Tirade. Jaargang 39 (nrs. 356-361)(1995)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Marieke Jonkman Spijt Trek de deur achter je dicht! Ik wil dat ze de deur achter zich sluit, zelfs nu ze jarig is en mij haar pop heeft getoond, het kind in heilige feestdos. Ze legt haar kind op de trap en keert terug naar de deur van mijn kamer waar ik vertaalwerk verricht: geel stro in ijs wordt dood gras in glas. Dit water, dit riet. Kon ze maar komen, haar kind laten zien in heilige feestdos. Ze trok de deur achter zich dicht en verdween met jongens in het busstation. [pagina 41] [p. 41] Sara Ik durf niet meer, ik ben te oud. Zwaan kleef aan. De geur van badhok die mij irriteert. Mijn lichaam dat gevangen is in vreemde ogen. Verkennen van de grens, de glans van krachtig rennen, de roep, de meesterlijke lach voorbij: onder het juk van de tiran bedachtzaamheid. Vergeten is de smash, het doelpunt, het record. Ik wil niet weten wat ik 's nachts goed hoor: jij blijft de kampioen in eieren lopen. [pagina 42] [p. 42] Parfumdoosje Ik beheers me: gekleed zoals het hoort keur en kies ik een geslepen flacon met als kunstwerk een doosje van karton. Ik vrees dat de kartonvouwer een snordrager is en de glasslijper een pensdrager zal zijn. Mijn hoop wil dat de parfumeur het hoogste scoort maar ogottogot een amateurbokser is hij! Ik ruik de geur van zweet en dood. [pagina 43] [p. 43] Geuldal In dit stiltegebied waarin een rok verplicht zou moeten zijn, aan deze beek waakt moeder, o wat waakt de merrie. Het veulen ligt voor dood in de wei. Het tilt zijn hoofd op, kijkt, en legt vermoeid het zware hoofd weer neer. Onbeweeglijk spreekt de wijze moeder dochter toe dat het goed komt, dat er kracht vloeit. Ik fiets door. Zelfs op de racefiets zou een rokje voorschrift moeten zijn. Vorige Volgende