Tirade. Jaargang 30 (nrs. 301-307)(1986)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 627] [p. 627] Rogi Wieg Klachten in mijn moedertaal Liefdesgedicht Dit is een jaar van ongemakken, lange maanden waarin vreemde wendingen. Men ziet het niet dat ik van heel dichtbij wat bange uitdrukkingen heb. Het is ook dat ik niets verken, niets werkelijk, geen stadsgedeelten voor een woord dat teder is. Alsof mijn moedertaal zich afsluit voor mijn dagverdrijf. De soort van lichtval deze kleine dag bepaal ik niet Maar verder is er brood zoals altijd en woordenboeken, alfabet van wonderen. Of van een groot verbruik van lettertekens. Ik schrijf toch dat ik van je houd, al is het dat ik met mijn taal je hand verdrijf. [pagina 628] [p. 628] Poëzie Nu is het dus dat ik niet meer weet hoe bang zijn was. Ik zal niet langer vijand zijn van zoveel vormen goedheid. Maar vergeet niet wat je was: ogen, haar, een hand om mee te schrijven. En wat moet ik zeggen, de stadsweg waarover je naar huis toe gaat, mijn huis zelfs is zo liefdevol voor mij. Verleggen van dit leven is gewichtig. dat je hier bestaat alsof je altijd zal bestaan lijkt eigenaardig - en al die mooie dingen dan - om alles weg te gooien voor wat poëzie is te lichtvaardig. Er is te weinig taal in mij om zaken te omschrijven zoals dit gebrek aan angst; dus noem ik maar wat afgebroken wordt, om nog iets goed te maken. Vorige Volgende