Tirade. Jaargang 39 (nrs. 356-361)(1995)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 482] [p. 482] [Tirade november & december 1995] Van de redactie, bij haar laatste nummer Tijdschriften zijn een tingelende tram; de redacteur neemt plaats als de bestuurder, wrikt aan de kruk, schuift wissels in zijn eigen stand en fluit de rit van oost naar west en omgekeerd. Hij knipt zijn nagels, vijlt zijn tanden bij, zijn ruiten stoot hij open in de lucht, zijn schoenen plat, zijn rug gebogen, zijn wijde blik blijft zelfs zijn bumper voor, hij oefent zich in het railverleggend rijden, knoopt zijn nieuwe veters, staat op scherp, hij is een tramwaytijger onderweg. Soms wordt hij achterin van lieverlede conducteur en laat de rails hem sturen, tot de dag waarop hij denkt: dit was dan dus de rit. Aan dit einde stap ik uit. Dan kijkt hij achterom. En ziet: de wagons puilen uit van de passagiers, van vrienden zonder wie de rit ondenkbaar was geweest, onnodig ook. Zijn zij zijn werk? Terwijl hij uitstapt en zijn pet verstopt en op zijn eigen voeten staat roept hij met een vreemde dunne stem: eindpunt! Eind! Dit is beslist een beetje raar aan hem. Vorige Volgende