Tirade. Jaargang 31 (nrs. 308-313)(1987)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 637] [p. 637] Lenze L. Bouwers Dyslexie Het zit in de familie. Vraag niet: spel je doopnamen, lees heel snel lariekoek. Iets in m'n hersenen meldt wazig fel: hoe onderscheid ik zuiver volk van vloek? Vroeg struikelde ik in m'n woordenboek; dan trok men mij rechtop aan een oorlel. Ik schreef geheimtekens met haal en hoek en trok als eerste aan de beel (of bel?). Natuurlijk ben ik zo dichter geworden die agressief zoekt naar verwante woorden, die intuïtief kiest de stem van bloed en blozen, want geen klankkleur van wie hoort te zingen verbleekt als een vale verdorde. Spel langzaam: liefde is voor lezen goed. [pagina 638] [p. 638] Genade Handen omhoog. Alles wordt tot gedicht. Ik geef me over aan de overmacht van mijn bestaan. Richt niet op m'n gezicht, gun hart en slagaders toch hun klopjacht. Handen neer. Het potlood beweegt zo licht als een ganzeveer met hardheidsgraad zacht, ivoorkleur, gelukstelegrambericht met vogels, bloemen, een schepping die lacht. Keer je om en weet het ijzer, je rug voelt vlijmscherp aan de droge klik van klinken; één foute handeling, en 't is gedaan. Kom klanken, verootmoedig niet zo stug, de dichter blijft geraakt niet altijd hinken, op de knieën kun je met woorden staan. Vorige Volgende