Tirade. Jaargang 31 (nrs. 308-313)(1987)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 256] [p. 256] Kees Snoek Gedichten Zaterdagnacht in Garut neonbuizen aan de bomen verlichten de zerken van wie even zich laafden aan hun aardse zweet zwak glimt een peertje voor het huis van hun kroost waar de zegen van Allah dag aan dag wordt afgesmeekt rode canna's flakkeren als hanelellen op een windvlaag - in paniek rennen kippen weg voor het pluimpje dat hun om de veren suist zo gedempt als zijn roep dribbelt soms een venter langs genietend trekt Pak aan zijn krètèk - zoon knettert op zijn vespa weg [pagina 257] [p. 257] tot in de kleine uurtjes dreint en tinkelt nog een hoorspel dan gaat de regen ruisen die insluipers begunstigt - kikkers kwaken in de slokans in de goten orgelt water neon in de bomen neon in de straten - zielloze krijtlijnen die schielijk verdwijnen als de zon inhakt op de mist en de pomp naar leven knarst krètèk: Indonesische kruidnagelsigaret slokan: open riool [pagina 258] [p. 258] Brief uit Jakarta tussen omhelzingen en verzen werk en zweet ik in bedompte ruimtes smoorheet van denken zoals met de zon in het zenith een hagedis kwijnt ik haast me naar huis in stof & hitte ik haast me naar huis in struiken van zwaveldamp - ik klungel met sleutels bij het hek de kat strijkt langs mijn benen de bedienden slapen - met koele lakens heet mijn bed mij welkom ik rook een cheroot tot in de schemer dichtbij in de tuin glanst mijn witte hibiscus en stilte sijpelt naar binnen niet meer verpletterd onder gedril en geslijp: geluiden van opbouw [pagina 259] [p. 259] witte hibiscus van liefde die stil mij omwikkelt met plezierige herinnering aan sleeën en hoela-hoep als een auto in de sneeuw blijft de tijd steken stel je mij voor met mijn schaatsen op een tropiese ijsbaan maar ik geniet enkel van het geklingel van ijs in mijn drinkkroes en het blauwige wit van chinees porcelein daar is mijn geliefde bij het hek met haar grote bruine ogen haar al te wijde blouse haar schuchtere lach haar menigvuldige kussen die de avond rekken tot in de windkoele nacht mei 1986 Vorige Volgende