Tirade. Jaargang 40 (nrs. 362-366)(1996)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] Maria Barnas De reis Een leven is zo groot als een lichaam dat trager in bed zakt. Vlak boven de grond. I Ik wil voor haar een tekening maken. Wat zal ik tekenen, een zee? Hoe berekenend moet ik zijn. In de weigering van haar voet zie ik steeds meer dan traag bloed alleen. De aderen en de vaten vernauwen zich naarmate ik haar dichter nader. Een kind, een kras en zelfs de beweging van mijn hand lagen in de lijn van verwachtingen en ik bedacht alles wat ik nu veracht. Ik heb haar getekend. [pagina 73] [p. 73] II Terug De ramen konden niet open en de dag was langer aan het einde van de gang waar zij ligt in een smalle kamer. Ze kan niet lopen maar ze zegt dat er in de glazen jampotten veel bloemen staan. De stelen zijn niet schuin afgesneden want er was geen mes. Wel water dat niet blauw is zoals ik haar maakte De zee is blijven liggen waar zij ligt. Vorige Volgende