Tirade. Jaargang 28 (nrs. 290-295)(1984)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 101] [p. 101] Jos Droes Gedichten Afscheid van endegeest voor marij zeegroen geverfde zalen, blinkend zeil, een vloot van paviljoenen. hier verwijlen, voor anker op de rede van oegstgeest, de ware liefhebbers van windstil weer. dit is hun reis: het uitzicht op een haven die nooit bereikt zal worden, nooit verlaten; en 't ooit gegist bestek onder herinneringen stil toegedekt. zo, als verstekelingen, zijn zij de wereld en zichzelf ontkomen; zijn zij op weg, eenzelvig en eenkennig, altijd op weg tussen de oude bomen en rododendrons, glanzend in het licht. aan hen klampt men zich vast, bang en onwennig bij elke kans op schipbreuk van 't gesticht. [pagina 102] [p. 102] Aquarel op het zichtbare inbreuk maken, dat het in gebreke zich aftekent. het ontbrekende weglaten. zo snel 't penseel je draagt toevoegsels aan het wit verwelken. dit telkens erop gewaagd. waakhond schaduw, licht en verte aangelijnd; ach, dichterbij dan hier laat hij ons niet. Vorige Volgende