Hoe weet Francken dat allemaal?
Misschien heeft hij het gehoord. ‘Omdat men zo vaak hoort dat De Jong zo geweldig goed kan schrijven’ stipt hij immers ook drie stijlfouten aan in de 431 bladzijden van het boek.
Wáár kan Francken dat gehoord hebben? Wellicht in dezelfde wandelgangen waarin ‘de inmiddels gewoon geworden gelijkstelling van de heer De Jong met Louis Couperus’ is te beluisteren. Daarbuiten is die gelijkstelling alleen te vinden in de recensies van Jan Lampo en Hans Werkman, een Belg en een christen uit de periferie van de literaire kritiek.
Francken heeft weinig gevoel voor proporties. ‘Simonetti denkt, praat en schrijft het dikke boek grotendeels bij elkaar’ - het is gewoon niet waar, ook Hanna Piccard, Leda Simonetti, Joe Kurhajec, Federico Zuccarelli en Aldo Moro spelen hoofdstukken lang een hoofdrol. Hetzelfde geldt voor ‘het gejubel van een columnist’ in de bijlage van Vrij Nederland. Ten Braven jubelt twee alinea's vol en benut vervolgens het grootste gedeelte van zijn column om het gebruik van Aldo Moro in een verder fictioneel werk af te keuren.
‘Al dit loze gepieker’, ‘dit gemaakte boek’, ‘een mislukt boek’, ‘dit in zelfbedrog en zelfdwang voortgebrachte boek’: Francken slaat wild om zich heen maar deelt zelden een gerichte klap uit. Zijn sterkste argument is de dreun die hij Simonetti op zijn mooie ogen verkoopt. Francken ziet dit aan voor een knock-out en vernoemt er zijn stuk naar. Het grootste gedeelte van zijn ‘verlate betoog voor het gelijk van Hans Warren’ bestaat uit apodictische waarde-oordelen.
Francken bespreekt achtereenvolgens de personen van Hanna Piccard, Andrea Simonetti en Federico Zuccarelli. De vierde hoofdpersoon, Simonetti's opgroeiende dochter Leda, voor wie creativiteit minder problematisch is dan voor haar vader, en die een rol speelt die zeker zo belangrijk is als die van Zuccarelli, blijft ongenoemd. Voor Zuccarelli en de wijze waarop deze is uitgebeeld spreekt Francken zijn bewondering uit.
Hanna Piccard kenschetst hij als een ‘malle, quasi-wilde meid, die in vliegeniersjekker rondwaart, juist als de politie overal buitenlanders controleert’. Dat is wel buitengewoon onverstandig van deze nrc-correspon-