De toer auto
(ca. 1930-1940)–Anoniem Toer auto, De– Auteursrecht onbekend
[pagina 1]
| |
[pagina 2]
| |
[pagina 3]
| |
De chauffeur voert ons langs prachtige wegen
Waar we veel moois te aanschouwen kregen.
Door het geraas van de auto over de hobbelige steenen
Vliegen de kippen naar alle kanten henen.
| |
[pagina 4]
| |
[pagina 5]
| |
In één der dorpen zagen wij een draaimolen staan
Daar zijn we toen allemaal binnen gegaan.
De één op de schommel, de ander op 't paard
Dat was heusch wel de moeite waard.
| |
[pagina 6]
| |
Ook onze maag vergaten wij niet.
Zooals je op dit plaatje ziet.
We kochten beertjes en aardige popjes
En daarbij nog ieder een zakje hopjes.
| |
[pagina 7]
| |
[pagina 8]
| |
[pagina 9]
| |
En op 'n stille plek op de hei
Snoepten we alles, vroolijk en blij.
En dansten van vreugde zingend in 't rond
Omdat ieder dit uitstapje zoo prettig vond.
| |
[pagina 10]
| |
Toen aan de picnic een eind was gekomen,
Speelden we nog een poos onder de boomen.
Aan den oever van een helderen vliet
Zooals men niet in de steden ziet.
| |
[pagina 11]
| |
[pagina 12]
| |
Als men moet uitrusten van het harde leeren
Kan men zich het best op het land amuseeren.
Daar hoeft men zich nooit te vervelen
Daar kan men allerlei spelletjes spelen.
En behoeft men niet bang voor de auto's te wezen.
Of voor de drukte te vreezen.
| |
[pagina 13]
| |
[pagina 14]
| |
Toen keerden we weder naar huis terug.
De auto bracht ons daar heel vlug.
En 's avonds droomden we in 't zachte bed.
Van dezen dag van heerlijke pret.
|
|