Tirade. Jaargang 43 (nrs. 378-382)
(1999)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 300]
| |
[pagina 301]
| |
Voor de flits
We zouden ons op de vlakte kunnen houden,
het er niet over hebben, maar zeg nou zelf,
zonder nijd of spijt genadig te zijn voor
leven dat anders nooit op zou houden, dit
mag je toch eigenlijk geen beulswerk noemen?
| |
[pagina 302]
| |
De vragen van een gum
Heb ik te dicht gelopen,
onder de grijze muur om
iets daarachter te kunnen
zien? Is hij mij vergeten
misschien? Gebruikt hij
mij maar als hulpje voor
zijn licht-donkerprobleem?
En als ik op ben,
zal hij mijn restanten inruilen
voor de schaduwen van zijn
grote lucht met zware wolken?
| |
[pagina 303]
| |
La savonnerie
Ik sprak een verkoopster die mij
bezwoer dat de zonde
maar een gedachte is,
ze gaf me een door en door zwart zeepje
waarop ze in haar eigen zwierige
handschrift schuld had geschreven.
Toen ik na twee weken terugkwam en
mij beklaagde over zoveel élégance,
begon ze luid te lachen en legde mij
nog maar eens uit dat de gedachte
een brute kracht is en dat haar
handschrift alleen dat niet kon.
| |
[pagina 304]
| |
Een dikke wolk
Kneedgom maakt zich los,
een druppel zeep snelt aan
om de schade te herstellen,
het roofzuchtige zwart
waarvan men nu al de
val kan voorspellen,
opgeslokt te worden
door een tekening,
de opwekking en haar natuur
onherstelbaar te verwarren.
| |
[pagina 305]
| |
Dit vingeren
Het hielp ook Orfeus niet,
zijn vegen en zoeken in
de ondergrondse
van zijn zwarte idyllen,
dit gehamer op papier,
dit gescharrel waarmee ik jou
met hetzelfde gemak
het onderspit laat delven,
om dit velletje,
om onze liefde,
dit omkijken,
dit omslaan.
| |
[pagina 306]
| |
Het uit zich
Geen uitzicht op gouden of
zilveren tressen,
niet eens een veren pak,
bijna naakt is hij die opduikt
als de geboren vijand
van logica en rechte lijnen,
overvalt man en paard, schendt
rechten van eigendom en erfenis,
werpt mogelijke eretekenen omver,
verplaatst barricaden naar ongekende
wegen, waarbij hij zich slachtoffer
weet, dit pikken in eigen vlees,
dat hem vernietigt en zwarte kunst
lichter maakt. Ofschoon hem niets
verboden was blijft hem geen
oplossing bespaard.
| |
[pagina 307]
| |
Lijnvast
Of materie materie zal blijven,
wie zal het zeggen, het interesseert me niet,
wel de souplesse van zijn gummi,
vooral hoe zijn hand zonder ijzer schiet.
| |
[pagina 308]
| |
Handen, handen
Als de mooie ogen wat verder zijn,
als hij zijn vleugels opensnijdt,
vluchten of vechten,
sterker zijn, groter, sneller
misschien zelfs binnen blijven,
je verschuilen achter grauwe palmen,
niet willen weten wat je ziet,
het veelzijdige verkleurmannetje dat
vermomming na vermomming
zich steeds verder verwijdert van de vraag
wat het beste te doen?
| |
[pagina 309]
| |
Terloopse plastiek
Ik moet de tekenaar nog tegenkomen
die z'n mond niet wast met zeep.
Met zulke handen moet je ook voorzichtig zijn,
zij kennen de paardriften van caoutchouc,
rubberen vingers die vol zijn van het
geritsel steeds opnieuw te beginnen,
gulzigheid die voor opsluiten is gemaakt.
| |
[pagina 310]
| |
Uitgeteld
Maar zoals je daar ligt, gotspe achter glas,
ik moet er om lachen, de kneedgom van de meester,
ik kon niet anders, je begrijpt me wel,
ik begon te springen, alles stuk te slaan,
waarmee ik jou niet kon treffen,
jij verslinder van oppervlakkigheid,
jij die hetzelfde zag als ik, erger,
jij die álles in je hebt opgenomen,
de regels en de zin.
| |
[pagina 311]
| |
Dit boeten
Je zou hem zo kunnen uittekenen,
de dronken en dwaze jongen
die thuisgekomen zijn geheugen ophangt
aan dunne en voorzichtige draadjes,
de gaten waaruit zijn vangnet bestond.
| |
[pagina 312]
| |
[pagina 313]
| |
[pagina 314]
| |
[pagina 315]
| |
[pagina 316]
| |
[pagina 317]
| |
[pagina 318]
| |
[pagina 319]
| |
[pagina 320]
| |
[pagina 321]
| |
[pagina 322]
| |
[pagina 323]
| |
Gum op sofa1
Jezelf zijn en toch rekening houden
met de troep die je achterlaat,
vragen naar een omvattende zin,
maar niet hoe
het komt zo gestoord te zijn dat je
vooral geïnteresseerd bent in de krassen en
butsen van een ander.
2
Geen excuus, geen reden,
zonder verdoving
tot diep in het oog gesneden,
om het schokkend duister ruimte
te bieden voor een pas op de plaats.
| |
[pagina 324]
| |
3
Om te voorkomen dat wij
bloeddoorlopen ogen krijgen, al
flitst hij ze wel, lijnen die als je niet
oppast het excuus van een
moordenaar zijn.
4
getekende rimpels (zie 3)
| |
[pagina 325]
| |
[pagina 326]
| |
5
Verliefdheid die eigenlijk
een te groot medelijden is,
een dwaalspoor die hem monddood
zal maken, zijn overdreven
compassie voor een potlood.
6
Compassie die langzaam overgaat
in passie,
vooral als hij inziet dat
geslepenheid pas
zin heeft als je op een handige
manier gebruik maakt van
de verzachtende omstandigheden van
een gum, de glibberigheid waaran
een mens zich - nu eenmaal -
vast moet houden.
| |
[pagina 327]
| |
[pagina 328]
| |
7
Tel ze maar de kleuren,
als het maar zwart is.
8
De beste houding is meanderend,
drie maal daags, druppelend
de rivier van grafiet die
door je lichaam loopt, deze slierten
die je somtijds onpasselijk maken
maar ook doen jubelen - in het Frans!
in hele grote, met de hand geschreven
letters van zwarte inkt:
Mesdames et Messieurs!
Quand il a fini de le dire,
il n'existe plus.
| |
[pagina 329]
| |
|