Stevie Smith
Ziek kind
Vertaling Harrie Geelen
Ik ben geen lief lam Gods,
ik ben Gods zieke tijger,
sluip door het duistere woud,
bijt iedereen om wie ik geef,
ga tussen hoge halmen schuil,
ruik mijn geest stinken, voel mij binnen vuil,
proef, zout op mijn gezicht, kijk, tranen langs mijn muil,
mijn neus is ziek en rood,
mijn staart, mijn god mijn schitterende staart
geknakt, mijn strepen klitten en mijn vacht, ooit zacht
en glanzend, hangt dof, slonzig om mijn schonken.
Mijn God, wat was ik prachtig toen ik goed was,
mijn hart, mijn longen, zenuwen, mijn bloed,
een vreemde opwinding joeg steeds door hen,
ik was toen tempel, nu een knekelhuis,
toen een hosanna, nu een psalm,
toen een bekroning van Gods schepping, kroon op 't werk,
nu dieptepunt en zonde van de tijd.
Heb deernis, Heer, met tijgers met een kater,
sla acht op elke doffe, miese grom,
want Gij zijt blakend van gezondheid,
|
|