verklaring te vragen - een verklaring die overigens niet wettelijk verplicht is.
De situatie was dubbelzinnig. Het recht op verzwijgen groeide uit tot een van de belangrijkste grondrechten van Eschatopolis. Toch had iedereen het gevoel dat alle sterfdata in de genencomputer opgeslagen waren, ondanks het feit dat de grondwet verordonneerde dat ieders sterfdatum maar één keer bekend gemaakt kon worden, en dan nog alleen aan de sterver zelf. De zekerheid dat de genencomputer eens de datum had medegedeeld, maakte het de inwoners moeilijk om, ergens in hun achterhoofd, niet te geloven dat er een Brein was, een Geheugen, dat precies die kennis bezat die iedere afzonderlijke inwoner als enige meende te bezitten. Zo zit, geloof ik, het menselijke bewustzijn in elkaar: het kan domweg niet aannemen dat het als enige iets weet. Speciaal niet als het om een feit gaat, om een emotieloos reeksje cijfers. Altijd postuleert het bewustzijn een Weten, een brein dat dwars door je heen ziet. Zo groeide de bron van de kennis, de computer, uit tot het Huiveringwekkende, juist omdat het met alle waarborgen omgeven was, en voor iedereen, voor zover was na te gaan, ontoegankelijk. Zolang het brein zweeg werden de inwoners gesterkt in hun zwijgen, of althans: trachtten zij meester te zijn over hun geheim.
De dichters en de wijsgeren trachtten een wereldbeeld te grondvesten op het zwijgen, met als kwintessens: het leven heeft zin voorzover je je sterven verzwijgt. De roman Het verhoor (in een vroegere versie De biecht geheten) werd beschouwd als het begin van dit ‘silentïïsme’. Er wordt een hoofdpersoon in verhoord en gemarteld opdat hij zijn datum zal openbaren. Op het moment dat hij, gebroken, vernederd, ontmenselijkt, zijn datum prijsgeeft, sterft hij, ‘met zijn datum op zijn lippen’.
Die datum is dezelfde als die waarop hij sterft. Overigens zijn niet de martelscènes het gruwelijkst aan het boek, maar, volgens veel essayisten, vooral de pagina's waarop duidelijk word dat de ondervrager geen echt belang heeft bij kennis van de datum. Uiteindelijk gaat Het verhoor over het blinde, verwoestende verlangen om het verzwijgen te verbreken. Of ook anders: over ons onvermogen om andermans bewustzijn intakt te laten. ‘Er is geen schelp zo gesloten of wij breken hem wel’.
Min of meer gelijktijdig met het Silentiïsme ontstond Recht op Onschuld, een jongerenbeweging die zei dat het 't beste was om je genenonderzoek niet te laten verrichten. Grondgedachte van deze beweging was dat de menselijke geest nooit ‘bedoeld’ kon zijn voor zulke kennis. Gepleit werd voor de Nieuwe Onnozelheid. Overigens was aan iemand niet te zien dat hij zijn einde niet kende - zelfs niet aan de twintigjarige leider van de Onnozelen. Op een of andere manier was het moeilijk te geloven dat zijn onwetendheid echt was - hij praatte vrij en onbevangen als iemand die tot