...de grachten zijn koel en stil met breed erover uithangende boomwaaiers. Amsterdam, mijn Amsterdam - als goede, grote beschermende schaduwhanden zijn de bomen van je grachten in de zomer, een donkere zomer als het zwarte groen der oude apothekersflessen...’.
De vrouw met de hoed staat voor een arcadisch landschap. Een bruggetje schemert boven een rivier, schaduwen van takken vallen op een pad, bloemen en planten staan op de oever. Ze kijkt geamuseerd, alsof ze nog denkt aan de andere achtergronden die ze had kunnen kiezen, de zee, een berglandschap, een bos.
Haar pose maakt deel uit van een lichte farce en tegelijkertijd zie je aan de uitdrukking van haar driekwartsprofiel dat ze al weer aan buiten denkt, waar Mary Dorna haar zal zien: ‘... 'n dame die de Dam oversteekt op een nevelige, kille middag, die al in de schemer overgaat...’.
Ook in het buitenland was het portret een mengeling van precisie en fantasie. In Frankrijk werd het fotoportret in de tweede helft van de vorige eeuw ook als visitekaartje gebruikt. In Identités - de Disderi au photomaton, de catalogus bij een tentoonstelling uit 1985 in het Palais de Tokyo te Parijs, staat een groot aantal van deze portretten.
De vindingrijkheid van de fotograaf was groot. In een aan het atelier grenzende opslagplaats moeten tientallen decors en requisieten hebben gestaan. Op de visitekaartjes zijn veel landschappen te zien, als bij William in de Damstraat. Daarnaast maakte de fotograaf gebruik van de meest uiteenlopende meubels en gebruiksvoorwerpen.
Een vélocipède, een hobbelpaard, een tennisracket, een geweer, een visnet, een opgezette vogel, een Griekse zuil, een trommel met stokken, folkloristische kleding, een verrekijker, engelenvleugels, een hoge hoed, een duivelspak, pijl en boog, bokshandschoenen en een pierrotcostuum - om slechts enkele voorbeelden te noemen - hoorden tot de vaste uitrusting van zijn atelier.
Al die foto's getuigen van een plezier dat regelrecht uit de verkleedkist of de kinderkamer lijkt te komen, ook bij volwassenen. Poses die wij nu potsierlijk, gewild of al te romantisch zouden vinden deden op een visitekaartje dienst als het luchthartige bewijs dat iemand bestond. Het kan niet anders of er werd bij de uitwisseling van die kaartjes geglimlacht. Met een gekke achtergrond, vermomming of beroepswijziging veranderde iemand zich, op voorstel van de fotograaf, naar eigen inzicht. Hij breidde zijn lichaam uit op een manier die hij mooi of dwaas vond, als een bron van vermaak of poëzie.