Tirade. Jaargang 57 (nrs. 447-451)(2013)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] Nikki Dekker Twee gedichten Reuzennachtzwaluw Jullie gaan mijn moeder wakker maken. Een hakbijl past niet in je broekzak en je maakt vlekken op de matrashoes. Ik heb wel een broekje dat je aan kunt. Dit is het feest van heilige kleuren van klimop tegen de badkamermuur. Het hagelt onbarmhartig buiten. Ik wou dat je eens stil bleef zitten. Ik wou dat je eens naar me toe kwam. Het wachtkamerstoeltje is wit en hard. Laten we het heel zachtjes proberen. Je romp is een opengeslagen deken. [pagina 27] [p. 27] Niet bang zijn De krokodillenvrouw is een soort vogel: haar zwaartepunt ligt ver naar voren, ze zweeft door de dagen, laat zich niet aaien: de stompe snavel, lange tanden scheuren luxaflex aan flarden, ze prikt met gemak door sleutelgaten, sprint op lage poten je kamer in. Ze laat je zelden een zin af maken (kritiek sijpelt langs de hoornplaten weg), loert vanachter olijfgroene vitrage, verlaat feestjes zonder gedag te zeggen en glibbert 's avonds laat het bed in, neemt de vorm aan van een kussen dat zich vasthaakt. Vorige Volgende