Ze zat midden in het water, en ze was ontzettend klein!
Maar in de Nieuwe Haven kreeg hij op een houten schoener wat te eten. Lekker. Kees had het altijd goed met schippers kunnen vinden.
Deze vreemde zeebonk had hem daarna op de een of andere manier gekoppeld aan een zekere Ninett, een vrouw met groene ogen.
Hand in hand ging het daarop naar Tivoli, een dure kermis. Bij de ingang stonden beige lange jassen met hoge hoeden. Ouderwetse onzin.
In een biertent vol met spiegelwanden ...je zag oneindig dubbel... gingen Ninett en hij tegen elkaar op zitten hijsen. Kinderspel voor Kees.
Daarna ging hij gierend van het lachen met haar mee.
Als het aan hem gelegen had, was hij de dag daarop met haar getrouwd en nooit meer teruggekeerd. Maar niets daarvan.
Toen hij na een week zijn laatste øre had versnoept, maakte zij het uit.
Gebroken liep hij weer naar het station. Vroeger was hij ook altijd alleen geweest, maar nu -.
In tranen wist hij dertig kronen bij elkaar te schooien voor een ligplaats in de nachttrein. 's Zomers zat die altijd áfgeladen.
Al had hij niks te makken, met de drank van de piloot werd het weer ouderwets gezellig.
Toen ging hij op zoek naar zijn coupé, bergen rugzakken bedwingend en horden slaapzakken nemend.
Daar klonk gegiechel. Kees stak zijn hoofd een beetje schuw naar binnen. Gejóel.
Meiden! Stel je voor... Tien ogen lachten hem toe. Donkerbruin. Hij vroeg ‘Espagna?’
‘No!’ ‘Italia!’ ‘Roma!’ Kwik, Kwek en Kwak.
Kees begon te grijnzen. Zij lachen. Hij ook.
Daar had-ie het weer. Sjans.
Wat over het paard getild door zijn ene vrijerij keek hij hier niet van op.
Maar dat was het juist. Stralend kwam de leukste op hem af. Stella. Aaide aldoor luchtig lange haren uit haar ogen. Een schóónheid...
Ze raakten buitensporig aan de praat. Links en rechts.
Kees vertelde alles.
Na een tijdje vroeg ze of hij straks bij haar kwam liggen, om te troosten.
Ja. Hij had de smaak te pakken.
Netjes ging hij eerst zijn tanden poetsen. Met die moderne mondverzorging duurt dat. Ditmaal duurde het dubbel.
Afgevlost en uitgestoken kwam hij olijk terug: ‘Pim-pam! La notte menos pensada?’ Zijn Italiaans klonk nogal Spaans.