ger, voor zinloosheid en waanzin - worden uitgediept. En vanaf dat moment zijn ze onlosmakelijk met jou verbonden: Mrs. Dalloway, The Hungerpatient, The Nightrider - Delhi style.
Ik doe het boek dicht, stap de auto uit. De hitte is zo alarmerend dat mijn lichaam allerlei functies op sluimerstand zet. Ademen gaat moeilijk en er dansen vlekken voor mijn ogen. Ik ken je nu een paar maanden en herken je niet meer terug. De mist is verdwenen en je bent nu permanent laaiend heet als een pas afgeslagen motor. Als de zon onder is sis je door, je koelt niet meer af. Verkoeling is alleen kunstmatig te bereiken.
Ik schiet naar een dun strookje schaduw op de stoep, vier panden verder is de winkel waar ik moet zijn. Ik bedwing deze twintig meter van koele auto naar koele winkel met dezelfde verbetenheid als wanneer ik door een sneeuwstorm met hagel en rukwinden zou moeten. Daardoor heb ik geen oog voor de mensen en dingen die ik passeer, de kleermaker met zijn elegante handen, de tandeloze bedelaarster, de stalletjes waar brutale rotjochies allerhande plastic verkopen. De hitte ontneemt me de wil je goed te bekijken, ik heb al mijn energie nodig om niet krankzinnig te worden. Bovendien zie ik je met al mijn andere zintuigen, mijn te blanke huid wordt aangevallen door een bombardement UV, het stof infiltreert mijn lijf, kruipt onder mijn nagels, in mijn neus, oren, ooghoeken, poriën - mijn voetzolen zijn zwart, ik krijg ze nooit meer schoon. Het is of de hitte alles harder maakt: niet alleen het licht is onbarmhartig, ook geluid wordt versterkt. Getoeter vermengd met een kakofonie van verschillende soorten motoren dendert mijn gehoorgangen binnen, regelrecht naar het midden van mijn hoofd vanwaar het uitwaaiert naar alle hoeken van mijn lijf.
Ik stap de winkel binnen, een soort buurtsuper die me doet denken aan de achterkant van een decor of de binnenkant van het menselijke lichaam. Dat wat je niet zou moeten zien. Die notie is jou niet bekend, denk ik, je kent geen schaamte, zowel je armoede als je rijkdom spreid je openlijk tentoon. Geen tekst en uitleg, geen verdoezeling, ironie of nuance. De creperende leproos en weldoorvoede miljonair in zijn Rolls Royce zijn als broers die elkaar nauwelijks spreken of kennen, maar zij aan zij leven.
Ik groet, de mannen rondom de toonbank - altijd die kluwen mannen, misschien kun je me een keer uitleggen wat dat is - groeten terug. In hun blik geen spoor van verbazing over mijn blanke verschijning. Je bent een internationale stad en mensen kijken niet op van een witte. Los van die gewenning heeft de roerloze uitstraling van je inwoners misschien ook te maken met de hardheid van hun bestaan. Je ergens over verbazen of opwinden of ergens iets van vinden is een luxe.