Tirade. Jaargang 29 (nrs. 296-300)(1985)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 911] [p. 911] Marko Fondse Gedicht Gebruiksaanwijzing voor het heelal voor Martin Mooij De nacht is voor het ongedierte zei mijn moeder als ze mij - een soms weerspannig kind - bij donker binnenhaalde aan een oor. Hoe kwam een vrouw zo nuchter aan een maanziek kind? Want háár komst was mij, peinzende, zoet. Nacht, zichtbaarmaakster van het universum, laten wij het zwerk tot rechthoeken verknippen en die projecteren op muziekpapier. Wie weet ontstaat zo wel een partituur van de muziek der sferen, een kosmische Scarlatti. Tinkel, tinkel, kleine ster! [pagina 912] [p. 912] En jij maan? Had jij niet iets met bigotte Yanken en de goddeloze Rus? Jóu kaalscheren gaat niet. Dus kom maar op, zus! Laat jij je gebruiken? Dat doen we dan ook. Als gonnng! Rotterdam, 27 juni 1985 Vorige Volgende