Tirade. Jaargang 41 (nrs. 367-372)(1997)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 219] [p. 219] Marieke Jonkman Gedichten Grond Loslaten redt. Verdrinken geeft zekerheid. Seconden zijn wonderen. Luchtbelletjes in de tijd: eeuwigheid, vergetelheid. Waar blijft het rijmwoord helderheid? Gepeupel roept Ach! daar ik geen naam noem. De gebiedende stem redt mij niet. Ik zweef tussen geboorte en dood, naar een hechte en stevige grond, een bodem van taal. [pagina 220] [p. 220] Gras Aan de rivier, hier op bazalt, met de zon op mijn bast, wanneer stem ik in met water en gras? Een rouwende moeder ben ik, spot en leedvermaak dreven mijn dochters de dood in. Alleen grutto's van vermaalde nesten kunnen nog troosten. ‘Jij baart maar, 't is zuivere geilheid,’ riepen de mannen. Mijn lippen zouden bol staan van hartstocht. Was ik een paard, de wilg bood mij schaduw. Losjes dringt vanitas door en houdt vast, urenlang. Geen moment staat instemming op. Het water stroomt van extase naar walging. [pagina 221] [p. 221] Recht op bestaan Onwil en afgunst staan recht overeind, met obscene gebaren belagen ze mij. Ik ontkleed me. Van woede verblind staren zij op mijn zinloze tepels. In een bange vrouw leg ik mij neer, ontwaak vol trots en zonder angst. Ik sla belagers op de linkerwang en tik de tanden uit de bek daar ik zijn wil wie ik in mij heb. [pagina 222] [p. 222] Toekomst Ik was de koningin en jij was, jij bent mijn diadeem, mijn kroon, mijn kleed vol diamanten, mijn deel in dit leven. Wij wonen achter de heg van het paleis, jij belooft levenslang en als je wandelt wankel je niet. Geen vrees, geen beven. Jij bent de vechtersbaas. Als anderen komen en kwaad willen doen, raak jij ze goed hè? Met de klaprozen van jouw geweren die onze kamillevelden versieren is onze toekomst verzekerd. Vorige Volgende