Tirade. Jaargang 26 (nrs. 272-283)(1982)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 603] [p. 603] Harry Mesterom Vier gedichten Tuin van bewaring Alles wat eens veraf leek kwam zienderogen dichterbij sinds paal en perk zijn geest- verruimende middelen heetten. Tralies die voorheen van geen wijken wilden weten bogen voor zijn blik als bloemstengels uiteen. Het was of hij door spiegels heen kon kijken, zien kon zelfs wat er niet was. Wat met geen pen was te beschrijven dwarrelde als luchtpost voor zijn voeten neer in de vorm van een duivenveer. Eén enkel onbeschreven blad sprak meer tot zijn verbeelding dan alles wat hij ooit gelezen had. [pagina 604] [p. 604] Web Zo kwetsbaar als je bent ontbloot van elk gevaar, zie ik je bijna schitteren door afwezigheid tussen de takken van de toverhazelaar, blinkend borstkastje van mijn geestes- kind. Zelfs het doodshemdje dat je anders altijd draagt, heb je niet meer aan, nu je niets meer hebt te vrezen dan mijn adem die je het leven inblaast als een windvlaag die je wegvaagt. [pagina 605] [p. 605] Wat Wat je tussen je vingers voelt glippen, daar waar je je zwemvliezen moet missen, water is het allang niet meer. Eb en vloed hebben zich voorgoed van je afgekeerd. Voor jou alleen het heen en weer! De golf van ontroering waarin je je toen je aan land ging verslikte, dezelfde die met een tong vol zand voor het laatst je hielen likte, overspoelt je van tijd tot tijd enkel nog met haar afwezigheid. [pagina 606] [p. 606] Beautycase Koester je doodsangst als een kostbaar kleinood. Hij siert je in het diepst geheim. Wat kunnen je juwelen schelen. Zijn parels zullen je veel beter staan. Vorige Volgende