Heijn Leechderm
En Ick blint en swert .....
620[regelnummer]
mijn maech is vanden roocke wel worden zadt
Bouwen schuerbier
Ick ben blint en totten velle toe nadt
wij gaen tsaemen als blinde Ossen dringen
Aechtgen schoontooch
625[regelnummer]
Ick en can mijn van Lachen niet bedwingen
Ick ben een Joffer met drie blinde knechten
nu gesellen hoort wadt Ick u sal ontvlechten
Ick moet naer huijs / men begint te Luijen inder kercken
en de Ambachts Luij sullen haest beginnen te wercken
630[regelnummer]
Ick mocht door quaet vermoeden worden beclapt
heijn Leechderm
Nu is de sack rechts tegen tgadt gelapt
segget niemant Aechtgen / oftmer noch aff songe
Aechtgen schoontooch
635[regelnummer]
Ick sou wel swijgen / en dede mijn tonge
Ick en salt niet clappen daer Ick ben Alleenne
Ick wil gaen Loopen thuijswaert
Bouwen schuerbier
Dat was daer eene ......
640[regelnummer]
dus sullense gemeenlijck gecken en gabben
Faes blincktant
Jae worden wij weer siende wadt Lach aent schrabben
| ||||||||||||
[pagina 273]
| ||||||||||||
645[regelnummer]
Ga naar margenoot+Eelck sal toch roeren sijnen snatere
eij eij siet voor u / Ick val hier int watere
hout u boven dat ghij niet en gaet te gronde
Bouwen schuerbier
Hier en koos Ick heel hollant niet voor int ronde
650[regelnummer]
mijn Oogen gaen Oopen door twaeters genieten
Faes blincktant
Ick mach wel veel in mijn keele gieten
mijn Oogen die sien u alle Int claere
Heijn Leechderm
655[regelnummer]
Noch noijt meer geluckx ......
Bouwen schuerbier
Och dit is een blijde maere ....
Al moeten wij ons hier nu wadt vercoelen
Heijn Leechderm
660[regelnummer]
Nu en mogen ons Letten bancken noch stoelen
Ick sie wel dat den dach begint te criecken
Wadt nu ten rade ......
Bouwen schuerbier
Laet ons gaen bij de siecken ....
665[regelnummer]
int gasthuijs daer salt toch best blijven verhoolen
en claegen dat ons cleeren sijn gestoolen
vande boeven des wij met siecken sijn bevaen
Faes blincktant
Dats best het twert schoondach tvolck sal haest opstaen
670[regelnummer]
tgasthuijs hebben wij verdient soot aen ons blijckt
Heijn Leechderm
Die herberch ons nu alderbest gelijckt
want Anders worden wij vant volck beschaempt
Bouwen schuerbier
675[regelnummer]
Wij spelcornkens uijt Jonsten versaempt
Heijn Leechderm
Sluijten hier mede ons spel sonder beswijcken
Faes blincktant
Al sijn wij in consten niet wijt befaempt
Heijn Leechderm
Wij speelcoornkens uijt Jonsten versaempt
Bouwen schuerbier
Laet ons slchecht werck niet sijn geblaempt
Faes blincktant
685[regelnummer]
Dat bidden wij u ghij burgers Armen en rijcken
Bouwen schuerbier
Wij speelcoornkens uijt Jonsten versaempt
Faes blincktant
Sluijten hijer mede Ons spel sonder beswijcken
Heijn Leechderm
Want uijt goeder herten ons Trouw Moet Blijcken
finis Lang in dicht 465 regulen
Par Trouw Moet Blijcken
| ||||||||||||
[pagina 274]
| ||||||||||||
|